Foto’s Hannelore Dieleman
Vorig jaar alle prijzen gepakt, deze zomer alle podia ingepakt. Dat zou het strijdplan kunnen zijn van de vijf vrouwen van Bluai. Met hun prima debuutplaat Save It For Later onder de arm mag dat zelfvertrouwen wel. Het kopje van frontvrouw Cat Smet oogde fris, nog wat onder de indruk van het ’s middags al talrijk opgekomen Brugs publiek. De set schommelde, lekker op de Amerikaanse porch, tussen rustige luistertracks en pittige festivalhits in wording als daar zijn: Sad Boy, Angry Boy, Better, I Swear en afsluiter In Over My Head. Openen op het Cactusfestival, een mooi podium voor deze jonge veelbelovende band.
Presentator Kirsten Lemaire beloofde dat het geen pijn zou doen, al kan de uitspraak van de groepsnaam van Ão dat suggereren.
Maar gelijk had ze, het publiek kreeg een zwoele mix van percussie allerhande, sober gitaarwerk, op een stevige elektrobodem. En bovenal de hemelse stem van Brenda Corijn die, in het Portugees en Engels, vaardig meanderde tussen fluisterstil en volle glorie. Zien we nog een betere zanger(es) op Cactus dit jaar? De lat ligt in ieder geval hoog.
Heupwiegend, de term werd voor speciaal haar in Van Dale gezet, pakte ze het ook publiek mee, dat met ons ontdekte hoe geweldig deze band is. En bovendien zorgde Ão voor letterlijk de eerste zonnestralen van de dag. Afspraak in Cactusclub en elders in het najaar, voor een verlenging van het zomerseizoen.
And now for something completely different. De één zijn ziekte – Beak> moest node afhaken – is de ander zijn invalbeurt, speciaal over en weer uit Ierland voor Cactus. The Murder Capital zijn in augustus hier en daar ten velde nog te zien en waren in juni opener voor Pearl Jam in de UK en zijn dat in het najaar hier voor Nick Cave.
Uit het vat postpunk waar ook Idles en Fontaines DC hun Guinness tappen, kregen we onversneden postpunk en veel branie. Wat band en zanger James McGovern missen aan uniek geluid, wordt gecompenseerd door management, coole uitstraling, tattoo, zonnebril en inzet. Kom toch nog maar eens terug in augustus en oktober.
Whispering Sons heeft al heel wat kilometers op de teller, en dat merk je, meteen scherp, meteen spanning in de opgeklaarde lucht. Het Minnewaterpark liep voor het eerst in de namiddag van dag 2 ook echt vol. Er was een strijd met het geluid: Kobe Lijnens essentiële gitaarpartijen kwamen niet steeds goed door de mix. Er was een strijd met het priemende zomergevoel, niet meteen het kader voor de muziek van deze zwartjassen.
Maar dat gingen de zonen en Fenne Kuppens te lijf met een zeer strakke set aan 16 songs per uur. Halfweg een rustpunt in de set, met Cold City en Still, Disappearing maar ervoor en erna ging het van jetje. Dragging was een hoogtepunt in de eerste helft, na het rustpunt viel Walking, Flying op met een stuwende bas en afsluiter Try Me Again is een dijk van een nummer gemaakt om een indruk na te laten.
Thuismatch nummer… ja nummer hoeveel eigenlijk, voor Het Zesde Metaal op het Cactusfestival? Met Gie, Den Otto en Ik werd het goed gevoel gevoed en met Calais werd tegen het geweten geschopt. Slaan en zalven, dat kan Wannes Capelle als geen ander. “Doe open, bange blanke man”, werd in Calais verwerkt en peetvader Willem Vermandere kreeg een applaus, hoorbaar tot in Steenkerke. Ploegsteert maakte indruk met een inventief gitaararrangement van Kasper Cornelus samen met pedal steel ornamenten van Filip Wauters. Naar De Wuppe zorgde voor de gebruikelijke publieksparticipatie. Een verrassende finale na Het Langste Jaar, met Gorki-cover Boze Wolven waar het gehuil van Where Is My Mind? van Pixies werd doorgedraaid en – back to the roots – Ik Haat U Nie als felle afsluiter. Er lijkt een cirkel afgerond, tijd voor nieuwe paden?
Na 20 jaar stond Patti Smith opnieuw op het podium van Cactus nu met haar lange grijze haren maar vinnig alsof ze 20 jaar jonger was. Summer Cannibals was hongerige rock-‘n-roll, de voet op de monitor. Ghost Dance werd opgedragen aan alle personen die door conflict ontheemd worden, net als de native Americans ooit. Smith was erg goed gezind na haar bezoek aan de Madonna van Da Vinci en het standbeeld van Van Eyck in Brugge overdag en werd blij van de bomen tussen het publiek, “dat zie je niet vaak vanaf het podium”.
Doorheen haar loopbaan en setlist werden artiesten van verschillende generaties geëerd met een cover en/of ode: Johnny Cash, Bob Dylan, Kurt Cobain, Lana Del Rey. De liefde kreeg ook een erepodium: Summertime Sadness van Lana Del Rey en Because The Night (samen met Springsteen geschreven) werd opgedragen aan de liefde van haar leven Fred Sonic Smith (van MC5), met zoon Jackson trouw op het podium aan moeders zijde.
Pissing In The River was pure passie en een hoogtepunt, gevolgd door nog één, About A Boy, waar de vermoorde onschuld van afdroop: “He was just a boy”. Alle teksten prima verstaanbaar vertolkt trouwens, want Smith is en blijft op de eerste plaats een schrijver. Tijdens Smells Like Teen Spirit stond ze te springen als een jong veulen en People Have The Power, “written with Fred in 1986 or some fucking year” was een opgestoken vuist naar de demagogen die ons tijdsgewricht teisteren. Geen preken, geen kuren, geen frullen. De rock-‘n-roll poëet maakte alle verwachtingen van een legendarische headliner waar, het bomvolle park was getuige.
Vorig jaar waren we in Lokeren getuige van één van de (voorlopig) laatste optredens van Balthazar. In de koortsige droom die daar op volgde, hakten we met ons glimmend stalen zwaard het hoofd af van dit mythologische monster, waarna er zowaar drie hoofden verschenen. Warhaus is er daar één van. Eentje per dag op Cactus.
Devoldere en co brachten late Gainsbourg-grooves, met repetitieve hooks en meezingbare refreinen in een zwoele mood. Een draagbaar kermisorgel was de intro en outro en mocht ook halfweg de set Machinery begeleiden. Het publiek genoot er wel van en Open Window was een enthousiaste afsluiter.
De eer om de dag af te sluiten viel Brittany Howard (gekend van Alabama Shakes) te beurt. Onder haar eigen naam brengt de zangeres een masterclass in soul met een negenkoppige band op het podium. We moesten onwillekeurig aan de vocabulaire en grammaire van Prince denken met deze mix van 60’s r&b, soul, synth-rock, jazz en een rist fantastische muzikanten op het podium. Een speciale vermelding voor Zac Cockrell op bas en een fenomenale Nate Smith op drums. Dit gezegd zijnde is het duidelijk: het wat uitgedunde publiek was gebleven om te dansen.
Brittany Howard hoeft de adelbrieven voor haar stembanden niet meer voor te leggen en gooide zich helemaal in de strijd – dat wil wat zeggen – vertellend, de heer aanroepend, gesticulerend met de handen wanneer ze niet zelf de gitaar hanteerde. Stay High, dat vormde geen enkel probleem!
Een feestje met kwaliteitslabel dus om dag 2 van Cactus af te sluiten.
Instagram | Cactusfestival | Bluai | Ão | The Murder Capital | Whispering Sons | Het Zesde Metaal | Patti Smith Quartet | Warhaus | Brittany Howard