Home Festival BADLANDS IV Gent, Democrazy (20/04/2024)

BADLANDS IV Gent, Democrazy (20/04/2024)

by Hans Vermeulen

Zaterdag was het opnieuw Badlands Festival in de Gentse kuip, een organisatie van Democrazy met podia in cafés Giraf en Kinky Star en in de concertzalen Charlatan en  Trefpunt. Vorig jaar werd nadrukkelijk de Britse postpunkkaart getrokken. Dit jaar had de organisatie opnieuw een sublieme line-up voor ons klaargezet. Wij kwamen vroeg café Giraf binnengewandeld om op de eerste verdieping te ondervinden waarom Les Nuits Botanique het duo Charlène Darling op het programma heeft gezet. De programmatoren van de Botanique maken geen fouten en ook hier was het goed raak.

Erika Ratti / CHARLÈNE DARLING

Charlène Darling is een autodidactische muzikant die zachte en warme pop combineert met minimalistische en erg tegendraadse rock. We kregen verstilde arrangementen die bewust lo-fi gehouden werden en onze mondhoeken vaak deden opkrullen. Charlène leek alles ter plekke uit te vinden wat een erg spontaan en nihilistisch geluid deed ontstaan. Voor de ruwe tape-montages had ze Erika Ratti meegebracht. De Brusselse Darling, Charlotte Kouklia in het dagelijkse leven, bracht in november La Porte uit. Ze speelt ook bij Rose Mercie maar kan als Darling haar ei volledig kwijt en dat gebeurde in de Giraf met de nodige humor.

Charlotte Kouklia / CHARLÈNE DARLING

Waar we trage minimale sludgy drones hoorden bij aanvang werden we plots getrakteerd op een nummer dat zomaar van Oreste Et Èlectre van Cranes leek te komen om nadien het het tempo drastisch op te drijven alsof Automatic plots rond haar stond. Een nummer om de druilerige novemberachtige buitenwereld af te zweren of om simpelweg toxische mensen de deur te wijzen zat diep in de finale en was een improvisatie pur sang waarbij Erika vlug een paar richtlijnen meekreeg maar zonder verpinken haar ding deed op de toetsen. Straffe kost van Charlotte en Erika maar de cover aan het einde hebben we niet herkend. Niettemin kunnen we Charlène Darling dik aanbevelen voor wie naar Les Nuits trekt op de All Access festivaldag.

LÉZARD

Badlands was een wellicht visueel grappig spektakel voor niet-festivalgangers want er was geen overlap tussen optredens. Als het in de Giraf afgelopen was kregen we een mini volksverhuizing naar de andere kant van de Vlasmarkt, in dit geval de Charlatan waar de Gentse en bij uitbreiding Belgische sensatie van 2024 haar opwachting maakte. Lézard dus dat al op Grauzone en tijdens Humo’s Rock Rally veel indruk maakte en dat nu opnieuw deed. Funky vibes vulden een goed gevulde zaal en het vijftal had er veel zin in.

Moet leuk zijn om je apparatuur voor een keer niet tientallen kilometers ver te moeten verplaatsen maar dat bij wijze van spreken gewoon in een winkelkar te kunnen doen en ’s avonds buiten aan de Aap aan een terrastafeltje een babbel te kunnen slaan met de ‘homies’. De klank van onze favoriete hagedis zullen we voor een hopelijk laatste keer aan Talking Heads linken, hierna spreken we eerbiedwaardig over Lézardisme.

Zanger Neil Claes hield ook deze keer zijn gitaarhals dicht bij de mond, als was het een extra microfoon. Over Myrthe Marnef schreven we vroeger al dat haar aanstekelijke danspasjes en sprongetjes erg besmettelijk werken op festivalgangers.

Badlanders zijn geen gemakkelijk volkje, dat zagen we vorig jaar al bij optredens van Foursissies en Lambrini Girls. We fronsten toch de wenkbrauwen als we naast de euforische reacties ook mensen hoorden zeggen “het klonk te vrolijk”. Dan maar goed dat deze geen ticket gekocht hadden voor Manu Chao in Kortrijk op dezelfde avond. We hadden in Den Haag gehoopt Lézard in Gent te kunnen zien optreden en onze gebeden werden al 69 dagen later in daden omgezet. Schoon getal ook in feite. Wat Lézard zo goed maakt? Ze maken bijvoorbeeld een geweldige hedendaags verantwoorde brug tussen Gang Of Four en Deadletter. Luister maar eens naar Nothing At All. We zijn doorgaans erg achterdochtig als het over hypes gaat, maar deze keer is de hype meer dan gewettigd en een pleidooi voor een verdere lézardizering van de maatschappij. Jim Morrisson zei toch ooit “The Lizard King can do anything”.

Van de kortste bandnaam op Badlands naar de langste was maar de oversteek maken naar Sint-Jacobs en zaal Trefpunt. Daar belandden we in een brok teringherrie op kruissnelheid, geserveerd door Kobi One & The Fullsacks. Wie zijn die volzakken? Een basgitarist met een bivakmuts, een zanger met een zwarte onderbroek en een frivool jurkje en een drummer die leek op Fred Deburghraeve die op het punt stond om een wereldrecord te zwemmen.

Weinig danslustigen bij Lézard maar ook weinig moshers bij Kobi One, hoewel de hardcore punk er nochtans uitermate voor geschikt was. De songtitels van hun ep This Is Not A Demo zeggen in feite genoeg. Finger Salad en Deadbeat Delight geven al aan dat er best eens gelachen mag worden. Maar de band is méér dan een gimmick want er zit poer achter en laat die gasten maar doen.

Kobi One & The Fullsacks

Het leek de ideale opwarmer te zijn voor een fel geanticipeerde band uit Gent. Lindsey heet het viertal en als je het op internet gaat zoeken kom je overal terecht behalve waar je moet zijn. De website van schlagerkoningin Lindsey lijkt wel al 9 jaar stof te vergaren. We stonden aanvankelijk helemaal achteraan in de Kinky Star maar de band klonk zo overtuigend dat we ons met camera en pint door de massa wrongen om vooraan getuige te zijn van een heel erg wervend en wervelend optreden.

Muzikaal hoorden we garagepunk en withete grunge met een dosis Model/Actriz en met veel gevoel voor podiumgekte gebracht. Overgave is een nummer van Skemer maar gold voor de Gentse noisehelden van de dag – en voor zanger Yannick in het bijzonder – die voor ons vandaag met de zilveren plak gingen lopen.

Lindsey

Ons op vergelijkbare wijze een weg banend naar de eerste gelederen in Giraf was een volgend staaltje doorzettingsvermogen van onze kant. Plexi Stad zou deze inspanning naar waarde weten te schatten en gaf een overtuigend optreden waarbij we voor de zoveelste keer vandaag de opmerking “het klinkt allemaal een beetje hetzelfde” naar de prullenmand verwezen want dat kan je over elke band zeggen, zelfs over Beastie Boys.

Oké niet over King Gizzard en zijn Lézard jeweetwel. Plexi Stad stond al op Grauzone op onze radar maar moest het toen afleggen tegen Föllakzoid. We waren wat blij met deze herkansing.

PLEXI STAD

Peleman en zijn kwartet gaven een bruisend optreden dat vaak deed denken aan een soort combinatie tussen Gang Of Four en Jon Spencer maar met méér rock-’n-roll. Vaak ook aan Soapstone – wie kent hen nog? – maar dan minder bluesy. Stockhausen was zo een early eighties mijmering waarbij we ook wel aan vintage R.E.M. dachten. Slotnummer Modern Liquid deed ons dan vooral denken aan de onstuitbaarheid van onze Gentse vrienden van Mind Rays. Plexi Stad liet ons niet perplexi achter maar veel scheelde het toch niet.

Dylan McCartney / THE DRIN

Langs alle kanten ontstond er een buzz rond The Drin. Die stonden om half tien op het Trefpunt-podium en de zaal stond vol. In de bio rond dit zestal uit Cincinnati, Ohio stond onder meer dit: “Ze zijn vaak zo schrikwekkend als de aanblik van een schimmige figuur door de bomen.” Hiermee moeten we toch eens hard lachen. Een band waarvan de saxofonist een sixties zonnebril draagt met centrifugerende cirkels op de brilglazen en de zanger een playbackshow lijkt te spelen van Mark E. Smith met een vleugje Andrew Eldritch, komt niet benauwend over. Zeker niet als de saxofonist plots voor de wc staat te spelen en later een soort kruimeldrief als blaasinstrument gebruikte.

Ryan Sennett / THE DRIN

De cool waarmee de volledige band stond te spelen was er zo los over dat het dan weer grappig werd op een goeie manier. We herdoopten hen ter plekke als de Arctic Underground.

We hoorden inderdaad veel Velvetiaanse invloeden maar ook veel pure vuile rock-’n-roll. Links met Butthole Surfers en Sonic Youth moeten ze ons toch eens uitleggen want die hebben wij geen moment gelegd. Opener Tigers Cage klonk onmiskenbaar als Viagra Boys, daar kunnen we het over eens zijn. De band stak wel een steeds voortschrijdende muzikale evolutie in hun nummers. Best sterk gedaan. Eyes Only For Space was pure Joy Division zonder dat het teveel opviel. Elude The Torch heet hun vierde plaat in evenveel jaar. Productief is The Drin dus zeker.

Zanger Dylan McCartney heeft ook een soort onverzettelijkheid en “je m’en foutisme” waarbij hij contact met de eerste rijen niet ontloopt. We vonden het de meest opbouwende set van het hele festival en derhalve een erg boeiend collectief. Venom was een geweldig nummer met een zalige postpunkdrive. Klap op de vuurpijl Reach Through The Midnight klonk bovendien als overtuigende shoegaze geheel volgens de leer van de broertjes Reid van The Jesus And Mary Chain. The Drin was muzikaal een openbaring maar hun podium-act vonden we niet van hetzelfde niveau.

Dat gevoel hadden we al zeker bij de afsluiter in de Charlatan. Holiday Ghosts uit Falmouth, Brighton hadden zeker voldoende catchy songs. Samuel Stacpoole, Katja Rackin, Ben Nightingale en Morgan Lloyd-Mathews verpakten die olijkerds echter in een statische podiumervaring hoewel het publiek er toch wel steeds meer zin begon in te krijgen.

Coat Of Arms is hun gloednieuw album, 3 weken vers. Een nummer als Mr. Herandi klonk eigenlijk overheerlijk maar na een resem bands op een dag leg je de live-lat steeds hoger. Off Grid rockte beduidend meer en bevond zich tussen The Shins en The Grogans, al dan niet toevallig twee Australische bands. Als drumster Katja mocht zingen, zoals in het heel erg uptempo Sublime Disconnect, dan klopte het plaatje volledig. De vroeg-jaren tachtig vibe met seventies injecties kiemde dan geweldig. Het vakantiespook is een twijfelaar die we zeker een tweede kans willen gunnen.

Katja Rackin/ HOLIDAY GHOSTS

Daar had de afsluiter uit de Kinky Star geen nood meer aan. Het was immers al de derde keer dat we de dames van Grandmas House uit Bristol aan het werk zagen. Na Rotterdam en Den Haag volgde nu Gent. We omschreven ze vooraf aan omstaanders als een band die dertig jaar te laat geboren is en klinkt als Nirvana en Pixies. Het klinkt als weinig origineel maar vergis je niet.

Zangeres en gitariste Yasmin Berndt was vergezeld door haar mama, een Brusselse. Ze zingt met een rokerige rauwe stem en was zowat de meest overtuigende zanger/zangeres van de hele avond. Het komt er allemaal zo geloofwaardig uit en het spelplezier spatte van het podium.

Poppy Dodgson / Grandmas House

Bassiste Zoë Zinsmeister (Duitse roots) werd rond ons ‘de dochter van Debby Harry’ genoemd. Een deel van de aanstekelijkheid van het geluid dat het huis van grootmoeder voortbrengt ligt aan het feit dat ze alle 3 zingen. Drummer Poppy Dodgson is zowat de tweede stem.

De bandnaam is overigens niet afgeleid van de Britse tv-serie. Het geluid van de drie kunnen we best omschrijven als veel lawaai maar lekker lawaai. Het deed sowieso aan IDLES denken, waarmee ze in de AB stonden, zoals in het nummer Always Happy. Andere nummers deden ons denken aan Nirvana’s Bleach, getuige daarvan Feed Me met die typische jengelende gitaar en roffelende drums. Poppy vertelde nadien dat ze liever in de Kinky Star speelde dan in de AB. Openen voor IDLES kan je natuurlijk niet laten schieten.

Yasmin Berndt / GRANDMAS HOUSE

Vanaf How Does It Feel? was er geen houden meer aan. We moesten vooraan lijf en leden riskeren om niet tot tegen de basdrum achteraan het podium te worden gekatapulteerd want er werd zéér uitbundig gevierd in de eerste zone van het café. We werden van de ene moshpit in de andere skyfloat-initiatie geïntroduceerd en het zweepte het drietal op tot grootse daden. Het nieuwe D.O.G. en Devil’s Advocate plaveiden de weg voor slotnummer Body.

Grandmas House was heel straf en met voorsprong het beste optreden van Badlands. Na Lindsey hoorden we iemand zeggen ‘ik geraak maar niet in de sfeer’. Diezelfde festivalganger schreeuwde de enthousiaste maar best wel vreemde slotconclusie richting Zoë van Grandmas House, vlak na het optreden: “You are fucking good”! Zoë keek wat bedremmeld en wist niet goed wat antwoorden. Ze vertelde nadien dat het Belgische publiek de band erg gunstig gezind lijkt. Badlands kende op die manier een sterk einde, een soort Grandeur’s House.

Zoë Zinsmeister / GRANDMAS HOUSE

Charlène Darling: instagram
Lézard: instagram
Kobi One & The Fullsacks : instagram
Plexi Stad: instagram
Holiday Ghosts: instagram
Grandmas House : instagram
Badlands: instagram

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More