Wie was de grootste Belg? Maakt het ook maar iets uit? Vraag in het buitenland, om het even welk buitenland, naar de grootste Belg en naar hun mening daarover. Pater Damiaan, want die is heilig volgens oorkondes van het Vaticaan. Eddy Merckx, die alles won behalve Wimbledon en het schansspringen in Garmisch-Partenkirchen, elk jaar met Nieuwjaar. Maar de grootste muzikale Belg?
Er is er maar één. En hij werd geboren in Schaarbeek, 1929, uit een West-Vlaamse familie van wie de Pater Familias een kartonfabriek aldaar beheerde. Kleine Jacques ging hem opvolgen en moest dat eigenlijk ook doen maar petit Jacques had andere plannen. Bij de scouts had hij op gitaren getokkeld en dan was het begin de jaren vijftig, tijd om naar Parijs te gaan, la vie bohemiénne te lijden en leiden en een artistiek snorretje te laten staan.
Niet één impressario of theateragent zag hem staan. Of wilde ook maar luisteren. Hoe gaan we die verkopen? Brel was één en al armen en qua gebit leek hij wel wat op Fernandel. Maar goed, de aanhouder wint en Brel was de aanhouder, die pendelde tussen Brussel (waar hij een vrouw en drie dochters had) en Parijs, waar hij aan Vuile Manieren deed met talloze liefjes. Tot 1955, tot Quand On a Que l’Amour opgenomen werd en Brel met de machtige aanslag van wat akkoorden plots een ster werd. Al duurde het nog tot begin de jaren zestig alvorens hij hier, in zijn homebase, op enige basis kon rekenen.
Het ging snel, vanaf toen. Er volgden tours door Frankrijk – hardnekkige Fransen zijn er nog steeds van overtuigd dat hij één van hen was – en over de oceaan. Al bleef zijn meest iconische podium dat van de Olympia in Parijs.
Nu was Brel geen makkelijk mens: hij hield ervan om de goegemeente, de bourgeoisie, te schofferen. En dan zeer zeker flaminganten en hun gezwier met vlaggen. Nu was Brel tevens een vriendelijk man, die ’s nachts – niemand mocht dat weten – in ziekenhuizen stervenden ging bezoeken die aan een stalen long lagen, goed wetende dat zulks ook ooit zijn lot zou zijn. Brel rookte vijf pakjes Gitanes per dag en hoosde het whiskymerk dat zijn initialen droeg.
In 1966 kondigde hij zijn afscheid van het podium aan. Al speelde hij nog de rol van Don Quichot in De Man Van Lamancha. En ging hij daarna acteren en films regisseren, met wisselend succes. En hij werd Kuifje in Wonderland: haalde een vliegbrevet, een zeilbrevet, en ging naar de Markiezen, een eilandengroep in Polynesië, wonen met Maddly die zijn laatste liefde werd. En als hij tijdens een stukje bergop plots geen adem meer krijgt luidt de diagnose: longkanker. Stoppen met roken was geen optie, wel misschien een beetje minderen. Tot er een long uit hem verwijderd moest worden. En met één long nam hij nog zijn laatste lp, Les Marquises, op.
En dan eindigde het, in oktober 1978 in een Frans ziekenhuis na nog een laatste blikje cola en voor een fatale longbloeding. Maar om nu af te sluiten: was Jacques Brel de grootste muzikale Belg ooit? Dat is de vraag gewoon beantwoorden, mensen.