Wolf Vanwymeersch kent iedereen van The Van Jets, jammer genoeg iets minder van Elefant. Wie weet in de toekomst iets meer van Wholes of zijn project met Julien Tassin! In ieder geval weet voortaan de hele wereld welke platen Wolf mee wil naar zijn eiland.
LEONARD COHEN – Songs Of Love And Hate (1971, Columbia Records)
Ik denk dat ik in elk lijstje Leonard Cohen vermeld: ik heb geregeld een shotje L.C. nodig.
Als ik op dat eiland niet naar palmbomen wil turen, nippend van een kokosdrank, geef ik me over aan Cohens malaise. Miljaar, wat een plaat! “That’s a funeral in the mirror and it’s stopping at your face. That’s right, it’s come to this, yes it’s come to this. And wasn’t it a long way down?”
PORTISHEAD – Roseland NYC Live (1998, Go! Beat)
In mijn laatste jaren in Aalter had ik me overgegeven aan Dionysos: tijdens het cannabis roken en bier zuipen leerde ik via mijn vrolijk cynische vrienden Moane, Soens en Meyke Portishead kennen. Vooral de liveplaat imponeerde: de breekbare, maar trefzekere stem van Beth Gibbons en de trieste maar cinematisch muziek.
IRON MAIDEN – Iron Maiden (1980, EMI Records)
Ik was een jaar of 11-12 toen ik deze leerde kennen. Punk meets progrock of zoiets. Van Prowler over Strange World, Remember Tomorrow tot Phantom of the Opera… Quite a trip! RIP Paul Di’Anno. Een stem vol furie en een echtheid waar Bruce niet durft van te dromen.