We mogen blij zijn dat Bazart bestaat want ze zijn megapopulair, en ze zingen in het Nederlands. Onze taal is immers niet enkel een medium om te communiceren, maar ook een schatkamer waarin de prachtigste tekstuele kronkelingen mogelijk zijn. Het siert de heren van Bazart dus dat ze hun toevlucht zoeken in de taal van Boudewijn de Groot en Raymond van het Groenewoud om hun liedjes te boetseren.
Jammer genoeg sprankelt de taal bij Bazart te weinig. “Loop tegen muren in mijn hoofd aan” of “De straten lopen dood en ik reed dwars doorheen / Alles of niets, weet niet waarheen”: tijdloze poëzie is het moeilijk te noemen. Je hebt een vergrootglas nodig om naar beklijvende beelden en frisse zinnen te speuren in hun teksten. Voeg daar de tamelijk kale klankkleur bij (een glijdende synthesizer en hier en daar een snaartje) en je hebt een nummer dat wel gebalanceerd en uitgepuurd klinkt, maar te weinig in huis heeft om te blijven hangen.
Het meest fascinerend aan het nummer is de videoclip. Meteen bij het eerste beeld, van een man die met zijn rug naar ons toe aan een gokautomaat zit, weet je dat er iets speciaals op komst is. Langzaam glijden we door een surrealistisch verhaal dat tegelijk rauw en intiem is. Was Alles Of Niets ook maar zo, dan konden we reikhalzend uitkijken naar het derde album van Bazart, waar deze single de voorbode van is.