Rock-‘n-roll is niet alleen muziek, voor beoefenaren daarvan is het ook de edele kunst om te stikken in het eigen braaksel. Of in dat van een ander, zie Spinal Tap. En zie John Bonham, die deed het in 1980 na zo’n veertig wodka-oranges.
Bonham was de drummer van Led Zeppelin, Engelsen die eind jaren zestig een pact sloten tussen blues en zware metalen. Al was hij eigenlijk geen drummer: ‘Plaatslager’ zou een betere omschrijving zijn. Want hij ging zijn vellen met een moker te lijf. En Led Zeppelin werd de verpersoonlijking van jaren zeventig-decadentie. Uitverkochte stadions, gesloopte hotelsuites, seks en drugs en dat andere. Oh ja, rock-‘n-roll.
Ze hebben nog adepten. Zoals het Vlaamse Barrel Smoke. Die willen klinken zoals Led Zeppelin al komen ze nog niet tot aan hun enkels. Ze weten dat, en het kan hen geen hol schelen. Wat zo hoort.
Zanger Ricky Smeets is geen Robert Plant, drummer Dante Alders is geen John Bonham maar dat geeft allemaal niks. Dit alles doet denken aan The Darkness, ook zo’n bandje dat naar de seventies en de decadentie van dat decennium snakte. Maar wat we nu eigenlijk willen zeggen, oef, eindelijk: Neon Light is een geweldige knaller, de jongens amuseren zich en wij ons, tot nader order, dus ook.