Met hun album Muurd neemt de elektronische indiepopband (wat heb je aan dat genre- of labeljasje als er geen enkele outfit perfect past?) Tour ons niet alleen mee in een muzikaal verhaal, maar ook doorheen de geschiedenis. Het album is opgebouwd uit songs die geïnspireerd zijn op moorden die plaatsvonden van de 18e tot de 21e eeuw in en rond het kleine Limburgse dorp Zutendaal. Ze worden ook allemaal gezongen in het (verdwijnende) Zutendaals dialect.
Ook de muzikale tijdsgeest nam de band mee op bij ieder moordverhaal: instrumenten uit de periodes waarin de moorden plaatsvonden werden terug tot leven gewekt en hier en daar weerklinken verre echo’s van toenmalige dominante muziekstromingen, componisten en muziekdragers. Tour neemt ons op unieke wijze mee door de lokale misdaden en muziekgeschiedenis.
Dat alles zorgt er ook voor dat de band gaandeweg muteert van kamerorkest naar een postpostpostmodern combo dat zoals zovelen worstelt met digitalisering en nostalgie.
In tegenstelling tot de moordliederen die straatmuzikanten tot bij het volk brachten tot in de 20ste eeuw, wordt in Muurd niet gefocust op de gruwelijke details. Wel wordt er gewerkt met abstractere beelden, met beschrijvingen van de gevoelens rond de moorden, met respect voor de slachtoffers en nabestaanden.
Stijn Segers (zang, gitaar, synths), Ciska Vanhoyland (zang, theremin), Loes Gerits (zang), Eva Put (zang, contrabas), Nelle Bogaerts (zang, cello), Dienne Bogaerts (zang, dwarsfluit, hobo), Gert Stinckens (gitaar, piano) en Bert Hornikx (drums) zijn de acht muzikanten die samen Tour vormen. Acht muzikanten en nog meer instrumenten hoor je aan de slag in 15 unieke nummers.
“Laotich nee duun ên laach mèt de düd”, klinkt het in het Seikiloslied. Vermoedelijk uit de eerste eeuw voor Christus, is dit één van de weinige overblijfselen van Griekse muziek uit de Oudheid. Deze Zutendaalse versie Sjitter En Sjèin laat het drinklied horen dat ene Seikilos als grafschrift voor zijn vrouw in steen uit liet beitelen. Instrumentaal klinkt het zeer minimalistisch, waarbij vooral ritme wordt aangegeven. Maar Tour weet dit in meerstemmige zang zeer knap neer te zetten als intro van dit lugubere plaatje.
Aoiem neemt volledig de klank van een echte murder ballad op. Zwoel, met spanningsbogen opgebouwd met accordeon, het bluesy tikkende ritme, strijkers, twinkelingen en het traag uitdagend vocale duel dat centraal staat.
Op de kermis van 1785 loopt een ruzie tussen mannen uit Zutendaal en Munsterbilzen uit de hand. Die bittere strijd laat Tour horen in Verannewèèrd. De dreiging van zich opstapelend testosteron is hoorbaar in de zware stappen van de ritme-instrumenten en de samenzang van het mannenkoor. Afgewisseld met de teleurstelling van het gekwetste ego van diegene die moest afdruipen in de treurdichterlijke, mooie zanglijn en de melancholisch tranende synthlijsten.
In het gewoel van een dorpsprotest met ketelmuziek werd op 24 januari 1857 een man neergeschoten. De spoken words vertellen gezapig in een blues ritme gehuld het relaas in Charivari, terwijl in een knappe koorzang het refrein over een ‘vurige muurd’ bezongen wordt.
We horen erg volkse arrangementen zoals in Zwaerem, waarbij de nadruk op de zang ligt, maar ook de combinatie van hedendaagse instrumenten met oud historische composities, zoals in Bedaeine (Ederaein Zwèigt) en Mercedes (Zwarte Zwaon). Het Zutendaals dialect klinkt als een oudmagische taal, die ieder nummer van mystiek voorziet. Tour laat enorm veel invloeden toe in zijn tracks. Zo horen we orgelachtige synthlijnen in Stalken, met gitaaraccenten die evengoed uit een traag americananummer zou kunnen komen.
Twiehfel ên Spikkelaosie is het nummer over de passionele moord op Maria in 1951, die we als voorsmaakje op dit album al enkele maanden geleden te horen kregen. Eén van de erg ingetogen, verhalende songs.
Instrumentaal begint Annemohn als iets liefelijk bloeiends. De zang klinkt daarentegen diepdonker en al snel wordt duidelijk waarom: in de zomer van 1969 werd in de bossen tussen Zutendaal en Genk namelijk het lijk van een jonge vrouw gevonden.
Naast de verhalende nummers, brengt Tour ook drie experimentele intermezzo’s, als instrumentale adempunten tussen al deze gruwelijk mooie tracks. Afsluiten doen ze met Naachraof een traag besluitende song over het blauwe uur, het moment net voor zonsopgang.
Murder ballads klonken nooit eerder zo orkestraal sterk, verleidelijk zwoel en aanstekelijk ritmisch dan deze van Tour. Een album om ieder woord ervan te trachten begrijpen, om goesting van te krijgen om geschiedenisboeken te verslinden, maar bij tijden evengoed om op intrieste verhalen te beginnen dansen. Dit is méér dan muziek, dit is ‘muurd schuun’. Een artistiek werk dat de lokale historiek van Zutendaal erg toegankelijk maakt, talig erfgoed borgt en vooral ook een sonisch pareltje van deskundigheid toont.
Het album is digitaal verschenen en kan je ook beluisteren via de Tour-website. Samen met het album werd ook een boekje uitgebracht met de teksten en vertalingen van de songs en een downloadcode. Het boekje is alleen verkrijgbaar op de concerten.
Ook fysiek is het album uitgebracht, in een archiefdoos met voor elke song een muziekdrager uit de periode van de moord. In de doos zitten onder meer partituren, een liedblad, een ponskaart, een gegraveerde wassen kaars en meer recente geluidsdragers zoals een cassette, een cd en een usb-stick. Het is een uniek exemplaar, de archiefdoos reist mee op de concerten als curiosum en als voer voor een discussie over muziekconsumptie. Om deze archiefdoos als uniek curiosum te zien, moet je één van de concerten meepikken.
Als alles goed gaat, kan dat op zondag 23 januari 2022, tijdens het Tour-homecoming-concert met een speciale Muurd Live Charivari in de Sint-Jozefskerk van Wiemesmeer.
(Her)lees hier ook onze bespreking van de single Twiehfel ên Spikkelaosie.