Tussen het Peak District en de grens met Schotland vormen de Pennines de 400 kilometer lange noordelijke ruggengraat van Engeland. De streek was zowel decor voor bloederige inlijving door Willem De Veroveraar als voor stille bezinning door teruggetrokken heremieten, en werd voor diverse muzikanten, schrijvers en dichters een inspirerende regio. Emily Brontë‘s Woeste hoogten was er gesitueerd, Ted Hughes wijdde er gedichten aan, in 2011 verzamelde Richard Skelton er zijn neoklassieke indrukken als zuidwestelijke inwoner in Landings op Type.
Vorig jaar nog verklankten ambientmuzikanten Xqui en Dead Voices On Air impressies rond de Yorkshire Dales op het geslaagde Pennine. Dit jaar is er TenHornedBeasts Capra hircus, dat de noordelijke, door hem bewoonde streek bewandelt.
Capra hircus is de soortnaam voor gedomesticeerde geiten, maar Christopher Walton (intussen 20 jaar actief als TenHornedBeast) doelt meer specifiek op de verwilderde exemplaren op en rond de Cheviot heuvels. In die met Schotland gedeelde, oud-vulkanische grenszone, struinen ze al 5000 jaar vrij over desolate toppen en onbeschutte venige plateaus, om alleen na het lammeren even terug te keren naar lagere, vruchtbare valleien.
Vertolkt in zijn eigen heidense termen – geen verrassing voor wie Walton kent sinds zijn werk met occult ambientduo Endvra – zijn die geiten nazaten van Pan de Griekse voorchristelijke god van vee, wildernis en dierlijk instinct. Pan werd gezien als faun, met hoorns en onderlijf van een geit. Dat symboliseerde destijds vruchtbaarheid, lust en veerkracht. In de middeleeuwen – Waltons favoriete tijdperk – zou de geit symbool worden voor hekserij, ontrouw en duivelse zonde.
The Hallowing Of The North opent de streekverkenning, met subtiel over en door elkaar heen schuivende, open chords en drones. De ochtendlijke zon klimt traag mee. De blik glijdt over weidse heuveltoppen, maar jagende wolken dreigen, en een plots opkomende en weer gaande, buiige wind is nooit ver weg in deze natste, meest winderige streek van Engeland. Cup & Ring trekt naar de noordoostelijke Pennines, waar megalieten met kuipvormige instulpingen en concentrische petroglyfen aan het late steentijdperk herinneren. Volgens sommigen verwijzen die cups naar indrukken van duivelse vingers, aannemelijker is dat ze als stenen kelken het in vuur offeren van voedsel, bloemen of aromatische planten in rituele offers toelieten; misschien ook het koken van bloed. De cirkels eromheen verwijzen wellicht naar de zonnewende. Met wat fantasie observeert Walton hier zulke markeerpunten, met drones in loops de gekerfde patronen volgend.
How Pan Healed The Christ trekt die mystiek aandoende lijn door, een gangbare mythe rond Pan en Christus alternatief invullend. Klassiek geldt de dood van Pan als inleidend voor de geboorte van Christus. Voor Walton, en nog anderen die Pan zien als natuurgod, heelde Pan wonden bij Christus, die zo ook kon herrijzen, zoals Pan ook gids zou zijn voor mensen die, via de natuur, wilden of willen reconnecteren met zichzelf en de wereld.
Geen zorg: ook wie niet of minder vatbaar is voor dergelijke associaties, vindt in deze séance van goed 21 minuten een boeiend, immersief spel van dragende synthoscillaties en jagende feedbackloops terug die hij subtiel psychedelisch uitwerkt met slim gebruik van Reason en Cubase. Voor deze ‘macro compositie’ inspireerde Walton zich op een referentie van John Tavener, die ooit stelde dat sacrale muziek een vorm van stilte, of in ieder geval een vorm van diepe rust in zich moet dragen. Ook Walton ziet dat als een zinvol streven in zijn dark ambient en dronemuziek.
One More Leaf daagt meer uit en combineert een gong met een zwaar bewerkte Rhodes piano in feedback. The Hearts Of All Men Dwell In The Same Wilderness – een quote uit Dune – klinkt rauwer, donkerder ook. Er lijkt een bezorgdheid uit te spreken, en da’s misschien niet vreemd in een context waarin ook de Pennines onder druk staan van private exploitatie voor jacht en, sinds de Brexit, verminderde aandacht voor milieuregels. Al wordt er op kleine schaal ook aan rewilding gedaan en met Europese fondsen ook veenland hersteld.
Capra hircus koppelt zo op een vaak intrigerende, toegewijde manier indrukken van een eenzaam grensland aan rituele ambient, met een sprekend gevoel voor tijd en streekeigen mystiek.