Ieper, 1 november 2020. Is er nog een betere plaats, een betere datum, laat staan een beter jaar om een album met de titel Funeral Party And Other Sad Songs aan te kondigen? Vijf dagen later draaien wij die graag door onze boxen!
Vijf jonge kerels met ambitie waagden de sprong om hun eerste album het leven te geven. Gewapend met ambitieuze dromen en een rugzak met invloeden van The Cure, The Libertines en Red Zebra, zetten Thibault Doise (23, gitaar en stem), Florian Broekaert (23, gitaar), Arjo Vanndecasteele (23, bas), Robbe Platteau (18, drum) en Emile De Clercq (22, toetsen) een knappe mix van new wave, postpunk en garagerock neer.
Om die ambitieuze dromen waar te kunnen maken, kreeg Suncreek steun van het initiatief Demo In A Day van de Trix in Antwerpen, waardoor ze in minder dan 10 uur hun acht nummers konden opnemen, met als doel deze ook uit te geven. Deze live-opnames dragen bij tot de ruwe echtheid, die ze hiermee muzikaal uitstralen.
Diepe bastrillingen kenmerken de vrij lange intro van White Noise, waarbij de gitaarlijn een zangstem lijken te vervangen. Even denken we dat het een vrij repetitieve instrumental wordt, tot we de stemmen horen opduiken. Stemmen met de schreeuwerigheid van de jeugd, maar ook met een meer matuur, dieper klinkend timbre dan verwacht.
Caught In Crime klinkt een stuk interessanter dan de opener, met speelse synths en uitdagende zanglijnen. Ook Madison staat stevig, met gruizende snaren en sterk drumwerk. Met de zelfverzekerde vocals die ze daar aan toevoegen klinkt dit knap sterk.
Ieder zijn zin, maar de eerste minuut klinkt Doggy Style nogal saai. Een traag tempo in de intro dat zich maar herhaalt, doet ons bijna afhaken… Het nummer barst echter open tot een uptempo teasing track met tegendraadse ritmes en vrij brutale gitaren, waardoor dit toch een behoorlijk wild nummertje wordt.
Twinkle, twinkle, elektronisch gerinkel opent Bars In The Door. Onze favoriet op het album omdat het voorzien is van knap gevarieerde laagjes elektronica én gevuld is met zwevende weemoed, maar evengoed met pittige kracht in drums, bas en gitaar.
The Only Thing We Knew laat een knappe kant van zanger Doise horen, wanneer hij zich melancholisch zingend laat horen in de strofes. Hij kan een emotionaliteit uitdrukken die weemoedig is, zonder een seconde meelijwekkend te klinken. In Die Like A Loner neemt zijn stem meer theatraliteit aan, waar we niet zo’n fan van zijn. Psychedelische gitaarsounds vrolijken het nummer, waar de herhalende basnoten te sterk aanwezig lijken, op.
Funeral Party is op zich een sterk nummer, maar doet ons beseffen waarom deze plaat goed is, maar ons tegelijk toch ook niet overdondert. We kregen iets te horen dat erg veel op The Cure lijkt, maar minder sterk aan mekaar hangt. Die eigen sound is er nog niet, maar laat ons eerlijk zijn, een band kan nooit té veel op The Cure lijken, toch?
Funeral Party and Other Sad Songs is digitaal beschikbaar op de streamingplatforms.