Brusselse spierballenmuziek, dat is Stakattak. Het trashpoptrio bestaande uit Lotte Beckwé, Thijs Beckwé en Nick Defour brengt na de 7 inch, hun eerste langspeler uit No Exit. Nu ja langspeler is misschien niet het juiste woord want het album telt 18 songs met een gemiddelde duur van 1 minuut en dertig seconden. Agressieve rauwe power muziek die we best wel kunnen smaken en waar een lekkere hoek af is.
Noiserock met een vrouwelijke touch, we kunnen het alleen maar toejuichen. Lotte staat niet alleen in voor het gitaarwerk maar ook voor het steviger en ritmischer vocale werk. Dat is te horen in The Zoo, complete one minute madness met een refrein dat ons doet heupwiegen.
Het vocale samenspel met Nick werkt goed, Structure en Goldsucker zijn daar heel mooie voorbeelden van. Dat is niet zomaar de zoveelste noiserockband, Stakattak heeft het glinsterende en subtiele in hun dynamische songs. Een mooie wisselwerking die je oren zowaar af en toe verpulveren. Wie ooit een handleiding nodig heeft om Eskimo te worden luistert best gewoon naar Eskimo Shit Knife. Een nummer waar zelfs nog een vibrato intermezzo aan te pas komt. Bij het horen van Sitting In The Sea krijgen we zowaar een romantische bui afgewisseld met een golvende opstoot.
No Exit is een album met vooral verleidende songs die allemaal wel een bepaald thema behandelen. De lyrics lijken soms absurd en doelloos, maar schijn bedriegt. Eindigen doen ze met Monday Working een kleine aanklacht tegen de wekelijkse sleur die op zaterdag en zondag onderbroken wordt door te dansen. Zoals het album, kort maar krachtig.
Willen we Stakattak live zien, absoluut, hoe sneller hoe beter. De lieve, agressieve en dynamische life performance willen we voor geen geld van de wereld missen. Voorlopig moeten we ons troosten met No Exit, een meer dan waardig alternatief in deze bizarre tijden.