Meestal zijn we op onze hoede als we een band voorgeschoteld krijgen met leden afkomstig uit andere, bekende bands. Dat soort groepen wordt meestal omschreven als een “superband” en als die dan nog eens afkomstig zijn van het VK dan weten we dat het vaak om een hype gaat. In het geval van Sea Fever dachten we dat we dat in het eerste geval ook. Toen we de muziek beluisterden waren we echter serieus onder de indruk.
Deze band bestaat namelijk uit zanger/gitarist Iwan Gronow die deel uitmaakt van de begeleidingsband van Johnny Marr, zangeres en keyboardspeelster Beth Cassidy (dochter van Larry Cassidy en Jenny Ross van Section 25 en ook lid van de band), bassist Tom Chapman die Peter Hook vervangt bij New Order, gitarist Philip Cunnigham die sinds 2001 ook lid is van New Order en drummer Eliot Barlow die deel uitmaakt van Brix & The Extricated (met leden van The Fall) en Shadowparty (met leden van New Order en Devo). Als je met zo’n lijstje afkomt dan denken we ineens aan een soort van postpunk reünie, maar het valt allemaal best mee.
Sea Fever heeft een eigen geluid waar wel wat echo’s in terug te vinden zijn van New Order. Maar Gronow en Cassidy kunnen veel beter toon houden dan Bernard Summer dus op dat punt gaat de vergelijking niet op. Nee, deze band klinkt heel eigentijds en brengt een mooie smeltkroes van indierock en elektronica waar we hier en daar een Hooky-baslijn in horen.
Naar het schijnt zou dit vijftal al een tijdje samen willen werken en is het er nu eindelijk van gekomen. Als je het album hoort, vullen ze elkaar perfect aan met prachtige melodieën en catchy songs die we verzichtig kunnen categoriseren als Britpop.
Hopelijk is Sea Fever geen éénmalig project. Het klinkt allemaal te goed om dit stop te zetten na één album.