Iedere artiest heeft wel vroeg of laat een break-up plaat die er uit gutst, of je nu Dylan, Fleetwood Mac, of gewoon bescheiden Dana Margolin van Porridge Radio heet. De in Brighton gevestigde Britse indieband houdt het op zijn vierde plaat opvallend ongepolijst. Producer Dom Monks (o.a. engineer voor Big Thief) hield het geluid erg naturel. De intense allen-in-één-kamer aanpak van de band droeg daar ongetwijfeld nog meer toe bij.
De emotie valt vanaf de opener niet te ontkennen. Dana Margolin verbergt de wanhoop noch de snik in haar stem en vertolking. I Don’t Want To Know Anybody Else is een statement van jewelste: met deze liefde is het verhaal helemaal over. De herhaling in de teksten maakt de track tragisch intens.
Single A Hole In The Ground ligt in dezelfde lijn en in Lavender, Raspberries is er van bloemetjes of besjes helemaal geen sprake: “I have the urge to jump off the balcony, land with a splash, …” Het nummer van de zelfmoordlijn, dat kent u onderhand wel door naar de afkondiging van Thuis te kijken.
Niet alles op de plaat is echter zo direct, rauw en donker. God Of Everything Else is gewoon bloedstollend en meeslepend mooi als een boottochtje op een kalme zee. Een hoogtepunt. Sleeptalker begint ingetogen en zwelt aan. You Will Come Home verrast met een krachtige a-capella folkbridge.
Wednesday klinkt uitgepuurd, trompetje nog aan toe, tot het ontaardt in finale met de gitaar op overdrive en feedback. In A Dream I’m A Painting (‘and you’re looking at me’) is een koortsdroom waar de band die aan het eind de ijlende zang van Margolin schraagt. I Got Lost heeft veel open ruimte tussen de akoestische gitaar en de synth waar ook nog een trompet inpast.
Pieces Of Heaven is nog een hoogtepunt op de plaat. Een trage track met een tekst die gezongen wordt zonder pauzes tussen de zinnen, Berninger frasering, zeg maar. De muziek is subtiel: Dana Margolin leert ook met minder theater effect te behalen. De kilometers van de frontvrouw en de band lonen hier duidelijk.
Sick Of The Blues, in een akkoordenprogressie die aan de jaren negentig doet denken, laat de luisteraar met hoop achter: ‘I’m in love with my life again, gonna give in to everything.’ En een jazzy trompet laat je met een goed gevoel achter, ondanks alles. Mooie arty foto op de hoes, trouwens. Deze oprechte plaat belooft live veel goeds van een band die gespaard blijft van de overmoed en attitude van zovele macho – Britse – bands. Het charisma van frontvrouw Dana Margolin valt integraal te ontdekken in de Botanique op 3 december.