Placebo heeft – 9 jaar na Loud Like Love – haar achtste plaat uit. Meer dan een kwarteeuw geleden kwam de neppil (want dat is dus wat bedoeld wordt met het placebo-effect) als een ultra boeiende rockband tot leven. De in Luxemburg geboren Brian Molko (zanger/gitarist) en de Zweed Stefan Olsdal (basgitaar) vielen in die tijd zelfs in de gratie van ene David Bowie, dat was toen terecht.
Of Bowie nu nog lyrisch zou worden van Never Let Me Go, want zo heet de nieuwe plaat, is zelfs geen vraag. Het antwoord zou ook gewoon een krachtige ‘nope’ zijn. De platenfirma schrijft nochtans ‘Placebo are on fire again’. Het label heeft prut in de oren vrezen we. We schrijven dit nochtans als rabiate Placebo-fans van het eerste uur. Spoiler alert. Lees tot het einde (the bitter end). Het is een plaat geworden die verhaaltjes brengt rond onverdraagzaamheid in het post-pandemie-wereldje van vandaag (nuja ‘post’ precies) en de niet meer af te wenden ecologische ramp die de aarde nekt.
Molko was ontevreden over het commercieel uitgemolken karakter van hun recente 5 jaar aanslepende greatest hits tour en wilde een plaat maken over de pijnen in de wereld anno 2022. De plaat klinkt echter helemaal niet pijnlijk of ligt niet zwaar op de hand, het is eerder een vederlicht vehikel, een placebo zeg maar.
De band werd een soort molensteen rond hun nek. Ze besloten toch met hun tweetjes door te gaan. De plaat opent alvast veelbelovend met een tegen elkaar opboksende overstuurde percussie en ritmegitaar in Forever Chemicals. De spanning ebt weg in een brave strofe maar keert wel terug in een heel herkenbaar refrein. Best wel een overtuigende start.
Euforische stadionrock – waar het duo absolute grootmeesters in zijn – is ons deel in Beautiful James. We horen het beproefde recept met zware elektro en dito gitaren. “The silence in your eyes is far too rare to give away, and it’s exactly why I stay.” Dit lijkt over liefde te gaan, maar met Molko weet je maar nooit.
Hugz vormt een knipoog naar de sterke eerste platen en de ermee gepaard gaande nijdigheid en frustratie. Rechttoe rechtaan punkrock zoals we ze graag ingelepeld krijgen. “A hug is just another way of hiding your face”. Happy Birthday In The Sky is de eerste heuse topper op deze plaat. Het nummer start met een midtempo achteloze gitaar en een ode aan overleden geliefden maar wordt een shoegaze-eruptie op hoog niveau. “Give me my medicine” klinkt pakkend en intriest als outro.
Wat een contrast met de strijkers die The Prodigal openen. We waren geneigd te denken “wat doen ze nu?”, maar we werden koud gepakt in onze gedachtegang. Een verrassend poppy nummer en op het moment dat we dachten, voortspoelen die troep, komt Molko daar met een onwezenlijk straffe melodie aanzetten. Wie weet de beste ooit. Euforisch en orkestraal. Geen ruimte voor depressie maar alleen blije gezichten, aanstekers in de lucht. Uiteraard dekt hier de vlag evenmin de lading want ook dit is een luchtig verpakte zwartgallige tekst. Maar Molko biedt troost: “Today no tombstone, no goodbyes. My soul is full”. Sterk, héél sterk.
Surrounded By Spies opent mysterieus en gaat over paranoia. De op hol geslagen drums lijken weggelopen uit een drum-‘n-bass remise van Roni Size. Een klassieker hyperkinetisch nummer dat toch weer uit een ander vaatje tapt. Een ode aan de dreigende apocalyps, want we verzuimen de wereld te redden, brengen Molko en Olsdal in het heel ‘meeneuriebare’ Try Better Next Time. Toch iets te veel jaren ’00 herkauwing hier dienen we fijntjes op te merken.
Halverwege de plaat wordt ingezet op meezingers, zoveel is wel duidelijk. Tijd voor energieke gitaren en een stuwende basgroove hoewel Sad White Reggae erg braafjes inzet. “There’s no one else to blame. Collapse into never”. Het furieuze slot verzoent ons echter met deze song. De ‘monkey mind’ van Molko is echter ontketend want Twin Demons etaleert good old Placebo-vibes. Ook hier weer niet origineel maar wel doeltreffend. Het gaat tekstmatig over depressies en verslavingen en klinkt melodisch behoorlijk Kings Of Leon. We moeten ze het nageven, een puike song.
Placebo en postpunk, kan het? Het kan zomaar. Chemtrails bewijst het. “I’m gonna find another Island. Get the fuck out of here. I’m sentimental and violent“. Of hoe Molko op zijn manier met de Brexit afrekent. We horen hier de gitaar van Thurston Moore en worden toch meegesleept in deze melodisch sterk opgebouwde gitaarsong. Vers hoogtepunt!
De pianoballad This Is What You Wanted is best erg aangrijpend maar komt hier wat ongelukkig achter een paar rockers aangehinkt. Molko vraagt iedereen in de spiegel te kijken en niet zomaar de schuld op anderen af te wentelen. Deze song past dan wel weer naadloos bij het ingetogen Went Missing, een cursus overleven in relaties in een poel van verderf. Een parlando Molko met een verrassend lage stem haalt hier weer 8 op 10 op de schaal van verrassing en noopt ons tot deze conclusie.
Placebo blijkt ons een plaat lang te verrassen met volwassen bedaarde maar melodisch aantrekkelijke songs. De razernij en muzikale pletwals zijn niet meer, de kwaliteit om hoogstaande melodische parels te schrijven is gelukkig intact gebleven. En zo schrijven we geschiedenis door in onze epiloog onze eigen proloog lineair af te schrijven.
‘On fire’ is zwaar uitgedrukt, maar Placebo staat er nog steeds. Hoogtijd dan ook om de geweldige slotsong Fix Yourself te beluisteren. Placebo doet hier een succesvol Depeche Mode’je, met een wel heel Robert Smith-achtige gitaarsolo middenin. “Go fix yourself instead of someone else”. Dit is duidelijk. De break in het slot is ook geweldig gevonden. Zichzelf succesvol heruitvinden is alleen een gave die grote bands bezitten, Placebo doet het hier met Never Let Me Go. Alle grote platen worden beter na een reeks luisterbeurten, maar zelfs een melodische Placebo slaagt feilloos in dit opzet. TW Classic zal er graag garen bij spinnen op 25 juni. Het zal er rap zijn.