We wisten het zelf niet eens (of wat dacht je?), maar op Wikipedia staat te lezen dat een zwarte zwaan wordt gekenmerkt wordt door zijn klagende, trompetterende roep tijdens de nachtelijke vluchten. Van trompetgeschal is op de tweede plaat van de Leuvense band Pilod weinig sprake, maar de gitaren klagen heerlijk. Een blik op hun Facebook leert ons dat dit trio verzot is op bands als Low en Karate. Inderdaad, invloeden die je na een paar minuten door hebt. Pilod is dus, jawel, een slowcoreband, hoewel de stem van Frédéric Barvoets (wellicht door de agressie ervan) je steeds maar aan Frank Black doet denken.
De opvolger van Sunny Forecast die drie jaar geleden uitkwam is zeker geen gemakkelijke plaat. Net zoals bij zo vele slowcoreplaten haal je eerst de schouders op, maar het “wat is dit nu weer?”-gevoel vervaagt na een paar draaibeurten. Meer zelfs, deze in eigen beheer opgenomen cd mag gerust pronken naast de grote voorbeelden. De bas van Christophe Vandewoude (ja, die van Isbells) laat zich steeds horen, de drums van Geert Luyts houden alles in een ritmisch perfect gesmeerd geheel, terwijl Frédérics stem vanaf de trage opener (maar zoals alle Pilod-songs nadien opbouwend) Lion Ego aangeeft dat dit een cd is die geregeld in de cd-speler zal belanden.
Echt origineel kun je Pilod niet echt noemen (je hoort er alles in, van Pavement tot Swans), en het klinkt wel allemaal zeer jaren 90, toch is dit stijlvolle indie die niet teert op het schrijven van een vlot radiohitje. Muziek die tijd nodig heeft en je weet te omarmen als een trouwe vriend. Eigenlijk zouden fans van bands als Red House Painters, Reiziger of pakweg American Music Club (als je je die nog herinnert) nu al moeten beginnen watertanden.