Martha da Rossa Canga Antonio verschijnt in vele vormen. In de bioscoop was ze te zien in Black, in het theater in De Wereld Redden met Pieter en Johannes Genard en op concertpodia eerst met haar groep Soul’Art, nu gewoon als Martha Da’ro. Eerder dit jaar bracht ze een eerste ep uit Cheap Wine & Paris. Het klinkt als de samenvatting van een millennialvakantie, maar het zijn vijf nummers vol eerlijkheid, soul, elektronica en zwoele sfeer.
Opener Ayuwe is meteen een voltreffer. Het is even wennen aan Martha’s unieke timbre: moeiteloos gaat ze van een hoog register over soulvolle mijmeringen naar stevige uitvliegers. Eens je dit gewoon bent en je laat meeslepen in het verhaal dat ze vertelt, word je beloond met opwindende beats en een openhartige tekst. “I’m not gonna lie: I still smoke my cigarettes in the morning”, zingt Martha voor een geliefde van lang geleden.
“Shut the fuck up, yeah” klinkt het op STFU, met haar schattige stem klinkt dat niet helemaal geloofwaardig, hoe sterk de muziek ook opgebouwd is. Trippin sleurt ons mee door de nacht: verdwalen voelde nog nooit zo zalig aan. Tegelijk betoont Martha eer aan haar Angolese roots. Let Me is een collage van flarden en snippers waarin Martha telkens haar talenten tentoonspreidt. Hoe ze met zware stem “Let me dream a little dream for me” zingt, dat willen we uitknippen en boven ons bed hangen.
“I know I’ve been a fool for letting you go”, opent Martha’s stem afsluiter Fool. Dat hebben we al zo vaak gehoord in de muziekgeschiedenis, maar Martha maakt er iets moois van. De beats klinken dromerig en zowaar zonnig, een soulkoor uit de jaren zestig echoot “Such a fool, baby” en Martha begint met haar hoge parlando om toch te eindigen als een jazzzangeres in een rokerige nachtclub uit een onverslijtbare romantische film. We’ll always have Paris en goedkope wijn, zo is tenslotte het leven.