Door: Stefaan Tubex
Lieven Tavernier levert met zijn nieuwe plaat Verloren In De Tijd een juweeltje af. Op zijn 73e is de Gentse Leonard Cohen productiever dan ooit. Zo brengt hij deze maand samen met de nieuwe plaat ook de verhalenbundel ’t Lieverdje uit. Het mooie aan de songs van Lieven is dat ze voor iedereen uiterst herkenbaar en tastbaar zijn. Als luisteraar weet je niet of de nummers volledig autobiografisch zijn, maar je voelt wel dat ze heel dicht bij hemzelf liggen. Net daardoor zijn nummers als De Eerste Sneeuw en De Fanfare Van Honger En Dorst, bekend in de versies van Jan De Wilde maar van de hand van Lieven Tavernier, zo’n populaire liedjes geworden.
Laat Mij De Liefste Zijn is de eerste single. Het is een schijnbaar opgewekt nummer over weten dat je altijd mag dromen en binnen kan gaan waar je vrienden zijn. Net als je vrolijk begint mee te neuriën, besef je dat het nummer eigenlijk gaat over afscheid nemen van het leven en het terugzien van gestorven vrienden.
Met zijn guitige fonkel ogen en subtiele monkel lach zit Lieven nog boordevol muzikale plannen. Zo werkt hij aan een intieme plaat met Les Dames Tavernier. Dit zijn drie violistes die hij eigenhandig omgetoverd heeft tot zijn persoonlijke Webb sisters. Daarnaast hoopt hij een uitgepuurde plaat op te nemen in de stijl van de American Recording albums van Johnny Cash. Verder wil hij nog liedjes in zijn geliefde Gents uitbrengen en ook songs voor anderen blijven schrijven.
Ondanks de bruisende plannen, merk je dat het thema dood heel aanwezig is op deze plaat. Zo komt het ook terug op liedjes als Als Je Niet Naar Me Kijkt, Lang Verloren Vriend, Ophaalbrug en Julien. Gelukkig voelt de boodschap altijd troostend en geruststellend aan. De titel en zinsnede ‘Laat mij de liefste zijn’ is trouwens een ode aan een dichtregel van W.H. Auden ‘If equal affection cannot be, let me be the more loving one’. In deze fase van zijn leven hoeft hij niet meer zozeer graag gezien te worden, maar wil hij vooral zelf graag zien en oog hebben voor anderen.
De plaat heeft een heel mooi evenwicht tussen meer up tempo liedjes en meer intimistische nummers. De songs zijn bijzonder smaakvol en sober ingekleurd door producer Yves Meersschaert. Liedjes van Lieven Tavernier bevatten een grote dosis stilte, waardoor je net iets beter de essentie voelt. Het is dan ook knap hoe de begeleidende instrumentatie van Maarten Flamand (gitaar, dobro), David Geboers (percussie), Philippe Thuriot (accordeon), Gijs Hollebosch (multi-instrumentalist), Klaas Delvaux (bas) en Yves Meerschaert (piano en orgels) de songs als een warm deken omarmen zonder zich ook maar ergens op te dringen.
Ondanks zijn zachtaardig karakter voel je in twee nummers toch een serieuze kwaadheid. Een kwaadheid die je volgens Lieven te weinig hoort in de hedendaagse muziek. Enkel in Nederlandstalige hiphop zoals deze van zijn zoon Froze, luister maar eens naar Lang Leve België, hoort hij nog jongeren die raak formulerend op de barricaden durven te staan. In Eens Breken De Dijken komt de kwaadheid het meest prominent naar voren. Zonder namen te noemen geeft hij een sneer naar diegenen die zich vastklampen aan de macht zonder ook maar enige daadkracht en ambitie om zaken ten goede te veranderen. Vreemdeling is subtieler. Hierin geeft hij aan dat iedereen uiteindelijk toch altijd een beetje een vreemdeling blijft ten opzichte van elkaar, en drukt hij indirect zijn spijt uit dat we geen betere antwoorden vinden in het omgaan met migratie en nieuwkomers.
Naast de dood blijft ook het thema kameraadschap een rode draad in dit album. Net zoals in De Fanfare Van Honger En Dorst ademen songs als Eerste lief, Lang Verloren Vriend en Verloren In De Tijd dit thema uit. Hij blikt dan ook graag terug op die tijd rond de studentenperiode waarin je onbewust een soort eeuwige vriendschap, genegenheid en band voor het leven opbouwt. Een ander prominent thema is natuurlijk de liefde of verliefdheid in nummers als Als Je Niet Naar Me Kijkt, De Eerste, Eerste Lief en Verloren In De Tijd. En als de liefde over gaat, dan kan je als luisteraar nergens beter zitten dan bij singer-songwriter Lieven Tavernier.
Elke song op de plaat is heel schoon, maar als we dan toch onze persoonlijke favorieten naar voren schuiven dan hebben we een bijzondere liefde voor Als Je Niet Naar Me Kijkt, Julien en Lucy In Groningen. Als Je Niet Naar Me Kijkt is een wondermooi nummer over elkaar graag zien zolang je de aandacht voelt van de andere. Julien is een liedje dat hij na 40 jaar eindelijk afgewerkt heeft. Hij had er ooit bijna het humorfestival in Knokke-Heist mee gewonnen, tot een juryvoorzitter van een katholieke zuil oordeelde dat de tekst toch echt niet door de beugel kon.
Vandaag is over je eigen levenseinde beslissen gelukkig minder controversieel, maar toch voel je dat de tekst nog even actueel is. Menslievend omgaan met oud worden, dat blijft iets waar onze maatschappij het moeilijk mee heeft. Een laatste pareltje is Lucy In Groningen. Ook dit nummer lag al een tijdje onafgewerkt in zijn schuif, en we mogen heel blij zijn dat hij het terug opgepikt en opgeblonken heeft om het op plaat te zetten. Het is een heel intiem liedje met prachtige zinnen zoals ‘ik hoor dat je de spoken van vroeger voorgoed hebt verjaagd, maar spoken kennen geen rust, spoken kennen geen slaap’. Met het prachtige Indische harmonium als enige begeleiding ademt het geheel de stijl uit van de uitgepuurde American Recordings van Johnny Cash.
Zijn zoon Fritz Tavernier, de muzikant Froze, had in een recent interview aangegeven voortaan alleen nog de beste versie van zichzelf te willen zijn. Lieven was bijzonder gecharmeerd door deze uitspraak en zienswijze. Hij vond dit ook heel toepasselijk voor hemzelf. We zijn dan ook heel verheugd met deze plaat waarin hij opnieuw bewijst de allerbeste versie van Lieven Tavernier te zijn.