Laurence Pike is niet geboren met twee linkerhanden. Niet aan de drums, en ook niet bij het schrijven van composities voor elektronica, percussie en zang door een kamerkoor. Want dat deed hij voor The Undreamt-of Centre, waarmee hij het muzikale concept van een dodenmis wilde updaten. Een eerder idee dat vorm kreeg na het overlijden van zijn schoonvader in 2021.
Het thema van de dodenmis gaat terug tot de tweede eeuw; het oudste liturgisch document daarover dateert uit de zevende eeuw. Er zijn sindsdien duizenden varianten gecomponeerd, maar zelden met drums erbij. Met een cv met daarop alternatieve rockbands Liars en PVT, het ontbonden jazzy Triosk en eigen vrije stijloefeningen bij Leaf – een label dat vanouds plaats liet kruisbestuivingen met neoklassiek – hoefde Pike’s ambitie in die zin dan ook niet helemaal te verbazen.
In Introit – het intredelied – heft het uit het Vox Sidney Philharmonic Choir geselecteerde, twaalfstemmige kamerkoor aan, met mannelijke bassen als drager en vrouwelijke stemmen in emotionele uithalen. Drums schragen het stuk vanaf halfweg als in trance, tegelijk beheerst, alsof ze nog even connecteren met een vermeende aardse aanwezigheid van de betreurde. Orpheus In The Underworld biedt meer open percussie, de stemmen klinken gelatener, het onherroepelijke wordt niet uitgedaagd. Dat deed Orpheus volgens het mythologisch verhaal van Ovidius en Vergilius wel. Als ideale zanger verzocht hij Hades, heerser over de doden, tot hereniging met de door hem aanbeden nimf Eurydice. Dat zou mislukken, door zijn omkijken naar haar op de weg naar het zonlicht, tegen de voorwaarde in. In zijn magisch aangetrokken zijn, zou je de roeping tot de onzichtbare wereld na de dood kunnen zien, binnen de pijn van het afscheid. Wie recent nog iemand van betekenis moest loslaten, weet hoe sterk de beleving kan zijn. Iemand nog bijna tastbaar te voelen in die overgangsfase, en te willen vasthouden aan wat gedeeld werd, terwijl deze er niet meer is en alles herinnering moet worden.
De titel van de plaat refereert aan één van Rilke’s sonnetten aan Orpheus. Voor Pike is het van belang dat de mens zich verzoent met de grenzen van leven en dood, omgeving en universum. Zonder daarmee muzikaal conservatief te zijn – integendeel: als improvisator zocht hij juist manieren om muzikaal te transformeren. Voor Mountains Of The Heart bijvoorbeeld liet hij houtgesneden slagwerk maken met elk een eigen toonhoogte, om ze vervolgens hoofdzakelijk atonaal te bespelen, in combinatie met klassiekere drums. Ook in Universal Forces, geheel vrij en expressief gespeeld, spreekt een jazzy impro feel zonder stijlfiguren, als om aan wie een door hem gecomponeerde dodenmis bijwoont, alle vrijheid te geven hoe dat kan gebeuren.
Het titelnummer voert wat boeddhistisch aanvoelende patronen in, het stemwerk in Requiem aeternum doet, los van drums en elektronica, denken aan werk van Tõnu Kõrvits, een Estse, door blues, soul en avontuurlijke pop beïnvloede modern-klassieke componist.
Misschien wel het mooiste op deze plaat spreekt uit de Korg Wavestation aan het begin van het besluitende All Is Distance. Alsof balans is gevonden tussen gloedvolle aardse melancholie en een stil verlangen naar een hoger hiernamaals.
Facebook – Instagram – Website