Jean De Lacoste is een Gentse klanktovenaar en gitarist die hier muzikaal in de clinch gaat met de Nederlander Rutger Zuydervelt, die de liefhebbers wel zullen kennen onder z’n alias Machinefabriek.
Zuydervelt opereert graag op z’n eentje maar collaboreert ook geregeld, zoals op z’n Pulses & Places-plaat met de Italiaanse drummer en componist Andrea Belfi. Dat het dus weer een experimentele sonore zoektocht zal zijn, spreekt voor zich. Ook de titel laat dat vermoeden. Scrambling heeft twee betekenissen: klauteren over rotsen en het vervormen van radioboodschappen. Beiden zijn van toepassing op de acht Scramblings op dit album.
De elementen die de twee heren gebruiken zijn elektronica, veldopnames en gitaar die klanktapijten weven met vaak – inderdaad – radiogekraak. Kleine stoorzendertjes in een oase van rust. Om de titel nog meer kracht bij te zetten horen we ook geregeld walkie talkie-stemmen doorheen de mijmerende soundscapes. Op Scrambling 3 wordt het palet nog uitgebreid met de wijdse cello van Francesco Guerri en Scrambling 8 bevat na de irritante pieptoon, dan toch nog eens even een normaal betokkelde gitaar en komt zodoende in het vaarwater van Jannes Lathuys prachtplaatje Cabin Fever Dream.
Deze Scramblings kan ook op ons goedkeurend gespin rekenen.