INDOCHINE- Brussel, Paleis 12 03/11/2018
Met glitterconfetti besprenkeld worden. Het hoeft eerlijk gezegd niet voor ons, het is eerder iets wat we met Kraantje Pappie associëren. Je weet wel onkunde camoufleren door er zogenaamd een feestje van te maken. Wel, is er één band waarvoor we wel graag een uitzondering maken: Indochine.
Grappig hoe je om de haverklap Vlamingen hoort vragen of deze Franse supergroep nog bestaat. Ja dus, en wat meer is: hoewel onbemind in Vlaanderen, in Wallonië of Frankrijk nog altijd supersterren van het allerhoogste niveau.
Eerder dit jaar slaagden ze erin om in een paar minuten Paleis 12 tweemaal uit te verkopen, een stunt waar ze amper een half jaar later weeral in geslaagd zijn. Indochine is big, en vooral een 80’s-band die nooit irrelevant is geweest.
Integendeel, de flamboyante frontman Nicolas Sirkis laat in het midden van het optreden wel vallen dat er niet veel is veranderd, behalve die rimpels misschien. Maar toch, hoewel Sirkis het enige originele lid is (zijn broer Stéphane overleed in 1999 aan hepatitis C) ging de band steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen.
Niet dat Indochine zichzelf iedere keer heruitvond, daar is de Indochine-sound iets te vertrouwd voor, wel probeerden ze ieder album beter te maken. Smaken verschillen, maar feiten zijn feiten: hun meest recente plaat 13 is de beste die ze hebben uitgebracht. Het werd in Brussel dan ook een optreden, die op de gebruikelijke medley na, het verleden oversloeg en de uitzinnige fans liet zien dat Indochine nog steeds die ene speciale groep is…
The sky is the limit moeten ze bij Indochine hebben gedacht, want het visuele spektakel dat bij de 13 Tour past is er eentje waar een normale sterveling met open mond naar staat te kijken.
Het podium is niet alleen verlengd met allerlei catwalks waardoor Sirkis van de ene kant naar de andere huppelt, ook is er aan het plafond een gigantische scherm bevestigd waardoor het lijkt alsof je alles bekijkt van een ruimteschip. Alvorens de sterren het podium betreden worden we meegezogen door een trip in de ruimte.
Beelden van meteorieten vliegen ons om de oren en op het moment van de big bang ontploft de zaal met Black Sky, net zoals ze dat op het album doen. Partir vers d’autres galaxies et un peu d’espoir. Die hoop heet Indochine, want voor wie het niet beseft: Indochine is meer dan een band, het is bijna een levensstijl.
Voor wie het zich afvraagt, de show was bijna krak dezelfde als deze van zes maanden gelden. Op Rose Song na dat voor het eerst sinds 2003 opnieuw de set haalde. Sirkis paradeerde dat het geen naam had, liet zich van alle kanten bepotelen en kreeg de ene Belgische vlag (geen haan) na de andere in de hand gestopt. De Indochine-zinger weet maar al te goed dat hij het publiek in zijn macht heeft. Tijdens Station 13 (Je me raccroche à qui? Tous mes heros sont morts) zien we wel beelden van Bowie en Reed, maar Sirkis weet maar al te goed dat hij voor zijn fans zelf een Bowie is.
De confetti is er wel, maar Indochine schudt je ook wakker. De vlaggen op A L’Assauthekelen het opduikende ziekmakende nationalisme, Trump Le Monde heeft een titel die voor zich spreekt, terwijl we op Henry Darger 13 kinderen zien die ons aanstaren met een arrogante blik. De kinderen van de toekomst? De kinderen die later de wereld nog meer naar de dieperik zullen doen zakken, of is hun blik er één van woede omdat een generatie weigert om over hun toekomst te denken? Comme des garçons, tout ça n’est pas de notre faute.
Hoogtepunten genoeg : het akoestische La Vie Est Belle dat luidskeels door de zaal wordt meegezongen, Tes Yeux Noirs waarbij Nicolas zoals steeds een rondje door het publiek wandelt, het ronduit aangrijpende Kimono Dans L’Ambulance (die clip!), Gloriamet op het scherm Asia Argento die in duet gaat met Sirkis, Salômbo of misschien het mooiste van de avond: afsluiter Karma Girls.
Sirkis en zijn groep lacht op het einde van de set. Hij weet dat de volgende dag hem alweer een uitverkochte arena wacht en niets ziet ernaar uit dat dit in de toekomst zal veranderen. Indochine is Indochine.