Het einde van Dadaist Tapes is stilaan in zicht. Met deze nieuwste tape van gitarist Hal Lambert levert het Geelse label hun voorlaatste wapenfeit af alvorens er, na 18 releases, met Floating Bodies definitief de stekker uit te trekken.
De cassette, waarvan de 25 geproduceerde exemplaren overigens al geruime tijd de deur uit zijn, bevat twee tracks goed voor een dik half uur aan muziek. De titel vraag je? Die is er niet, en mag je bijgevolg naar eigen goeddunken invullen.
De A-kant is gereserveerd voor Dug Into A Bardo. Droge, sprankelende gitaar met een melancholische ondertoon regeert bij aanvang van de compositie. Herhaling, aan de hand van vertraagde arpeggio’s, lijkt de essentie te vormen van de track. Al worden de voorgenoemde arpeggio’s al snel bijgestaan door een pseudo-orgelgeluid. En meteen wordt hierdoor, naast een mooi contrast bij de arpeggio’s, ook een zekere volheid gecreëerd in de compositie.
Het is op dit moment dat Dug Into A Bardo ook een gevoel van rust over ons laat neerdalen. Naarmate de track vordert, lijkt het geluid op de achtergrond meer aan te zwellen. Ook voegt Lambert experimentele percussie aan het geheel toe die hij naar alle waarschijnlijkheid met behulp van zijn gitaar creëerde.
Waar de compositie eens rustgevend en ontspannen was, lijkt de sfeer stilaan om te slaan in agressie. De arpeggio’s die bij aanvang van Dug Into A Bardo hoorbaar waren, blijven gewoon doorgaan. Het ontspannen orgelgeluid ruimt echter plaats voor pure oversturing. De voorgenoemde oversturing blijft, naar mate het geheel vordert, aan agressie en dominantie winnen en de arpeggio’s worden dan ook zonder veel poespas naar de achtergrond verdreven.
Mid en hoge overstuurde tonen lijken zich in een poging tot continuïteit meester te maken van de compositie. Een muur van geluid dient zich aan en we maken dan ook af en toe de reflectie met het muzikale geweld van A Place To Bury Strangers.
Vanaf minuut 16 is er een duidelijke kentering in het geheel. Het geluid wordt een pak hoekiger en door het gebruik van delay lijkt het wel alsof Lambert constant op de kill switch van zijn gitaar aan het duwen is.
Wat vervolgens gebeurt, hadden we in de verste verte niet zien aankomen. Het geluid gaat de hoogte in en in de verte horen we rock-’n-roll de kop opsteken. We horen een nummer dat sterk gelijkt op No Particular Place To Go van wijlen Chuck Berry. Al produceert de rock-’n-roll klassieker een bijzonder scherp en metaalachtig geluid geflankeerd door een lijn van zachte ruis.
Na dit korte intermezzo voelen we opnieuw de sfeer van bij het begin van Dug Into A Bardo weerkeren, al is het dit keer een pak agressiever. En toch is het wederom een gevoel van melancholie dat ons bekruipt bij het einde van deze A-kant. Een bijzonder rijke reis deze Dug Into A Bardo.
“This Is A Phonecall From A Ruin!”, schreeuwde Mauro Pawlowski op het debuut van zijn Gruppo Di Pawlowski. En hoewel er op B-kant Outcast Animals Find A New Home With van zang geen sprake is, is het eclectische instrumentarium qua sfeer wel bijzonder gelijkend.
Hyperactieve percussie wordt gecombineerd met een dikke, overstuurde gitaar. Verder schenkt Lambert ook aandacht aan het creëren van feedback en lijkt tijdens dat proces wederom vlijtig gebruik te maken van een kill switch.
Het is al snel duidelijk dat Outcast Animals Find A New Home With een pak agressiever is dan zijn voorganger. Bij momenten doet het geheel ons wat aan Jimi Hendrix himself denken qua agressie, al zien we bij de bespeelde instrumenten geen vermelding van burning guitar.
Rond minuut 3 is er een abrupt einde en wordt de opgebouwde agressie stilgelegd. Een tweede deel van de compositie gaat van start. Bij aanvang lijkt het wel alsof er gebruik gemaakt wordt van klankschalen. Qua gevoel doet het ons bij momenten dan ook wat denken aan de start van het Eulogy van Tool.
Ook in dit tweede deel bouwt Lambert met behulp van gastmuzikant Mitchell Mobley aan een muur van geluid. Midtonen maken zich meester van de compositie aan de hand van een dikke, aanhoudende gitaarlijn. Naast de continuïteit van de gitaar wordt er aan de hand van drukke percussie voldoende variatie voorzien om het geheel interessant te houden.
Naarmate de track vordert moeten we meer en meer aan Swans denken. De herhaling werkt, bij momenten, dan ook echt bezwerend.
In aanloop naar het einde van de compositie zwakt de dikke gitaarlijn langzaam af om tenslotte enkel nog maar in feedback te eindigen.
Zelfs met deze voorlaatste cassette weet Dadaist Tapes na 17 releases nog steeds verrassend uit de hoek te komen en dat is absoluut geen evidentie. En meteen is dat ook de reden waarom we zo van dit label houden. Laat die 18de release maar komen, we zijn er klaar voor!
Hieronder vind je alvast enkele relevante links om je van je, zeer terechte, luisterbeurt te verzekeren.
DADAIST TAPES: BANDCAMP – WEBSITE – INSTAGRAM
HAL LAMBERT: BANDCAMP