Home ReviewsAlbum Reviews GIOVANNI DI DOMENICO – Echolalia (W.E.R.F. Records)

GIOVANNI DI DOMENICO – Echolalia (W.E.R.F. Records)

by Björn Comhaire

Giovanni Di Domenico (°1977, Rome) is een kind van een generatie Italianen geboren in een tumultueuze periode in ’s lands geschiedenis. Als kind van een ingenieur spendeerde hij de eerste 10 jaar van zijn leven in het buitenland (Libië, Kameroen, Algerije) iets wat een onuitwisbare indruk maakte op zijn muzikale oor. Hij leerde zichzelf muziek spelen, alvorens op zijn 24ste de richting jazzpiano aan te vatten aan de academie. Ook die academische vorming had een invloed op zijn muzikale ontwikkeling.

Ondertussen woont de man in Brussel en mocht hij de studio, dan wel het podium delen met gelijkgestemde zielen als Nate Wooley, Chris Corsano, Arve Henriksen, Jim O’Rourke, Alexandra Grimal, Tetuzi Akiyama, João Lobo en Toshimaru Nakamura.

Di Domenico is toe aan zijn vierde album en voor de eerst keer gebeurt de release in samenwerking met W.E.R.F. Records. Echolalia is bovendien het resultaat van een opdracht van KAAP en Concertgebouw Brugge voor Jazz Brugge Festival.

Drie nummers krijgen we met een totale speelduur van 48 minuten. Stevige composities dus die je niet zomaar even in een hap-slik-weg achterover drukt. Zeggen dat het drie soundscapes zijn, is misschien wat kort door de bocht maar in hun geheel genomen zijn de emotie en de sfeer toch een stuk belangrijker dan de melodie. En dat hadden we ergens ook wel een beetje kunnen verwachten want de titel Echolalia verwijst naar een term uit de psychiatrie en heeft betrekking op het eindeloos herhalen van betekenisloze woorden.

Aoede (een van de drie Beoetische muzen) begint als een klassieke piano-jazztrack, al trekt Alexandra Grimal op sopraansax al snel de aandacht naar zich toe. Al even snel wordt duidelijk dit nummer het vooral moet hebben van het onderweg zijn. In verschillende delen gaan piano, saxofoon en elektronica met elkaar in dialoog zonder dat er een finaliteit wordt gesuggereerd.

Dat wordt helemaal duidelijk als we ongemerkt in het tweede deel van het drieluik belanden: Melete (de tweede muze). De overgang is vloeiend al is er wel een belangrijke verschuiving in het instrumentarium. Grimal mag zijn saxofoon opbergen want vanaf nu zijn het Di Domenico en drummer Eric Thielemans die het gesprek leiden. Piano en elektronische toetsen gedrenkt in galm en al even zweverig drumwerk (vooral cimbalen en snaredrum) leiden ons aan het handje het onbekende tegemoet. Soms wat drammerig en naar het einde van de track toe, wanneer een geluid dat wel iets heeft van een sonar peiling, af en toe zelfs wat enerverend.

Muze nummer drie, Mneme, brengt rust onder de hersenpan. Of toch voor even want na dik 2 minuten komt Thielemans zich moeien en ontstaat een interessant juxtapositie tussen nerveus drumwerk, lang aangehouden synthklanken en fonkelend pianospel. Een minuut of 18 diep in het nummer komen de protagonisten min of meer tot rust tot het nummer stilaan uitdooft en je je afvraagt waar je nu eigenlijk naar hebt geluisterd.

Echolalia stelt nonsens vragen en weigert die vervolgens te beantwoorden. Als er al een antwoord zou volgen, dan bestond dat waarschijnlijk uit pure nonsens. Je kan dat saai vinden, maar als je je laat meevoeren met de golven die duidelijk herkenbaar zijn in de compositie, dan krijg je toch het gevoel dat de trip niet zinloos is geweest.

BANDCAMP

You may also like

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Accept Read More