Stil beginnen aan je plaat, waardoor de luisteraar de volumeknop naar rechts draait. En dan die luisteraar, een beetje oneerbiedig verwoord misschien, overstelpen met intellectueel gefriemel. Dat is wat Frederik Leroux en Kris Vanderstraeten doen op opener Wonderwel. Dat ietwat hogere volume is ook wel nodig om de subtiele klanken van de gitarist (Leroux) en percussionist (Vanderstraeten) tot zijn recht te doen komen.
Gentenaar Leroux en Hasselenaar Vanderstraeten houden sinds 2014 een tweewekelijkse improvisatiesessie in een uithoek van Zichem. Die sessies zorgen ervoor dat het duo heel goed op elkaar is ingespeeld, elkaar goed aanvoelt, en het stilaan tijd werd om eens een paar stukken aan een ruimer publiek (meer dan hen beiden) te laten horen. Want muziek voor een groot publiek is dit zeker niet. Ondanks het feit dat het initiële gefröbel in een stuk als Het Schuim Op De Golven al meer richting een lied begint te gaan, blijft het voor de meerderheid der zielen ongetwijfeld maar wat gepiel met gitaar en wat geklop op wat brol.
Atmosferische spielerei is een adequate verwoording van wat Zonder Webben heeft te bieden. Naïeve verwondering ook, bij het schrikken van een sporadische klingelbel, een verdwaalde roffel of een schrapend snaargeluid. Spelen met geluiden, elkaar versteld doen staan van een pas gevonden klank die de ander aanzet tot zoeken naar een antwoord. Abstractie is natuurlijk nooit veraf, waardoor de hoes van de plaat goed past bij de muziek.
Vanaf Nachternoen lijkt het alsof het duo voor de tweede helft van hun werkstuk meer denkt aan het maken van iets dat lijkt op een nummer, meer dan klanken produceren die elkaar en de luisteraar uitdagen. Daardoor wordt die helft niet alleen voor de makers, maar ook voor de luisteraar een stuk uitdagender en interessanter. Als Leroux en Vanderstraeten zo verder doen, gaan ze nog tot een afgebakend nummer komen met een soort van melodie. Meer gooien en smijten zouden we durven stellen, de valkuil van een hitlijst wenkt.