Zuiderse rock van onze Noorderburen, dat klinkt misschien een beetje tegenstrijdig maar dat is wel exact wat we hier voorgeschoteld krijgen.
Dit trio uit Nederlands Limburg laat opnieuw een dijk van een plaat op de wereld los, hun achtste al in vijftien jaar. Love, Death & In Between bevat twaalf nummers die zo uit het Amerika van de jaren zeventig lijken te komen. Laten we bijvoorbeeld zeggen dat Creedence Clearwater Revival zelden ver weg is. Maar, als we de geschiedenis van DeWolff bekijken – zo wonnen ze als tieners de eerste prijs van de prestigieuze Kunstbende – moeten we ook een beetje denken aan hun immens populaire landgenoten, Golden Earring.
DeWolff bestaat uit de broers Pablo en Luka van de Poel en Hammond-maestro Robin Piso. Voor deze plaat hebben ze een resem volk uitgenodigd, vooral als achtergrondzangers. Zo krijgen we, naast de lekker ouderwetse rock-‘n-roll ook een stevige portie gospel voorgeschoteld en dat voelt lekker. Zo zit je enerzijds op een rock concert en anderzijds in een grote kerk met een indrukwekkend gospelkoor. Die combinatie werkt aanstekelijk. Hier en daar jeuken de dansspieren, zoals op de magistrale opener Night Train of het heerlijke Counterfeit Love. Een betere opener dan Night Train had DeWolff waarschijnlijk niet kunnen schrijven. Wat een bom.
Night Train wordt opgevolgd door Heart Stopping Kinda Show, waarop het tempo lichtjes naar beneden gaat maar waar de muzikale capaciteiten van het trio nog beter tot hun recht komen. Fans van Hammond-orgels zullen ongetwijfeld staan te trillen van plezier bij het horen van Piso’s werk. Zowel het begeleidend werk als de solo’s zijn van hoge kwaliteit en ademen perfect de sfeer van de golden seventies. Will O’ The Wisp gaat dan weer de blues-toer op, opnieuw gekruid met een beetje gospel en wat het ook is dat The Doors destijds deden. Af en toe moeten we aan James Brown en zelfs aan Ike & Tina denken.
Dat gezapige tempo van Will O’ The Wisp komt vaker voor op deze plaat dan je op het eerste gehoor zou verwachten. Mr. Garbage Man, Guilded (Ruin Of Love) en Pure Love zijn nog zo’n lekkere bluesy ballads. Ergens halen die nummers het algemene energieniveau van het album wel een beetje naar beneden maar je krijgt wel een grote portie muzikaal vakmanschap in de plaats.
De jongens van DeWolff jammen graag en ze zijn daar duidelijk ook goed in. Dat dit topmuzikanten zijn, is te horen op hoogstandjes als Jackie Go To Sleep en het epische Rosita. Met z’n zestien minuten is Rosita afgetekend het langste nummer op het album. Het is een orgie van tempowisselingen, solo’s, meeslepend zangwerk, rock-‘n-roll, gospel en blues. Een leuke samenvatting van de hele plaat, eigenlijk.
‘Heavier’ dan bij de opener wordt deze plaat nooit maar dat mag de pret niet drukken. Bijna aan het einde vinden we nog het aanstekelijke Wontcha Wontcha dat thuis hoort in de danszalen van de seventies. Het nummer staat bol van de blazers, de fun en energie van een perfecte jamsessie. Kortom, muzikaal genot voor jong en oud, dat nooit verveelt, dat regelmatig op de dansspieren werkt en dat gewoonweg absolute topklasse uitstraalt.
Love, Death & In Between is een eerbetoon aan alles wat muziek goed maakt. Klasse!