10 januari 2016, net zoals bij zovelen veranderde mijn leven plots. Een kurkdroge nieuwslezer kondigde aan dat David Bowie er niet meer was. Ik kan de liters tranen al lang niet meer bij houden. Ik hoef er mij ook geen seconde voor te schamen, zonder David Bowie schreef ik waarschijnlijk geen letter voor deze site, gewoonweg omdat Bowie me leerde dat muziek de omzetting van pure emoties kan zijn.
Geloof me, het doet een twaalfjarige wat als hij uit het niets ontdekt dat muziek meer is dan de vrolijke deuntjes van Boney M. En hoe grappig ook, het geldt waarschijnlijk voor de meeste muziekfans. Bij de ene was dat toen hij voor het eerst The Man Who Sold The World hoorde, bij de andere was het toen hij de wilde rock ’n rolltonen van Ziggy Stardustontdekte, terwijl anderen dan weer (zoals ik) bezweken toen Low door de speakers knalde. Maar er is al zo veel geschreven over het in 1977 verschenen album, minstens even belangrijk was Scary Monsters (And Super Creeps) uit 1980. Een belangrijk album, want de opvolger van de Berlijn-trilogie waarmee David Robert Jones vriend en vijand wist te verbazen.
Emotioneel bekeken was Scary Monsters (And Super Creeps) een enorm belangrijke plaat voor Bowie. Net gescheiden van Angie, wilde Bowie met een nieuwe lei beginnen. Ver weg van zijn cocaïneverslaving. Op de hoes van zijn veertiende plaat zie je niet alleen de drie Berlijn-albums, in Ashes To Ashes zegt David Bowie het ook overduidelijk: We know Major Tom’s a junkie, een link naar zijn duistere verleden.
En toch, vind ik zelf nog altijd was Scary Monsters (And Super Creeps) één van de meest donkere platen uit de carrière van de thin white duke. Hij flirt wel heerlijk met “discoklanken” in Fashion, maar er is ook Teenage Wildlife dat wel op Lodger kon, of het sublieme Scream Like A Baby dat ik om één of andere reden altijd met Christiane F.: wir Kinder von Bahnhof Zooassocieer. Mijn fantasie, maar iedereen heeft wel zijn eigen Bowie-fantasieën…dat is wellicht de magie van Bowie, niet?
Bowie bleek nog eens een mijlpaal te zijn. MTV bestond toen nog niet (dat zou later komen toen hij met Let’s Dance de mainstream zou omarmen), maar de video van Ashes To Ashes (geregisseerd door Bowie zelve en David Mallet) was op dat moment de duurste ooit gemaakt, en werd door de televisiestations grijs gespeeld. Een superhit, maar wel de enige op het album, Fashion deed het heel wat minder.
Scary Monsters (And Super Creeps) was geen bestseller, eerder zoals vele rockhistorici het beamen: een perfecte balans tussen de nood aan het schrijven van een hit en de artistieke vrijheid.
Iedereen heeft zijn eigen interpretatie, maar voor mij voelt Scary Monsters (And Super Creeps) aan als een album waarin Bowie zich van zijn demonen wil afschudden, maar ze nog ieder uur tegenkomt.
Bowie hield ook van covers (herinner je Pin Ups) en op dit album koos hij Kingdom Come, een song die Television-frontman Television op zijn solodebuut bracht. Up The Hill Backwards heeft iets macabers (is het de stoet die je op de Ashes To Ashes-clip zag die het zo creepy maakt die hier optrekt?) of zijn het gewoon de Robert Fripp-gitaren op de chaotische (sublieme) opener It’s No Game? Een plaat die een leven heeft beïnvloedt, zelfs mijn cocker spaniel vond het nodig om destijds de hoes te verslinden.