De dood van iedere superster wordt uitgebuit, een feit dat je moet accepteren. In tijden dat majors zich door het haar krabben en zich afvragen hoe te overleven, zijn ze heimelijk tevreden dat geregeld de groten der aarde het pad naar de hemel hebben genomen, tranen verkopen nu eenmaal en het spijst de kassa.
David Bowie is daar geen uitzondering op, of wat dacht je? Over tien jaar zullen er nog onuitgebrachte versies van één of andere song opduiken die men absoluut met de fans wil “delen”.
De theaterproductie Lazarus lijkt op het eerste gezicht pure lijkenpikkerij, maar het was The Thin White Duke zelf die verantwoordelijk was voor deze uitgave. Toegegeven, het is meteen ook een gouden kans voor de platenmaatschappij die er lekker drie onuitgegeven Bowie-tracks aan kan toevoegen zodat iedereen zonder nadenken de plaat toch in zijn collectie wil. En toch, als trouwe fan weet je dat dit een cd is zoals God (laten we Bowie voor één keer maar zo noemen) het zou hebben gewild.
In de zomer van 2013 wilde Bowie een vervolg breien aan zijn personage van Thomas Newton die hij vertolkte in The Man Who Fell To Earth. Samen met producer Robert Fox werd een theaterproductie bedacht waarvoor Bowie een resem nieuwe songs schreef. Samen met schrijfster Enda Walsh en regisseur Ivo Van Hove bedacht hij het project waarvan de rehearsals in oktober 2015 begonnen.
Normaal zou het theaterstuk op 11 januari in première gaan, niemand die wist (op mensen als Tony Visconti na) dat Bowie zich bewust was van diens aftakeling. De geschreven songs kwamen op Black Star terecht, Bowies muzikale testament, het meest intieme en ontroerende afscheid van een artiest ooit.
Bowie zou de laatste zijn die niet had gewild dat Lazarus niet op de planken kwam. Lazarus heeft ook een soundtrack (een cd met Bowie-covers vertolkt door de originele cast) en een tweede schijfje met daarop vier songs gezongen door Bowie, en waarvan drie dus onuitgegeven.
Laten we niet flauw doen, geen één van de 17 songs (Hello Mary Lou van Ricky Nelson is de opener en ergens in het midden hoor je Bowie zelf met Sound And Vision) kan tippen aan het origineel, maar dat is ook geen seconde de bedoeling geweest. De covers waarvan de meeste worden gezongen door Michael C. Hall en Sophia Anne Caruso hebben zeer veel respect voor het origineel. Een eerbetoon noemen we het niet, dat is het ook niet, gewoon bewerkingen van klassiekers .
Het is ook geen flauwe greatest hits-set geworden. Heroes of The Man Who Sold The World staan er wel op, maar ook een heleboel songs die alleen maar het hart van de Bowie-fans hebben bereikt (Valentine’s Day, Dirty Boys, It’s No Game of één van de mooiste dingen wat Bowie ooit deed: Always Crashing In The Same Car).
Mocht je van het woord “musical”schrikken, kunnen we je gerust stellen, Lazarus is allesbehalve de nieuwe Sound Of Music! Kun je zonder deze versies leven? Natuurlijk zonder probleem, je kan je frieten ook zonder mayonnaise eten en toch gelukkig zijn, als je ons begrijpt. Toch blijft het een mooie meerwaarde aan het werk van een man die voor velen (inclusief ondergetekende) de allergrootste zal blijven.
En dan is er dat tweede schijfje. Eventjes blazen. Black Star is de beste plaat van het jaar, alleen ben ik er tot dusver nog niet in geslaagd (nu ook niet) om deze plaat uit te horen zonder in tranen uit te barsten.
De cd begint met Lazarus: het lied waarvan iedere Bowie-fan rillingen krijgt. Een aangrijpende saxofoon en een ontredderde Bowie met de pakkende woorden: Look up here, I’m in heaven, I’ve got scars that can’t be seen, I’ve got drama, can’t be stolen. Everybody knows me now. Je kent de song, je hebt er ontelbare keren op geweend en je weet dat het de mooiste track is die God (we willen het nog één keer schrijven) ooit componeerde.
En dan de resterende tracks. Zijn het inferieure songs die de selectie van Blackstar niet haalden? Het blijft moeilijk om het te zeggen, per slot van rekening vond ik Blackstar de eerste dagen ook maar een vreemde plaat die pas na diverse beluisteringen een deel van mijn zwarte ziel werd.
No Plan gaat over het feit dat ene Frank Sinatra in 1968 een Engelstalige versie (geschreven door Paul Anka) van Comme D’Habitude van Claude François opnam. Bowies eigen en eerdere versie Even A Fool Learns belandde daardoor in de prullenbak, hoewel hij later als statement het refreintje in Life On Mars stal. Muzikaal bekeken is No Plan een klassieke Bowie-ballad die met glans op zijn platen uit de mid-jaren 70 kon staan.
Killing A Little Time bevat in ieder geval het jazzy werk waarover men het destijds had toen Blackstar uitkwam. Wat chaotisch, maar met het vernuft van een genie. Waarom When I Met You niet op Blackstar verscheen is me een raadsel, een Bowie-rocker die even goed op Scary Monster (And Super Creeps) had kunnen staan.
Slotsom? Kopen, zelfs al gaat het maar om drie songs, in het geval van Bowie is dat nog altijd meer dan de rest.