Vorig jaar was het 25 jaar geleden dat Let Me Come Over werd uitgebracht, het derde album van Buffalo Tom, dat is uitgegroeid tot een echte klassieker. Dit werd gevierd met een tournee waarbij het album integraal werd gebracht, ook deden ze daarbij de Brusselse AB aan waar ze enthousiast werden onthaald. Sinds midden jaren 90 is dit trio helaas een beetje in vergeethoek terecht gekomen. Alhoewel er nog knappe releases uitkwamen van deze kerels uit Boston, toch verdween de scherpte wat uit hun nummers. De fuzz werd bijna niet meer gebruikt door Bill Janovitz en we kregen gewoon goeie songs die we van hun gewoon zijn, maar het klonk allemaal wat braver.
Met deze negende worp is dat niet anders. Elf prima nummers met drie bonustracks met daarbij onder andere een cover van The Who. Maar er is geen enkele song die er echt uitspringt. Het begint nog redelijk stevig met All Be Gone, maar daarna kabbelt het allemaal heel rustig verder. Rustige popsongs die knap in elkaar zitten waar je in verte toch wel veel Big Star-invloeden in hoort.
Waar vroeger alleen maar heftige gitaren zaten worden nu de nummers nu veel opgevuld met keyboards en zijn de arrangementen beter afgewerkt dan vroeger. Een knappe vooruitgang is dat zeker en vast. Als we bijna in de helft van de plaat zijn schieten we nog eens wakker van Lonely Fast And Deep waarna we weer verder gaan in gezapigheid. In Only Living Boy In New York zingt Janovitz’ dochter Lucy mee, maar geeft geen meerwaarde aan het geheel.
Buffalo Tom is wat ouder geworden en dat kan je er aan horen, op zich geeft dat niks, want het zijn nog steeds echt songwriters die enkel hun snedigheid hebben verloren.