Dat Bob Mould garant staat voor ijzersterke songs, veelal voorzien van een verrukkelijke en hevige gitaargloed, is ondertussen een zekerheid. Vroeger grossierde hij daarin met de heerlijke poppunk-songs bij Hüsker Dü, samen met Grant Hart, die dan voor de meer poppy kant zorgde, later bij het powerhouse dat Sugar was. Maar ook op Workbook, diens solo-debuut uit 1989, en op latere albums, zoals The Last Dog And Pony Show (1998) tot en met het recentste Patch The Sky (2016) bleef die hoogstaande kwaliteit een constante.
Op Sunshine Rock, het ondertussen alweer dertiende album, dat vorige maand verscheen, doet Bob Mould meer dan bevestigen. Deze plaat klinkt urgenter dan ooit en barst van de energie. Waar er in het verleden al eens duivels dienden verdreven of wonden moesten geheeld, klinkt dit album bij momenten haast opgewekt, al is er ook aan wat zelfreflectie en melancholie ook geen gebrek. Maar Sunshine Rock toont vooral een Bob Mould in bloedvorm, weerom gesteund door Jason Narducy op bas en Jon Wurster op drums. Samen levert het trio een fijn plaatje af vol onversneden rock ’n roll, in een glasheldere en bijzonder dynamische productie.
De plaat wordt magistraal op gang geknald met het titelnummer Sunshine Rock, waarbij je die strijkers naar het einde toe niet had verwacht. Maar het plaatje klopt. Wat een overheerlijke song toch ook. What Do You Want Me To Do vlamt ongelooflijk lekker in de beste Sugar-traditie en Sunny Love Song lijkt wel die song die Grant Hart zou geschreven kunnen hebben in de Hüsker Dü-hoogdagen: Beatles-esque maar met een rauw randje er omheen. Terwijl het snedige Thirty Dozen Roses dan weer op een Sugar-plaat had kunnen staan.
“Where did I put my sense of misplaced rage?” vraagt Mould zich af in The Final Years waarin wat gas wordt teruggenomen en de bas van Jason Narducy mooi naar de voorgrond komt. Een erg mooi nummer. Maar luister dan zeker ook eens naar het sublieme I Fought, met zijn dreigende toon en heerlijke wall of sound. Of nog: Lost Faith met zijn aparte opbouw, loom en toch ook vol vuur. Maar ook het ingetogen Camp Sunshine waarin Bob Mould tijd voor reflectie neemt, loont zeer de moeite.
Machtig is ook het slepende Sin King, met gulle gitaargalore. Irrational Poison en Send Me A Postcard rocken als vanouds met opnieuw knipoogjes naar Sugar en zelfs Hüsker Dü. En dat is ook zo bij hekkensluiter Western Sunset, dat ‘in debat’ gaat met strijkers en met de cellopartijen van Alisson Chesley. Jawel!
Sunshine Rock is een heel erg lekker plaatje geworden. Twaalf songs in iets meer dan een halfuur tijd en alle twaalf goed. Eigenlijk verplichte kost voor alle fans van Sugar, Hüsker Dü en natuurlijk Bob Mould. Op zijn 58 toont deze songsmid en rocker zich in bloedvorm. Dat belooft voor de show op dinsdag 12 maart in Het Depot. Wat ons betreft mag hij daar gerust de héle plaat spelen, afgewisseld met wat publieksfavorieten natuurlijk…
Sunshine Rock is uit op Merge Records.