De in Duitsland geboren en in Brooklyn wonende Charlotte Greve wordt al snel in het vakje ‘jazz’ gecatalogiseerd maar deze componiste, saxofoniste en zangeres heeft een hele brede muzikale smaak en dat valt ook duidelijk op in haar composities. Op haar nieuwe album Sediments We Move horen we een collage van koormuziek, rock, noise, free jazz, metal, ambient en bombastische pop uit de jaren 80. Greve nam deze plaat op met haar band Wood River en het Berlijnse koor Cantus Domus. Het was voor haar dan ook de bedoeling dat al haar muzikale werelden en invloeden op deze langspeler samenvloeien tot één mooi geheel.
Ook al studeerde Greve af aan het Jazz Insitute Berlin en New York University Steinhardt toch heeft ze de theorie van haar studies niet gebruikt om dit album te maken. De ideeën voor de songs overkwamen haar gewoon. Ze nam alle songs eerst op met haar gsm. Al zingend, sprekend of met handgeklap. Ook hield ze een notitieboek bij waar ze geen noten in opschreef maar wel tekeningen en schetsen in maakte van hoe ze de nummers zag.
Voor dit album keerde Greve zichzelf volledig binnenstebuiten en stelt ze zich kwetsbaar en open op. Haar oudere broer mocht de teksten schrijven bij haar composities waar de binding met de familie is in verwerkt. Met verschillende lagen hebben broer en zus elkaar aangevuld.
Sediments We Move is een heel rijk album dat je overweldigt door de prachtige arrangementen en de puurheid. De songs (die allemaal gewoon een nummer hebben als titel) hebben allemaal een andere sfeer wat het allemaal unieke pareltjes maakt. Je zou het album kunnen vergelijken met Blackstar van David Bowie door de variatie en het over de grenzen van genres heen kijken, maar Greve stak zoveel kleuren in het album dat de vergelijking toch niet opgaat.
Sediments We Move is een album dat je in één stuk moet uithoren, want elke compositie vult de andere aan. Niet elke track is even toegankelijk maar doordat je in de flow zit die Greve mooi opbouwt, stoort dat nooit.