Soms krijg je als recensent plaatjes in je mailbox waarvan je absoluut niet weet hoe ze daar zijn gekomen. Plaatjes ook waar je liever nooit het bestaan van zou weten. Plaatjes die je liever meteen in je spambox ziet belanden, omdat je ze dan gewoon over het hoofd kan zien. Plaatjes die je met plezier terug naar de afzender wil sturen met de vraag om er iemand anders mee lastig te vallen.
Het helpt allemaal niet. Onze chef d’oeuvre staat er op dat het onding besproken wordt. Een groot voordeel is alvast dat we geen fysieke promo hebben van dit onding, en er dus ook niemand anders dan onszelf mee lastig moeten vallen. Straks kunnen we gewoon op onze deleteknop duwen en de hele mikmak naar de eeuwige jachtvelden sturen.
We hebben het over 7 Days In Alaska in dit geval. Neen, het is niet de enige band die bovenstaande behandeling verdient. Ze zijn gewoon aan de beurt. We wisten al bij drie noten en één gezongen klinker dat dit absolute bagger zou zijn. Toch geven we ze het voordeel van de twijfel, gewoon, omdat het zo hoort. Niet omdat we het willen. We zouden liever meteen die deleteknop gebruiken. Dat zal trouwens niet lang meer duren. We bijten op onze tanden, houden het al bijna twee nummers vol.
De kinderen worden er al balorig van. Wat een dwaze liedjes zijn me dat? Kan je niks anders opzetten? Iets met wat meer lawaai en minder gezaag? Wel, we leggen uit dat we het ook niet lang meer zullen volhouden. Het eindeloze gekweel, de balorigste vrije radio-dj wil er nog niet aan, werkt zelfs ons tapijt op de haren.
Uit Oslo komen ze en ze zijn zeven dagen in Alaska geweest, hebben er hun elf liedjes ingeblikt, terwijl de poolkappen smolten, sneller dan ze hun instrumenten konden opzetten. Ook die poolkap kon het niet meer aan. En dan geven ze het afsluitende nummer (neen, we zijn niet zo ver geraakt) de titel Never Ends. Het leven van een bereidwillige recensent kan hard zijn. Veel te hard.
Links geven we niet. We willen het jullie besparen.