In oktober vorig jaar bracht de uit Richmond, Virginia afkomstige doommetalband Windhand met Eternal Return haar vierde plaat uit. Hun psychedelische noise kwam gisteravond met vaste windhand naar de AB overgewaaid. Dorthia Cottrell en haar mannen stonden technisch gesproken exact een week te laat geprogrammeerd. De wind speelde vorige zondag immers een hoofdrol in ons landje, maar hagelstormen en koude windvlagen zorgden er zondagavond toch voor dat we de knusse warmte in de AB Club als een gezellige poncho tegen de borst drukten.
De AB Club was bijna volgelopen wat aantoont dat de Windhandlangers onmiskenbaar tot het ras der hardnekkige achterban / devote superfans behoren. De intromuziek valt als ofwel erg bevreemdend of als dolkomisch te benaderen, maar niemand lachte. Opnames vanuit het spookkasteel op de dorpskermis begeleidden de intrede van het kwartet. De bandleden stonden dan maar wat onwennig rond te kijken tot de kerkorgels het zwijgen opgelegd werden.
Het vuur werd meteen aan de lont gestoken met een logge bas riff van Parker Chandler. Niemand zal het ons kwalijk nemen als we de sound eerder met Sleep dan met Soundgarden of Black Mountain vergelijken want de ritmesectie van Windhand zorgt voor een stevige woestijnstorm en een hypnotiserende vestingmuur met loodzware gitaarafweergordel.
Gitarist Garret Morris was de echte held van de avond. Hij speelde zich in de kijker vanaf
First To die en nam drie nummers lang resoluut het voortouw in een set die vooral het nieuwe album bewierookte. Waarom wierook stond te smeulen op het podium is ons overigens een raadsel. Drie nummers lang kan overigens tellen want uitblinken in korte drieakkoordensongs doet Windhand niet. Forest Clouds uit Grief’s Infernal Flower was een zeldzaam oudje in de playlist. Morris’ riffs zijn adembenemend en hij zwengelt het tempo aan, haalt het vervolgens op het juiste moment uit het nummer om het dan aan het eind in een oorverdovende versnelling terug aan de wakkeren, zoals de wind.
De stem van Cottrell kwam pas aan de oppervlakte na Diablerie. Echt overtuigd van haar kwaliteiten als frontvrouw raakten we nooit en zelf leek ze ook niet echt warm te lopen voor haar prestatie want de poncho bleef een concert lang over de schouders gedrapeerd. Het is niet dat ze niet geloofde in de zaak maar het is voor een keer duidelijk niet de dame achter de microfoon die het verschil maakte. Ryan Wolfe is een hard werkende drummer die eerder lijkt te zijn weggelopen uit de cast van Twin Peaks anno 1991. Alvorens Cassock de reguliere set afsloot was er het imposante Feathers, ook van Eternal Return. Een joekel van een nummer dat de tienminutengrens moeiteloos overschreed.
Bissen deed Windhand op vraag van drie enthousiastelingen met Wintersun uit de debuutplaat in 2012. Toch wel vreemd dat niemand uit het publiek echt wakker lag van een bisnummer, of het moest zijn dat ze murw gebeukt waren door het duo Morris-Chandler. Of lag de waarheid elders? Cottrell stelde niet ten onrechte vast dat haar bekertje whiskey nog voor een derdegevuld was. Niet dat ze er nadien nog van gedronken heeft, doch dit terzijde.
Windhand deed haar reputatie alle eer aan en met Garrett Morris werden de logge doommetalsongs naar een hoog niveau getild. Variatie en bijwijlen geniale gitaarerupties hielden het concert op een hoger dan gemiddeld niveau ondanks het feit dat zangeres Dorthia slechts playoff 2-ambities leek te koesteren.