België, een koninkrijk met amper 11 miljoen inwoners. De toeristische straatjes in Brugge doen je wel vermoeden dat het culturele erfgoed van dit land niet verder reikt dan peperdure chocolade of de kunst van het kantklossen, maar er is ook de Belpop. Op iedere straathoek wordt er wel gemusiceerd en je moet een bolleboos zijn om de talentvolle bands bij te kunnen houden, maar om de tien jaar heb je artiesten die het verschil maken. Telex, TC Matic, dEUS, Soulwax of Balthazar. Je kent het lijstje wel. Artiesten met een doorleefde eigen sound en die je op het podium doen beseffen waarom muziek zo belangrijk is in dit korte leven. Voorbestemd, als dat ondertussen al niet is gebeurd, om in het rijtje van de groten te worden aangevuld: Whispering Sons.
Bijna zes jaar bezig, en wat begon als een “zeer interessante waveband” is ondertussen geëvolueerd naar (onze bescheiden mening) één van de beste groepen van dit land. Dat we niet alleen zijn met deze mening, blijkt uit iedere show die afgelopen jaar in geen tijd uitverkocht raakte, de indruk die ze nalaten op diverse festivals en natuurlijk dat geniale debuut Image waarop de vijf hun eigen geluid alleen maar aanscherpten. Meer dan tienduizend exemplaren van Image zijn over de toonbank gegaan, een cijfer dat ongetwijfeld nog zal oplopen. Ook in Noord-Frankrijk was het druk aan de merchandise en zag je na afloop tal van mensen aanschuiven voor een vinyl. Het debuut is er dan ook één van een postpunkband die naar afwisseling hunkert, precies zoals het moet.
Whispering Sons heeft het nooit onder stoelen of banken gestoken dat hun vizier verder reikt dan het Belgische grondgebied. De komende weken staan de Limburgers op de affiche in landen als Roemenië, Bulgarije, Rusland en Duitsland. En waarom niet dicht bij huis beginnen met een tour doorheen het Franse landschap. Lille werd de eerste tussenstop en ook al is het met dank aan West-Vlaanderen, mocht daar meteen het bordje “sold out’ aan worden opgehangen. De Aeronef uitverkopen, het is niet voor iedereen weggelegd…
Alvorens we ons konden laven aan de gitzwarte weltschmerz , kregen we eerst een lokale lekkernij onder de vorm van Tapeworms. Een trio uit Rijsel die rammelende indierock maakt zoals Kevin Shields het met plezier op zijn boterham krijgt. Indienoise met een hoek af, muziek die nooit perfect zal klinken omdat dat niet hoeft. Hier en daar is een eigen inbreng nodig willen ze niet verzuipen in de grote massa, maar een meer dan leuke kennismaking en perfecte opwarmer voor die band die het postpunkgenre door zijn originaliteit in België (en daarbuiten) op zijn kop heeft gezet.
Een paar weken geleden fluisterde gitarist Kobe Lijnen ons in het oor dat de show in Rijsel een paar nieuwe nummers zou bevatten. Nieuws dat ons fanhart alleen maar deed groeien. De band begon zoals iedere show met de nieuwe single Stalemate. Fenne Kuppens zoals steeds in een spierwitte outfit. Een gelaat vol onschuld, balancerend tussen oprecht geluk en diverse demonen. Wanneer Fenne met een spitse blik de woorden “I wear the marks of this feeling, and I’ll bear it” vol overtuiging zingt, beseffen we dat we alweer in een rollercoaster van emoties terecht zijn gekomen. Het publiek is niet afwachtend en windt er geen doekjes om, meteen een overdonderend applaus. De pupillen van Fenne zeggen alles…
“In this blank night I’ll see their blank faces”… Got A Light dus, het toetsenwerk van Sander Hermans wordt alsmaar nijdiger en het knappe baswerk van Tuur Vandeborne is snijdend hard. Een song die ons meeneemt naar een wereld van uitersten. Destructie versus hoop met Fenne als allesbepalende gids, een richting naar de duisternis die we met plezier volgen.
Na deze twee aha-erlebnissen volgt een eerste duik in het nieuwe onbekende. Op de setlist genoteerd als Fear. Een titel die meteen duidelijk maakt dat de Whispering Sons de komende maanden niet van plan zijn om het zonnetje in huis te worden, wel horen we opnieuw die drang naar vernieuwing die de Limburgers in (alweer) een nieuwe dimensie brengt.
En dan dat listige nummer dat de succestrein deed vooruit rollen: Alone. Eens deze song via televisie bij Lieven Van Gils & Gasten aan een miljoen kijkers werd getoond, wist dit land wat voor kwaliteitsvlees ze in de kuip hadden en de Whispering Sons op de point of no return bracht. Gevolgd door White Noise dat op Marquee Moon van Television kon staan, maar in hun geval een gelimiteerde single op een label van hun huidige thuisstad Brussel was en live nog steeds klinkend als een bom.
Net als Performance, waarop Fenne zich gedraagt als Regan MacNeil uit The Exorcist. Ja, we vinden het jammer dat Insights tegenwoordig de setlist niet meer haalt, maar bands moeten vooruit kijken, evolueren en vooral nieuwe dingen uitproberen. Whispering Sons doet dat, en dat is exact wat hun onderscheidt van de rest. Whispering Sons heeft altijd iets met The Doors gehad. In hun begindagen stond Break On Through (To the Other Side) op de setlist, en ook in Skin weerklinkt de duistere donkerte van Jim Morrison. No Time is één van de meest aanstekelijke songs van de plaat en dat vertaalt zich ook op het podium.
Twee nieuwe nummers zouden we krijgen. Vision was het tweede. Niet dat we in herhaling willen vallen, de band doet dit ook niet, maar alweer wordt er een unieke weg gezocht tussen de donkere bandsklanken en de unieke stem van Fenne. Wat opvalt, is dat ondanks het feit dat Whispering Sons vandaag één van de populairste bands van dat land is, toch niet kiest voor de gemakkelijkste weg. Vision klinkt hemels, maar enorm gelaagd en helemaal geen kant-en-klaar radiovoer. Er zijn nog zekerheden in het leven.
“I hang my head down and I’m wasted”. Op ieder nummer toont Fenne wat voor een podiumbeest ze op een paar jaar tijd is geworden, ook op Dense, geruggesteund door de immer enthousiaste Kobe Lijnen die als altijd alles uit zijn gitaar perst, en ja, die “echte” drums van Sander Pelsmaekers maken de band er alleen maar beter op, nog meer organischer en ruwer.
Hollow. Als er één band de term Lynchiaanse postpunk verdient zijn zij het wel. “Life is long when you’re stuck in existence”. Het is een zinsnede waar we nog iedere dag over nadenken, en hoe meer we dat doen hoe ronder de cirkel wordt. Crowdpleaser Wall is het enige nummer uit Endless Party dat nog de setlist haalt. Hoewel de song nog altijd voor een moshpit zorgt, maar het voor ons part in de toekomst weggelaten worden, het is een fase die de band (al heel lang) is ontgroeid. “I can’t” uit Waste is de laatste oerkreet van Fenne. Geen bissen, deze voorgeprogrammeerde “sympathie” is niet nodig. Whispering Sons lieten ons alweer de donkere bochten zien waardoor het leven zich soms draait. De schoonheid van de tristesse, gebracht door een band die daar als geen andere de afgelopen jaren een prachtige soundtrack van heeft voorzien…
“