In de jaren ’80 introduceerde Kurt Van Eeghem de slogan “Tachtig is prachtig”. Blijkbaar is die slogan bij de organisatie van het W-Festival blijven hangen en organiseren ze sinds 2016 elk jaar (behalve tijdens de corona-jaren) een festival met acts uit dat decennium. Af en toe sluipt er wel een artiest tussen uit de jaren 70 of 90. Van bij de start was er altijd plaats voor newwave/gothicbands maar sinds vorig jaar hebben ze dat donker randje verplaats naar Sinner’s Day en de Sinner’s Day Special. Alleen op de openingsdag van dit vierdaagse festival krijgen we toch een zwart randje met afsluiters Bauhaus en Anne Clark.
Ondertussen is het de organisatie toch maar weer gelukt om met een indrukwekkende line-up te komen voor de editie van 2022. Zoals altijd zijn er weer een paar bands/artiesten bij waar we nauwelijks nog van wisten dat ze nog bestonden of meer dan één nummer hebben gemaakt. Waar blijven ze die acts toch allemaal vandaan halen!
De openingsdag werd geopend door The Kids, een band die al sinds 1979 roept en tiert There Will Be No Next Time en dat anno 2022 (met wel een pauze van tien jaar) nog steeds doet. Ludo Mariman en co pakken al jaren uit met songs uit hun punkalbums uit de jaren 70, de meer rockige kant van The Kids ten tijde van Black Out en Gotcha! houden ze achter slot en grendel.
Zanger Ludo Mariman begroette zijn niet zo talrijk publiek met een goedemorgen, en dat om 13u, laten we het maar humor noemen. Het viertal bracht zoals gewoonlijk een energieke set met zeventien nummers in slechts 40 minuten. Zo deden ze hun naam als ‘de Belgische Ramones‘ alle eer aan. Helaas was het publiek niet in beweging te krijgen. Waarschijnlijk lag het aan de hitte en het vroege uur. Enkel bij de klassiekers Fascist Cops en There Will Be No Next Time werd er wat meegebruld maar daar bleef het dan ook bij. Gitarist Luc Van De Poel deed een poging om het publiek op te zwepen tijden de Wire cover 12XU maar ook dat leverde weinig op. In elk geval was het optreden van hoge kwaliteit, zoals we van The Kids gewoon zijn, maar dan ook niet meer dan dat.
Nits is één van de weinige acts op dit festival die bestaan sinds 1974 en nog steeds ijzersterke albums uitbrengen. Ok, hitsingles maken deze Nederlanders niet meer, maar in september verschijnt hun nieuwe album Neon, dat ze opnamen in hun eigen studio/repetitieruimte De Werf die onlangs helemaal in vlammen is opgegaan samen met een deel van hun instrumenten en opnames. Zo staan ze in Oostende met allemaal nieuwe instrumenten.
Verwijzend naar de brand opende zanger Henk Hofstede met: “Wij zijn Nits, uit de as herrezen”. Hij vertelde ook dat ze op nieuwe instrumenten spelen en dat het even wennen was en dat ze zich daardoor wat onzeker voelden. Maar dat was zeker niet te horen aan de nummers. We kregen een soort van “best of” set met toppers als Nescio, J.O.S. Days, Sketches Of Spain, Cars & Cars, Adieu Sweet Bahnhof en natuurlijk Dutch Mountains. Verder kregen we nog een hommage aan Oostende Dead Rat Ball, House On The Hill (weer met verwijzing naar de brand) en Yellow Socks & Angst. Het was een voortreffelijk optreden waarin het trio nogmaals bewees dat ze al jaren topnummers maken en topmuzikanten zijn. Gelukkig speelde Nits voor iets meer publiek dan The Kids en kregen ze ook wat meer reactie.
Het Schotse Fiction Factory mag gerust een “one hit wonder” genoemd worden. De band is vooral bekend van hun single (Feels Like) Heaven, en heeft twee albums gemaakt. Blijkbaar was het 37 jaar geleden dat ze nog eens een volledige set hadden gespeeld wat hun onzekerheid verklaarde. De dag voor ditt optreden hadden ze nog eens gerepeteerd in de 4AD in Diksmuide, om zeker te zijn of alles wel okay klonk.
De zevenkoppige formatie klonk best wel goed. Alleen hebben ze weinig nummers die aanslaan. In hun funky synthpop hoorden we veel echo’s van ABC, Spandau Ballet en andere grootheden uit de jaren ’80. Kevin Patterson is nog steeds goed bij stem, wat niet van alle zangers kan gezegd worden die in de eighties stof deden opwaaien. Dat wil helaas niet zeggen dat het een boeiend optreden was. De meeste songs waren te flauw om te blijven boeien. Behalve natuurlijk Fiction Factory’s grootste en enige hit Feels Like Heaven, die klonk overtuigend knap en blijft na al die jaren nog overeind. Met één goed nummer maak je uiteaard niet een hele set goed. Ook al deden ze nog een poging om met de cover Promised Land van Joe Smooth het publiek in beweging te krijgen, wat afliep op een sisser.
Nog meer Schotten op het podium met Big Country. Deze band werd vroeger in een adem genoemd met U2 en Simple Minds en was vooral bekend door de ‘doedelzaksound’ van hun gitaren. In 2001 pleegde frontman Stuart Adamson zelfmoord waarna er een punt achter de groep werd gezet. Sinds 2007 is Big Country terug actief met enkel nog gitarist Bruce Watson en drummer Mark Brzezicki als originele leden.
Het viel onmiddellijk op dat zanger Simon Houghs stem meer lijkt op die van Caleb Followill van Kings Of Leon dan op die van Stuart Adamson. Wat de nummers dan soms wel een ander gevoel gaf. Maar de kenmerkende doedelzak gitaarsolo’s werden nog naar hartenlust afgevuurd. Gitarist Bruce Watson heeft zijn zoon Jamie ingelijfd in de band zodat ze samen de nummers kunnen opvullen met nog meer doedelzak-geluiden. Er werden vooral songs gespeeld uit de eerste albums met als hoogtepunten Look Away, Just A Shadow en In A Big Country. We moeten wel toegeven dat we na een uur Big Country wel meer dan genoeg hadden van die doedelzak-geluiden. Zelfs Whiskey In The Jar van Thin Lizzy werd ondergedompeld in een doedelzak-bad…
Scritti Politti begon in 1978 als een postpunkband maar werd in de jaren ’80 bekend als een groep die synthpop, funk, soul en r&b in hun geluid mixte. Sinds 1989 is het eigenlijk geen groep meer maar een project van zanger en songschrijver Green Gartside. Het is ondertussen al van 2006 geleden dat Gartside nog iets nieuws uitbracht. De Engelsman teert dan ook vooral op de albums Cupid & Psyce 85 en Provision.
Gartside zei in het begin van de set tegen het publiek dat ze enkel ouwe nummers gingen brengen en hij wist ook dat dit de enige reden was waarom Scritti Politti op W-Festival stond. Hij deed wat cynisch over zijn songs maar ze klonken nog steeds ijzersterk. De nummers hebben de tand des tijds zeker doorstaan en klinken nog verrassend eigentijds. We kregen een mooie bloemlezing uit het oeuvre van Politti met ook de debuut postpunksingle Skank Bloc Bologna dat een eigentijds jasje kreeg maar ook de hits Absolute, Wood Beez en The Word Girl klonken allemaal heel overtuigend. Tijdens Trentavious White (de hommage aan de vermoorde rapper Bankroll Fresh) deed Green een poging om te rappen wat niet echt succesvol was en ook niet bij de andere songs paste. Voor de rest geen slecht woord over de set van Scritti Politti.
Anne Clark is eigenlijk de voorloopster van Kate Tempest. Ook zij brengt spoken word op muziek en dat al sinds 1982. Haar bekende hits Sleeper In Metropolis en Our Darkness (die ze beide maakte met David Harrow) blijven nog steeds dansvloeren vullen maar ondertussen heeft ze wel al bijna twintig albums uitgebracht. In 2020 werd bij Clark kanker vastgesteld maar nu ze genezen is kan ze terug gaan toeren. Met deze nieuwe tournee wijkt ze van het synthesizer-pad af met violist Stefan Ciuche, drummer/percussionist Johannes Förster, Murat Parlak op keyboards, Jeff Aug op akoestische gitaar en Jann Michael Engel op cello. Vorige week verscheen Clarks nieuwe album Borderland dat ze maakte met violist Ciuche en harpiste Ulla Van Daelen. Ook daarop horen we dat ze meer de akoestische kant uit gaat.
Natuurlijk speelde Clark in Oostende haar klassiekers Our Darkness, Sleeper In A Metropolis, Heaven, This Is The Verse en Elegy For A Lost Summer die allemaal een akoestische versie kregen, maar die ook trouw bleven aan het origineel. Verder werd de set aangevuld met oud en nieuw werk en de instrumentale Ierse traditional Morrison’s Jig tiojdens dewelke we ons even op het Dranouter Festival waanden. De akoestische bewerkingen klinken heel smaakvol en vullen de woorden van Anne perfect aan, misschien nog beter dan op de originele versies. Alleen was het even wennen want deze show was wel heel intiem. Clark die op haar stoel zat had wel iets van een voorstelling in een cultureel centrum. Nogal wat nummer kwamen niet zo goed over door het lawaai van de festivalgangers. Meteen ook het enige minpuntje van deze set.
Bauhaus heeft eigenlijk maar vijf jaar bestaan, in die tijd brachten ze vijf straffe platen uit. Na de split nam zanger Peter Murphy samen met Japan-bassist Mick Kam het prachtige album The Waking Hour, daarna ging Murphy solo verder. Gitarist Daniel Ash en drummer Kevin Haskins gingen verder onder de naam Tones On Tail. Bassist David J maakte eerst twee solo-albums om dan samen met Haskins en Ash Love And Rockets op te richten. Ook al bleef het viertal muziek maken, het klonk nooit zo magisch als tijdens de Bauhaus periode. Daarom komt het viertal sinds 1998 terug regelmatig bij elkaar om te touren. In 2008 bracht Bauhaus ook het album Go Away White uit met allemaal nieuwe nummers en in maart van dit jaar brachten Murphy en co de single Drink the New Wine uit om hun nieuwe tournee te promoten. Vorig jaar kregen we het nieuws dat Peter Murphy een hartaanval had gehad, maar de man is daar goed van bekomen want ondertussen is Bauhaus al een tijdje op tournee.
Het optreden van deze unieke band werd geopend met dreigende soundscapes waar af en toe de gitaar van Ash in weerklonk. Zo werd er een perfecte sfeer gecreëerd voor wat het hoogtepunt van de dag zou worden. Toen de vier heren het podium betraden namen ze dat dan ook volledig voor zich. Murphy ziet er tegenwoordig uit als een kruising tussen Don Quichot en Nosferatu en leeft zich volledig uit in zijn rol als bezwerende priester. Met veel charisma staat hij op het podium terwijl het lijkt of Ash de veren-kostuums van Brian Eno geleend heeft zoals hij die droeg ten tijde van Roxy Music. Kevin Haskins en David J stralen een hoge dosis coolheid uit wat het plaatje af maakt.
Een set van Bauhaus is intens, gedreven en vol drama, glam en een flinke dosis theater. Gothic van het puurste soort. Het geluid van de band sleurt je mee en laat je niet los. De ritmesectie legt een strakke basis voor Ash’s gitaar uitspattingen. Terwijl Murphy je meeneemt met zijn stem, zijn ogen en zijn innemende persoonlijkheid. Ook op de songs van Bauhaus zit geen sleet en deze klonken dan ook perfect.
Ze openden met de John Cale cover Rosegarden Funeral Of Sores en het viertal sloot ook hun set af met nog covers, Telegram Sam van T. Rex en Ziggy Strardust van David Bowie. Daartussen zaten natuurlijk hun eigen knappe songs zoals Kick In The Eye, She’s In Parties, Bela Lugosi’s Dead, The Passion Of Lovers, Dark Enties en een extreem intense versie van Stigmata Martyr. Uit het meest recente album Go Away White kregen we enkel het naar glamrock ruikende Adrenalin. Het was genieten van begin tot einde. Hopelijk komt dit viertal nog eens samen maar of dat echt het geval zal zijn dat weet niemand.