Toegegeven, Arlon ligt niet onmiddellijk vlak bij de deur. Maar dat belet ons niet om te zeggen dat ze er met L’Entrepot een prachtige zaal hebben met een zeer avontuurlijke agenda. Eens binnen zie je een enorme zwarte marmeren plaat met daarop alle acts die op twintig jaar tijd in het zaaltje hebben gespeeld. Indrukwekkend. Vandaag waren twee cold wave-legendes te gast: uit Frankrijk Trisomie 21 en uit eigen land Dole.
Grappig is dat beide acts één van de eerste bands waren die een platencontract van PIAS hadden gekregen, minder grappig is dat Dole (ondanks hun geniaal debuut The Speed Of Hope dat door wijlen Adrian Borland is geproducet) nooit over de grenstaal is geraakt. Zanger en bezieler Remy Willieme laat het in ieder geval niet aan zijn hart komen en samen met enkele vrienden heeft hij Dole een tweede adem ingeblazen, en dat loopt in Wallonië meer dan goed.
Voor wie Dole nog niet kent (waarschijnlijk de meeste van onze lezers): makers van aanstekelijke synthpopwave. 80’s zonder meer, maar zonder dat het gedateerd klinkt. De set bestond natuurlijk zo goed als volledig uit dat fameuze debuut, aangevuld met een paar songs en twee klassiekers als cover (Psychokiller van de Talking Heads en Blue Monday van New Order). Je kan het hun kwalijk nemen dat ze op veilig spelen, maar zodra je songs als Slumberland, The Dream of Satelitte kan schrijven mag je met trots terugkijken naar dat verleden.
Trisomie 21. Te nemen of te laten, maar volgens ons toch beter dat eerste. Opgericht in 1980 en hoewel één van de belangrijkste coldwavebands, nooit gekopieerd omdat Trisomie 21 niet te kopieren valt. Door collega Carl terecht met The Fall vergeleken. Niet muzikaal natuurlijk, maar een band die compleet zijn eigen zin doet. Philippe Lomprez kan voor geen meter zingen, maar hoe valser hoe meer het Trisomie 21 klinkt en des te genialer. Een man die niet op het minst op een performer lijkt, eerder op een grijze muis die na zijn werkuren voor anderen de belastingbrief invult, maar meer charisma heeft dan wat je tegenwoordig in Engelse indiebands (zeg maar boybands) ziet.
De laatste release Elegance Never Dies kwam nauwelijks aan bod, wel de vele songs die hun groot hebben gemaakt: Waiting For, Joh’Burg, Djakarta, Sharing Sensation, La Fête Triste of (une chanson en Français) Il se Noie.
Achter de synths broer Hervé, en degene die met de nodige gitaarslagen er een tintje noise aan geeft. Trisomie 21 is zoals het woord zegt. Niet volmaakt, zeker niet volgens de normen, maar een ongelooflijke aantrekkingskracht, de verlokking van het lelijke.
Live worden ze bijgestaan door (ten minste als we dat goed begrepen hebben) Gregg Hunt die voor de typische new wave-lijntjes zorgt. En die teksten…heeft iemand er ooit één woord van begrepen? Hoeft ook niet.
Als te verwachten ging het publiek pas los op The Last Song (voor eeuwig en altijd de bis), en voor de rest zagen we eigenlijk alleen maar interesse en tevreden gezichten. De waarheid dient ons te zeggen dat dit geen jong publiek was, ook al is Trisomie 21 één van de weinige bands uit het genre die vandaag nog relevant klinkt en verschillende generaties kan aanspreken. De traantjes die we in 2010 hebben weggepinkt toen het Franse duo in de VK zijn “definitieve adieu” gaf zijn ondertussen opgedroogt en vervangen door een glimlach: Trisomie 21 is terug en hoe. Deze zomer op W-Fest.