Wie op zoek was naar een stevige portie rock ’n roll om de werkweek in te zetten, was zondagavond in De Zwerver in Leffinge op het juiste adres. Op de affiche: een geschift duo uit Californië en vier jonge gasten die ’s middags nog zaten te zwoegen op een cursus financiële algebra en ons een paar uur later een punkkopstoot van jewelste bezorgden.
Of hun schoolresultaten de ouders doen glimlachen hebben we het raden naar, feit is dat ze zeer goed hebben geleerd wat de essentie van garagepunkrock is: de juiste attitude, spelen met ballen aan je lijf, jezelf niet te serieus nemen zonder afbreuk te doen aan kwaliteit, de gouden drie minuten van een song respecteren en vooral tracks schrijven die je ledematen in beweging zetten.
Het niveau van de Belgische muziek is deze dagen zo belachelijk hoog, dat je zeer sterk moet uitpakken wil je opvallen. Tibo, Kawien en de twee Arno’s weten dat. Ook al lijkt het alsof de vier in een repetitiekot staan in plaats van op een podium (spontaniteit heet dat!) voelt hun garagerock even sterk aan als dat van zeg maar Equal Idiots. Simpel, maar effectief of hoe een song over ping pong het allerhoogste rockgehalte kan hebben. Een band die we waarschijnlijk enorm veel op een podium zullen (willen) zien, tenzij een of ander lief roet in het eten gooit. Wordt vervolgd, deze zomer op Rock Zerkegem bijvoorbeeld.
Wie de tweelingbroers Wyatt and Fletcher Shears boekt, neemt best eerst contact op met zijn verzekeringsmakelaar. Het is een tip als een ander. Braken ze vorige zomer nog in Gent het café van de DOK af tijdens hun optreden op Big Next Weekend, dan moest ook deze keer de muur in De Zwerver eraan geloven. Drummer Fletcher, en geregeld achter de micro, plaatste in Leffinge dan ook letterlijk zijn eigen Walk of Fame in Leffinge.
Twee heerschappen waarmee je beter niet naar buiten komt, maar door god weet wat (we zullen het maar op rock ’n rolladrenaline houden) altijd voor een uurtje opzwepende punkrock zorgen.
Fashionpunks die wellicht evenveel van het debuut van The Clash als van de catwalk houden, maar de drang naar het sterrendom perfect weten te camoufleren door tegendraadse indiepunk te brengen die tussen het onvoorspelbare van Wire en de vitaliteit van Iceage zweeft.
Heb je op hun platenwerk wel eens de neiging om minachtend je schouders op te halen wegens net niet catchy genoeg, heb je daar op een podium geen probleem mee. Door de vreemde pose Wyatt (Chevy Chase in punkoutfit) wordt geregeld de grens van gimmick overschreden, maar de punkbeats vegen dit als een spons weg. Rock ’n roll ten top, en dat zal de klusjesman van De Zwerver wellicht ook denken!