Sant in eigen land is een leuke uitdrukking, helaas geldt die niet voor The Arch. Deze band ontstond in 1986, ging toen in zee met producer Ludo Camberlin en de rest van de geschiedenis is een klein succesverhaal, ten minste in het buitenland. De releases (van The Messier Album tot In Sofa) brachten The Arch op allerlei Europese podia. Vorig jaar konden we op BIMFest nog een glimp opvangen van wat we zouden horen op hun nieuweling Fates (een samenwerking tussen Why2K Music en Trisol), maar afgelopen vrijdag werd in het Brusselse stadscentrum de volledige cd aan het publiek voorgesteld.
The Backpacker Bar is een gezellig clubje, en wat meteen opvalt: The Arch past zich steeds aan, hoe klein of beperkt de mogelijkheden ook zijn. Altijd klinkt The Arch als een uiterst professionele band. Ferm ondergewaardeerd door zowel de pers als het publiek, maar wie weet wordt dat gevecht ooit nog wel eens gewonnen.
De band begon met het meest intense lied van de nieuwe cd: Immerzu, een in het Duits gezongen ballade. Het is een song die wat ongewoon is voor The Arch en waarop we de charismatische zanger Gerd Van Geel van een andere, onbekende kant leren kennen.
Meteen daarna kwamen Gasoline Lady, Fates en Spear Of Destiny aan de beurt. Drie tracks die typisch zijn voor de nieuwe plaat van The Arch: muziek die wel haar wortels heeft in de gothrock, maar het is toch veel meer dan dat! The Arch gaat niet, zoals zo vele andere bands uit het genre, op zoek naar alweer een manier om als de zoveelste Sisters- of Mission-kloon te klinken, maar creëert een heel eigen sound die boven het niveau van de doorsneegothrock uitstijgt. Dat siert de band en maakt haar tevens uniek.
De band beloofde ons dat we ook nog een paar oude hitjes zouden horen, en jawel, vrij vlug in de set hoorden we zowel Babsi Ist Töt als Wait uit de ep As Quiet As, die bijna (slik) dertig jaar geleden uitkwam. Ook Body ’n Angels (uit de Echozone-periode) werd gespeeld, en natuurlijk de rest van die (bijna perfecte) plaat die Fates toch is. Monsters & I (op plaat met de medewerking van Ronny Moorings), Robot Sapiens, het ingetogen One By One, het vrij agressieve (nou ja) Eyes Wide Open en het fantastische Empty Garden (als The Arch ooit de perfecte popsong schreef, dan moet het deze wel zijn!) Na een uurtje was het afgelopen en kwamen Ian, Ivan, Pieter, Chiffon’s Tale en Gerd terug met o.a. No Noise en Brainduck.
Neen, we kunnen het niet genoeg herhalen: Fates van The Arch is een plaat die zich aan je vastnagelt en die zonder enige aarzeling in je collectie moet!