Magasin 4 baadde in een duister elektrosfeertje, waarin de meest diverse creaturen in het publiek verschenen… van erogothicgirls tot punks, krakers en newwavers, ‘strak in het pak met rode of witte dasje’-heren, getattooeerden en bleekhuiden én die van de meest verdachte soort: de brave huisvaders. Een prachtige mélange in het publiek, dat vanavond samen beats en synths zou verslinden.
Voor de opener Super Dragon Punch liep de keet al helemaal vol. Het industriële synthpunkproject van Jérémie Venganza zette de avond meteen luidruchtig in. Stevige beats van de drumcomputer tekenden af tegen het sterke toetsenwerk door Noemie, die haar fles Kraken gul deelde met het publiek. Op de achtergrond kregen we knap gepixelde visuals, maar in geen enkele retrogame zagen we noch Super Mario, noch Commander Keen met zo’n wijd gesperde benen over kratten springen als zanger Jérémie Venganza dat in de lucht deed, terwijl bassist Sem als een krijger rauwe bastonen toevoegde.
Hoewel het geluid ruwer klinkt dan dat van de eighties, zijn de invloeden groot: Commodore-achtige bleeps en sounds klinken subtiel in ieder nummer met drijvende synths en typerende beats. De ruwe schreeuwen van Venganza en de diepe baslijnen zorgden vaak voor het knappe industrialtintje, hoewel Jérémies stem op zijn best klonk bij de spoken vocals, die hij in snel tempo door nummers kan laten razen. Gevarieerde tracks waarin de ene keer een speels synthstintje overheerst, dan weer de diepdonkere, strakke beats of de techno-invloeden op de achtergrond die zich laten opmerken. Een misschien nog vrij ruw-geschetste, maar rauwe, uiterst energetische opener!
Fuck All Systems! Een band die volledig binnen het genre kadert, maar misschien vanavond de meest afwijkende was, werd door velen gesmaakt, slechts door enkelen gekraakt. Wij hoorden de eerste groep toe, want Ambassador 21 deed ons even vrezen dat we de hoofdact van vanavond misschien wel minder goed zouden durven vinden dan dit optreden.
Het knappe viertal uit Wit-Rusland / Frankrijk zet een donkere, ijzersterke performance neer. In noisy elektronische punkstijl overspoelden de vocals van rebels sensuele Natasha A Twentyone en Alexey Protasov ons. Het nummer dat eruit sprong voor ons, was nochtans het enige instrumentale, waarbij de snaren het hardst raakten met sterk donker, enig drumwerk als drijvende krachten bij het elektrowerk. Maar ook hun Illuminati-bewerking was indrukwekkend. Drummer Liv Bioskop zat er niet om verlegen zijn drumstel tijdens de show te demonteren en met een deel vooraan op het podium te gaan staan. Of in het midden van de pit, om er zijn drumstokken uit te delen en samen met de luisteraars te drummen. Een zevensnarige gitaar, je ziet ze niet veel opduiken en wat gitarist Zoe (Herrschaft) daaruit liet klinken, was was dan ook magistraal snaarwerk. Hun nieuwe album Heroin komt eraan en na deze show werd ons ongeduld alleen maar aangewakkerd.
Hoe konden we twijfelen… Suicide Commando ís en blijft een dijk van een headliner: dé Belgische electroindustrialband die al meer dan dertig jaar als één van de pioniers in de EBM-scene geldt. De energieke hardheid en de charmerende nabijheid die zanger Johan Van Roy opzoekt aan de rand van het podium, benadrukten de zwaarte en de emotionaliteit in ieder nummer, waarin Van Roy de meest donkere gedachten en doodswensen bezong. De strakke beats in Too Far Gone, het verwoestende nummer The Pain That You Like, het harde Love Breeds Suicide, het verslavende ritme van Schizothopia: één voor één bewezen de nummers van Suicide Commando hun muzikale kwaliteit.
“Are You Sure? Do You Really Wanna Die?” Razendsnel komen de beats met de knap herkenbare synths van Cause Of Death: Suicide op ons af en beseffen we dat er om de 40 seconden iemand beslist om zelf een einde te maken aan zijn leven. 6. Zoveel waren het tijdens dit nummer.
“Dein Gott Hat Uns Belogen, Dein Gott Hat Uns Betrogen…” The Devil klonk al even goddelijk, sterfelijk, vreedzaam, dodelijk, heerlijk en hatelijk tegelijk. Dit blijft één van onze favoriete nummers. Er werd afgesloten met de majestueuze clubhit Hellraiser, waarna de band nog enkele bisnummers kwam spelen en Van Roy – ondanks de in brace verpakte knie – het publiek crowdsurfend in dook, dat hem letterlijk, figuurlijk en terecht op handen droeg.