Britpop. Een muzikale stroming die op het einde van de jaren 80 ontstond en niet meer dan een term was die werd uitgevonden door de Engelse boekjes omdat men blijkbaar nood had aan een stimulans om de gazetten wat sneller de deur te laten uitvliegen. Jaren na datum is het gek dat er van deze namen niets of weinig is overgebleven. Maalt er nog iemand om Ocean Colour Scene, Kula Shaker of de Boo Radleys? Het zijn uiteindelijk (hoewel het met horten en stoten was) de broertjes Gallagher en Damon Albarn die kunnen zeggen dat ze de mythe hebben overleefd en ook wel een beetje Suede.
De Britse glamrockband werd opgericht in 1989. Het is en blijft vreemd om te beseffen dat de band er ondertussen bijna drie decennia heeft opzitten. Misschien heeft het iets te maken met de hopeloze poging om voor altijd jong te blijven. Iets wat Brett Anderson trouwens met verve lukt, want op een rimpel na ziet de Londenaar er nog even kwik uit als in zijn begindagen.
Of Suede er de laatste jaren nieuwe fans heeft bijgekregen betwijfelen we sterk. De band heeft het de trouwe fans zelfs niet eens gemakkelijk gemaakt. Hoewel hun voorlaatste Night Thoughts uit 2016 hun ultieme meesterwerk werd (stuur die e-mailtjes maar door dat dit niet zo is!), blijft het een zeer moeilijk te verteren album dat over depressies en de dood gaat. Op hun nieuwste The Blue Hour gaan ze nog een stap verder. Van de typische Ziggy Stardust-achtige glamrockanthems uit de begindagen blijft er op Cold Hands niet veel meer over. The Blue Hour is dan ook wat je noemt net geen commercial suicide geworden, maar gelukkig voor de Britten was de AB uitverkocht. En neemt men op plaat ongeziene risico’s, dan duwt men op het podium veiligheidshalve de rem in, want 2018 leek in Brussel plots veel op 1993…
De gordijnen die op het podium hingen, voorspelden maar weinig goeds. De vorige tour had namelijk een vreemde opzet: integraal werd Night Thoughts achter een wit doorzichtig doek gespeeld met daarop de video’s geprojecteerd en als afsluiter een set met crowdpleasers, kwestie van het volk niet te ontgoocheld naar huis te sturen. Zou men dit met The Blue Hour overdoen?
Bijna. De nieuwe nummers werden over de set verspreid, maar bijna steeds gespeeld achter datzelfde (onnodig) wit doek dat door gebrek aan video’s alleen maar zijn nut had bij I Don’t Know How To Reach You waarbij Anderson zijn hand door het doek stak om zich door de fans gewillig te laten bepotelen. Geniaal narcisme heet dat!
Een magneet als Anderson kan Suede maar al te goed gebruiken. Een geniaal geluid, maar bassist Mat Osman heeft een oude en afgeleefde indruk, Neil Codling lijkt nu ook nog op het podium zich hoofdzakelijk te bekommeren over het feit of zijn haar wel goed ligt en zowel drummer Simon Gilbert als gitarist Richard Oakes zitten in de achtergrond gedrukt. Gelukkig is er die Brett die niet stuk te krijgen is…
Bij Outsiders werden de gordijnen voor het eerst opzij getrokken (midden in de set kwamen ze kortstondig terug) en ontpopte Anderson zich tot de ster zoals we hem altijd hebben gekend. Seks op twee benen, net niet verzuipend in charisma en de microfoonkabel zo als een lasso gebruiken dat zelfs Indiana Jones er met verstomming naar zou staan gapen. Het was ook het moment waarop de band ervoor koos om het publiek te doen vergeten dat er zoiets als The Blue Hour bestond. In een recordtempo werden alle klassiekers er door gejaagd : Metal Mickey, Animal Nitrate, We Are The Pigs, So Young, Film Star, Killing Of A Flash Boy, Trash en She. Hebben wij een nieuw album gemaakt, mijnheer? Toch wel, net voor het eindje werden we daar met Flytipping en The Invisibles nog eens aan herinnerd. Voor de rest zagen wij een band aan het werk die het heden probeerde te wissen en hoewel dat helemaal niet moest daar nog glansrijk in slaagde ook….
Net zoals bij zijn vorige passage in de AB herinnerde Anderson er ons bij de bisronde aan dat hij in het land was van de grootste performer aller tijden: Jacques Brel. De frontman nam een akoestische gitaar, legde de microfoon op de grond en zong een innemend Europe Is Our Playground en liet het refrein door het (muisstille!) publiek mee scanderen. Een hoogtepunt? Neen, een oorgasme…
De bistijd werd gebruikt om nog iets uit de nieuwe plaat te brengen en om zich nog eens tijdens Beautiful Ones uitgebreid te laten knuffelen door de fans. Het leven is inderdaad mooier als je jezelf graag ziet (of Brett Anderson bent). De magie werd afgesloten met de nieuwe prachtsingle Life Is Golden.
Met deze tour speelde Suede op veilig, en dit in tegenstelling tot wat ze tegenwoordig op plaat doen. Enerzijds is dat jammer, anderzijds was er niemand boos over het feit dat ze nog eens de hits mochten horen en meebrullen die Suede tot één van de beste bands ooit maakte…
Foto’s : Liesbet Willems