Gisteren TaxiWars, vanavond STUFF. Allebei nogal vaak bestempeld als jazz, maar deze twee bands liggen mijlenver uiteen en hebben eigenlijk niet veel meer met jazz te maken. Vooral STUFF niet. Dit straffe Antwerpse/Gentse kwintet bracht in maart 2015 hun eerste langspeler uit. Wat daar zo merkwaardig aan was, bleek het enorme verschil tussen de plaat en de live-ervaring. Als je naar een optreden van STUFF gaat kijken, dan ga je dansen, maar de plaat is dan weer perfect bij het eten als achtergrondmuziek te beluisteren. Ze zijn allebei het geld waard.
Laten we het ook eens over de locatie hebben. Als je ooit al eens de Antwerpse Bourla Schouwburg bezocht, dan was dit waarschijnlijk voor een toneelstuk of om de wondermooie foyer te gaan bekijken. Toch was dit de perfecte setting voor STUFF. Het concert was ook zittend, wat een dubbel gevoel gaf. Je wou uiteraard recht springen en zo hevig mogelijk beginnen dansen, maar het feit dat je neer zat, gaf je eigenlijk meer vrijheid om te kijken naar de band en de bijpassende lichtshow.
De set werd ingezet met wat op een Spaanse gitaar leek die overging in bezwerende en spannende filmmuziek, die dan op STUFF-se wijze werd omgetoverd in een groovy apotheose. Achtarmige drummer Lander Gyselinck, basgod Dries Laheye, Mixmonster Menno, keyboardmeester Joris Caluwaerts en klankengoochelaar Andrew Claes stonden weer heel dicht bij elkaar op dat grote podium, wat een knus gevoel gaf.
Ik ben vooral geschrokken van wat de band nu weer uit hun collectieve en vermoedelijk warrige hoofden heeft kunnen persen voor deze fantastische show die ze toepasselijk Hybrid Love hebben gedoopt. Toepasselijk, omdat het vanavond zeer duidelijk was hoe graag ze elektronica met het analoge gebruik van hun instrumenten mixen. Zo is het me opgevallen dat octopus Lander een paar drumtriggers op zijn bescheiden (voor wat je te horen krijgt tenminste) drumstel had gestoken, wat er voor zorgde dat hij zijn drumsound kon aanpassen naar alles wat zijn hartje begeerde. Maar daarnaast was het leuk om te zien hoe hij af en toe wat extra speelgoed bovenhaalde als leuk effect, in plaats van het in de backingtrack te verstoppen of het met een drumpad op te lossen zoals tegenwoordig veel wordt gedaan.
Ook de rest van de band wist zich bezig te houden, zoals toetsenist Joris die steeds maar nieuwe sounds uit zijn klavieren bleef pompen door middel van een mooi arsenaal aan effectenpedaaltjes. Andrew die met zijn elektronische sax, die een beetje leek op een veel te grote E-sigaret, met frequenties jongleerde. Dries, de jongeman in de bloementrui achteraan in het donker, die op zijn dooie gemak onmogelijke baslijnen aframmelde. En Mixmonster Menno die alles in goede banen leidde en daarbij nog wat extra kleur gaf.
De songs van Hybrid Love gingen vaak van groove naar gekte en terug. Dan zijn we opeens in de jaren ‘90 verzeild geraakt met dikke, strakke, bijna foute rave beats. De overstemmende basdrum en de herhalende synthhooks deden sterk denken aan techno-acts als Underworld. Maar dan met een STUFF-sausje overgoten, dat veel te maken heeft met de sound van Claes’ EWI-saxofoon. Ze zijn uiteraard ook niet vies van een maatwisseling hier en daar.
Er zijn daarnaast ook een paar minder opvallende composities gepasseerd, maar ook deze klonken vernieuwend. Het was ook leuk om te horen hoe ze een paar vocal samples gebruikten om de instrumentale sleur te breken, namelijk samples van wat leek op informatieve video’s over dinosaurussen die je in historische musea te zien krijgt. De twee bisnummers waren crowdpleasers van de plaat die we bijna konden meezingen.
Het valt waarschijnlijk wel op dat ik behoorlijk enthousiast ben over wat het vijftal ons deze avond toonde. Ik was ook zeker niet alleen, ze hebben de zaal op cruciale momenten muisstil gekregen en als het dan aan ons was om onze dankbaarheid te tonen, barstte de schouwburg in gejuich uit en op het einde was er zelfs een staande ovatie. Een trip van begin tot eind, niet alleen voor ons, maar duidelijk ook voor de 5 jongens op het podium.
TIM MARTENS