Deze avond voelde als een karavaan van jong muzikaal vuurwerk. Explosief en verrassend. Acht acts met uiteenlopende stijlen probeerden elkaar de loef af te steken op een propere, collegiale manier. Van soul tot postpunk, van elektronica tot hiphop: de zaal zat vol ontdekkingslustige muziekliefhebbers, met een vibe ergens tussen een knusse clubshow en een bedwongen kerstdiner met de hele familie.
De integere Hannah Nollet kreeg de ondankbare taak om de finale op gang te trekken. De grote zaal oogde nog als een schaakbord van wijdverspreide kliekjes, waar niemand goed wist waar te landen. De vraag hing in de lucht of Hannah zachte wolkjes zou uitsturen waarin we samen konden schuilen.

En toen rees ze op. Engelachtig, bijna onaanraakbaar. Een soort prozaïsche puurheid die de klok even stilzette. De set begon met enkel een klarinet, waarbij elk ongewild geluid welkom was. Het paste. Alles paste. Onder een maagdelijk witte spot en gehuld in een prachtige jurk vulde ze de ruimte zonder die te bezitten.

Het publiek lag vrijwel meteen aan haar voeten. Tussen de nummers barstte het enthousiasme los, tijdens de songs heerste een collectieve sprakeloosheid. Zelfs het geruis van een slecht contact kreeg een rol, alsof het zo bedoeld was. Nadat de band haar vervoegde, werd duidelijk dat het samenspel soms wat krakkemikkig was, maar Hannah stond daar volledig los van. Haar stem was prachtig en betrouwbaar, een anker dat alles bijeenhield.
Jengman zette in met bijtende branie. Coolness als uitgangspunt, r&b-attitude als hoofdgerecht. Blinkende ketting, intense blik, alles stond op scherp. Er werd gretig gebruikgemaakt van een gereedschapskist vol publieksmagie. Tijdens de nummers was er wat plichtmatig handgeklap, maar de beste momenten ontstonden wanneer het overging in collectief heupwiegen en voorzichtig zwaaien met handjes. Een vreemd soort gezelligheid, waarbij één keer hoongelach opsteeg bij het Jamaicaanse accent in het woord ‘combination’.

De intensiteit was onmiskenbaar, soms zelfs bewonderenswaardig, maar gaandeweg ook wat veel van het goede. Jengman bleef overeind, maar liet vooral een indruk na die eerder loom dan scherp bleef hangen. Haperende gitaren en een stemgeluid dat verrassend vlak bleef, hielpen niet. Toch verteerde het geheel opvallend makkelijk. Ideale festivalmuziek om gedachteloos ranzige, buikvullende substanties bij weg te werken. Het gleed naar binnen zonder veel weerstand.


Vervolgens sloot OLGA zich op in een ijskast. Niet om te koelen, maar krampachtig te ventileren. Vanuit die felverlichte, kille cocon filmde ze zichzelf terwijl duistere soundscapes de zaal in sijpelden. Alles werd live geprojecteerd op een grote backdrop en kreeg iets schizofreen: benauwend en tegelijk gruwelijk confronterend.

Wanneer ze recht in de camera keek en vroeg om los te breken, kroop er iets griezeligs onder de huid. Dit was geen concert, maar een performance die erop uit was onze voeten ongemakkelijk te laten schuifelen. Veilig vanuit haar ijskoude schuilplaats schoot ze stuiterende beats af richting publiek, begeleid door een schelle, nerveuze lach. Aantrekken en afstoten wisselden elkaar af in een bipolaire popperformance die duidelijk een innerlijke zoektocht verbeeldde.

Het geheel was onbehaaglijk, maar juist daardoor intrigerend. Zonder twijfel een boeiend kijk- en luisterstuk. Toch waren er momenten die bleven slepen. De vijf minuten waarin ze herhaaldelijk beweerde ziek te zijn, voelden ziekelijk lang. Op een vreemde manier flirtte Olga met allerlei stijlen, gaande van Oneohtrix Point Never en Björk tot andere soundscape-tovenaars. Ze manipuleerde geluiden die ingebouwd zaten in de ijskast zelf, wat vanop afstand oogde als een technologisch hoogstandje.

Uiteindelijk ontsnapte ze uit haar gekoelde gevangenis en zette ons nog één keer een hak met een muzikale uitloper. Super interessant, maar niet in staat om de aandacht voortdurend vast te houden. Dat veranderde niettemin weinig aan het slotbeeld: Olga brak los en verliet de zaal dwars door het publiek. Alsof de performance pas echt eindigde toen ze weer op kamertemperatuur tussen ons liep.

Een retestrakke drum zette alles weer in gang na een kwartiertje opbouw. Eén voor één kwamen de muzikanten het podium op, netjes invallend alsof het zo geprogrammeerd was. Eindelijk gitaren, leek het publiek collectief te denken. Er valt iets te zeggen over frontmannen met zonnebrillen, maar het ging zanger Lukas Verstraeten goed af. Mixed Waste stond er vanaf minuut één.

De attitude leek met de paplepel ingegoten op een onkoosjere rockschool in Manchester. Bestaat er intussen een prijs voor frontman van Sound Track 2025? Het zou niemand verbaasd hebben. Tussen de nummers sloeg de drummer gensters als Animal uit The Muppet Show, en daarmee was de publieksprijs eigenlijk al uitgedeeld nog voor iemand hem had uitgereikt.

De postpunk rammelde zoals het hoort: ongepolijst maar trefzeker. Tijdens een intro dook de zanger het publiek in en schoten smartphones de lucht in. Iets wat we onlangs nog zagen bij Lambrini Girls, maar hier werkte het even goed. Mixed Waste tekende bovendien voor de enige noemenswaardige moshpit van de avond tijdens Push. Vrolijk duwen, breed grijnzen, gecontroleerde chaos. Een straffe set voor zo’n jonge band. Veelbelovend, met hoofdletters geschreven.


Het duo Kwaku Benson x W9nted probeerde erbovenuit te steken met hun afrobeat- en drillinvloeden: aanstekelijke ritmes, vloeiende flows en een podiumenergie die moeilijk te negeren viel. Ze dansten met de flair van een spits die de winnende goal scoort tijdens de WK-finale. Ook zij betraden één voor één het podium, klaar om het publiek mee te slepen. Het woordenvuur ging hard en al snel wilden ze een grote split in de zaal: team één hier, team twee daar, elkaar uitdagen en uitspelen. Het leverde uiteindelijk vooral verwarring op, door het uitblijven van een vervolg.

Waar de voorronde een plezierige opwarming was, lieten ze op dit grotere podium zien hoe hun drive het vuur aan de lont kon steken. Pas toen de focus volledig verschoof naar performance, werd het publiek beloond met een aanstekelijk schouwspel vol flexibele danspasjes en dankbare spontaniteit. Het slot groeide gestaag uit tot een boeiend drillfeestje dat niemand onberoerd liet.

CIME knalde er meteen in met urgente rap en beats, veel energie en een flinke dosis podiumaanwezigheid. De set begon met spoken word, gedragen door een vanzelfsprekende poëtische geloofwaardigheid. Een piano roffelde voorzichtig binnen en sloeg dan om naar kick-ass funkyness. De gitaar klonk alsof Blood Sugar Sex Magik van Red Hot Chili Peppers even was afgestoft, terwijl de raps gevaarlijk dicht tegen Tom Morello aanschurkten. Age of Panic van Senser, iemand? Dat bleek pas de eerste song.

Wat volgde laveerde tussen Jazzmatazz-vibes en hedendaagse urgentie. Tussendoor een korte bio, net genoeg om context te geven zonder het momentum te breken. “Make some noise, I feel love”, klonk het, en de zaal ging gretig mee. Er hing een vleugje Rage, een snuifje Kravitz, allemaal netjes verpakt in een eigen signatuur.

De snedige solo’s trokken het geheel nog een versnelling hoger. CIME had de ruimte volledig in handen. En toen kwam het einde: geen grote geste, geen overdaad. Gewoon stijlvol de mic droppen. Punt.

Aghogho verscheen tegen een kleurrijke backdrop die meteen in beweging leek. Wat volgde was een warme, ritmische soul-afropopset die je bijna kon proeven. Haar grooves en het warme bandgeluid zorgden voor een overtuigende start die tegelijk dansbaar en verfijnd klonk. Live kwamen ze het sterkst tot hun recht wanneer ze dolden in de wereldkeuken, vrij spelend met invloeden zonder hun eigen smaak te verliezen.

Dat gevoel van beweging zette zich door in de set zelf, zelfs wanneer het geluid niet overal even scherp afgemixt stond als tijdens de voorronde. Na een aftastende eerste ronde viel alles op zijn plaats. Opzwepende ritmes namen het over, refreinen waar Marie Daulne zonder twijfel trots op zou zijn.

De zangeres stond centraal, geflankeerd door twee backingzangeressen die het geheel extra gelaagdheid gaven. Samen trokken ze de songs open, laag na laag. Wat begon als voorzichtig aftasten, ontplooide zich tot levendige nummers die organisch openbloeiden als kronkelende rupsen. De set kon niet tippen aan wat we zagen tijdens de voorronde; de songkeuze blijkt een werkpunt om een zaal echt in vuur en vlam te zetten.

Tenslotte begon de set van Amaea Rae intiem, voorzichtig bijna, alsof ze eerst de temperatuur van de zaal wilden aftasten. Maar bij nummer drie ging het gaspedaal volledig open. Stinkende funk, onopgesmukt en bezwerend, met een zangeres die zich ontpopte tot een diva zonder vangnet. Headbangen werd even losgekoppeld van death metal.

Van de verlegen ogende zangeres die we tijdens de voorronde zagen, bleef nauwelijks iets over. Ze kwam binnen met een aura zo groot als Hof ter Loo. De gitaren schuurden het zweet van ons lijf, terwijl de drummer strakker speelde dan zijn figuur ooit deed vermoeden. Het was rauw en fysiek, doorspekt met funky flair à la Betty Davis en haar uitdagende, onweerstaanbare zijn.

Afsluitend volgde een song over veiligheid: If All the Words Would Disappear. De toon kantelde opnieuw. Een intiem, frivool gitaararrangement nam het over, bijna wiegend, een soort lullaby na de uitbarsting. De set landde zacht, maar verloor nooit haar funky essentie.

Tijd om vol spanning te wachten op de uitslag. Gulzig werd gebruikgemaakt van de uitgedeelde stembrieven en achter de coulissen werd er even gretig gediscussieerd over welke vier bands een prijs mee naar huis mochten nemen. Het werden er uiteindelijk maar drie, waaronder Mixed Waste, die er hebberig vandoor ging met de publieksprijs en een mooi muzikaal traject op maat. Ook Aghogho en OLGA mochten terecht mee aan boord stappen van het aangeboden traject. Overduidelijk dat de jury koos voor de toekomst en voor wat het best past in de huidige en aankomende muziekscene: verrassend (Mixed Waste), vernieuwend (OLGA) en veelzijdig (Aghogho). En zeker ook dik verdiende voorspoed voor alle andere bands die de avond mee kleur gaven. Wij vlogen vervolgens verzadigd vliegensvlug naar ons verblijf, want de tijd die Hannah even liet bevriezen, is niet blijven duren. Het werd voor velen een nachtvlucht richting bed.
Hannah Nollet – Jengman – OLGA – Mixed Waste – Kwaku Benson – W9nted – CIME – Aghogho – Amaea Rae


