Zondagavond en de regen houdt erg lelijk huis na een opmerkelijk zachte Indian Sunday. We nemen onze plek in aan het podium van de gezelligste zaal in België, de Rotonde in de Botanique. We wachten op Yael Shoshana Cohen, de frontvrouw van de Israëlische band Lola Marsh. Dit kwintet uit Tel Aviv maakt dromerige indiepop, of bloemenfolk als we onze blik op het podium richten waar een halve afdeling fake flowers uit IKEA rond de microstatieven gedrapeerd werd. Hmm, wordt het dát soort avond? Plastieken ‘dertien in een dozijn’-pop?
Yael komt zelfverzekerd met een spaghetti in de maag en een geraffineerd rood maatpak het podium op. Lola Marsh zet meteen de toon met een dromerig en rijk gearrangeerde Days To Come uit de You’re Mine ep. Yael is goed bij stem en presenteert zich als een uit het fijnste edelmetaal geslepen frontvrouw die geen halve kans onbenut laat om het publiek aan het handklappen, heupwiegen of neuriën te krijgen. Er wordt dan ook massaal uit haar dankbare handen gegeten. Het rondje “delicate melodietjes en sfeervolle meerzang” zorgt voor een uitgelaten sfeer in de rotonde en Yael en co weten als geen ander hoe een set dient te worden opgebouwd.
Wat dat betreft zijn gitarist en rechterhand Gil Landau en Yael Cohen grootmeesters. In de zaal roept iemand “I love you”. Yael lacht en antwoordt: “Ok, let’s have babies together”. Geen seconde verveelt de set en ook songmatig wordt op het juiste moment een ander klankpalet uit de verpakking gehaald.
Binnenkort komt de nieuwe plaat uit en nieuw nummer Only For A Moment was het startsein voor minder bloemige maar dieper snijdende indierock. De Lana Del Rey in Yael ruimde plaats voor een ‘Anna Calvi in ’t klein’ en de sound bleef warm maar werd met de minuut meer een soort ‘Calexico on speed’. Singles Wishing Girl en Sirens rockten feller dan op de plaat en klonken erg verfrissend. Het bedwelmende in de sound neigde hierdoor veel minder naar Beach House dan verwacht en had zelfs een handje weg van een rockende Sigur Ròs. We waren dan aan de laatste vier nummers van de reguliere set aanbeland, en die vormden het absolute hoogtepunt van de set.
Het nieuwe Echoes kwam erg overtuigend over en klonk als het betere van de Yeah Yeah Yeah’s en She’s A Rainbow werd feilloos versmolten met een psychedelisch Bluebird. We konden al lang niet meer van pop spreken want de gitaar van Landau was prominent aanwezig en schuurde en gierde zoals we het graag hebben aan de start van een nieuwe werkweek. Op het moment dat we van mening waren dat dit niet meer overtroffen kon worden maakte de band pas echt indruk toen het een gevaarlijke songkeuze op meesterlijke wijze door de versterkers joeg. Yael zette immers Boots van Nancy Sinatra in. Lola Marsh maakte er een halve Motorpsycho-versie van en Yael Cohen was tegelijk Eddie Vedder die van boxen springt, als een door de wol geverfde metalgitarist die zich languit over zijn gitaar buigt. Verbluffend knap.
Een oververdiende bisreeks toonde dan weer het breekbaarder geluid van de band en met het nieuwe In Good Times en de van Remember Roses geplukte Roses en Hometown werd een punt gezet achter een verbazend sterk optreden. Geen seconde sloeg de verveling toe, de set was perfect opgebouwd en de band stond strak te spelen. Yael Cohen was de perfecte gastvrouw en één van de strafste leading ladies die we dit jaar op een podium bezig zagen. Men zegge het voort! Feestje!!!