Even dachten we dat een bus vol toeristen zich per abuis op de parking van de Brugse Cactus Muziekclub had geparkeerd. Al snel werd echter duidelijk dat het hier ging om een heuse fan-bus! Recht uit Menen aka Meende waren een dertigtal Menonieten, Meenlanders, Menapiërs, Menenaren… (?), soit, mensen uit Menen dus, afgezakt naar Brugge om hun favoriete deelnemers aan de West-Vlaamse Sound track finale te komen aanmoedigen: ZLDR. Superfijn voor het trio natuurlijk, al zagen de andere finalisten hun kansen op de publieksprijs zo uiteraard fel slinken. Terecht zoals (veel) later op de avond zou blijken.
Maar zover waren we dus nog niet, eerst moesten de acht West-Vlaamse finalisten nog hun kunnen demonstreren op het podium. Ze kregen daarvoor elk 20 minuten.
Openen deed de Oostendse familieonderneming Bloed die, zoals de bandnaam al doet vermoeden, handelt in stevigere muziekjes.
Toon, Tuur en Fieke Soete brachten een bandgeluid voort dat vooral draaide rond de serieus overstuurde bas en het al even overstuurde brulwerk van Tuur. Muziek die wel wat had van sludgemetal die zwaar door de noise mangel werd gehaald. Een stamp-in-de maag-band van het betere soort.
Helaas werd die indrukwekkende wall-of-sound door geluidstechnische problemen niet helemaal vertaald naar de zaal. Rechts van het podium kwam er nauwelijks geluid uit de PA waardoor de drums van Toon kurkdroog van het podium de zaal in sukkelden. Enkel de kickdrum dreunde als een oversized gong door de ruimte waardoor het geluid van de bas compleet kopje onder ging. We zijn nog even de zaal rondgegaan op zoek naar een sweet spot voor een beter geluid maar konden die helaas niet vinden.
Door wat gebrek aan nuance in de muziek hadden we het na 20 minuten wel zo’n beetje gehoord. Je voelde wél dat dit een band was die er stond. Een trio met een origineel, eigen geluid dat binnen het genre wel eens potten zou kunnen breken.
En daarmee hadden we de zware metalen meteen al achter de rug. Op naar het zonnige kwartet Gummy Green dat zich tijdens de voorrondes nog Structure noemde.
Inspirator en drijvende kracht achter de band is Tuur Bruynooghe die zich liet flankeren door Dries Covens, Owen Perry Weston en Corneel Wuyts.
De band opende ijzersterk met een erg swingend en funky nummer dat de zaal (vooral het enthousiaste publiek dan) meteen op sleeptouw nam. En toen viel er een stilte. Achteraf hoorden we van de bandleden dat die het gevolg was van problemen met de monitors. Eens de band uiteindelijk het tweede, toch wel erg rustige, nummer oppikte, was de energie die initieel zo heerlijk de zaal in keilde helaas voor een stuk weg. Gelukkig herpakte Gummy Green zich snel en enkele minuten later zaten ze terug op het juiste spoor.
Enthousiasme was er in overvloed en de band klonk top, al mocht het toch net iets funkyer.
Het mooie van een Sound Track finale is dat er vlotjes van het ene genre naar het andere wordt overgeschakeld. En zo kwamen we bij de eerste singer-songwriter van de avond: Arend Delabie. Delabie staat al een stap verder in zijn muzikale carrière dan de meeste andere bands die we zagen passeren tijdens de finale, want hij tekende nog niet zo lang geleden een deal met Mayway Records.
Delabie opende in z’n eentje, enkel gewapend met zijn akoestische gitaar, en het zat meteen juist. Vanaf het tweede nummer vervoegde de band hem op het podium en het werkte nog steeds. Nogal wat singer-songwriters hebben moeite met de overgang naar een bandomgeving maar bij Delabie leek die probleemloos te zijn verlopen.
De band slaagde erin om op de 20 minuten die hen waren toebemeten, een samenhangt minisetje op te bouwen en ons mee te nemen in hun verhaal. Hier en daar kon de set wel wat meer pit gebruiken – nog nooit zagen we drumster Femke Decoene zo ingehouden drummen – maar binnen het genre zat het helemaal goed. De muziek van de band werd aangekondigd als geïnfuseerd met americana, maar dat hebben wij er niet in gehoord.
Tijd voor wat een van de hoogtepunten van de avond zou worden: Ciggy Sunday, de band met de charismatische frontman met de herkenbare stem Lars van der Zijpen.
Jazzy, de ene keer wat lijzig (af en toe hoorden we snuifjes Balthazar passeren) de andere keer stevig swingend, maar vooral altijd een beetje tegendraads, zo zou je de liedjes van Ciggy Sunday kunnen omschrijven. En wat klonk de band goed in levende lijve, een stuk beter dan op de ep die je op Spotify kan vinden. De meegereisde Gentse fanclub had er geweldig veel zin in en ook dat hielp om de vibe de zaal in te trekken.
Net zoals Delabie slaagde Ciggy Sunday erin ons helemaal onder te dompelen in hun unieke wereld. De band speelde zelfs nog een stuk strakker dan eerstgenoemde waardoor de set een mooi samenhangend geheel vormde. Topklasse!
Yuma Claeys laat zich op het podium met haar voornaam aanspreken en komt, net zoals Arend Delabie, uit de singer-songwriter traditie. Sinds kort speelt ze met band en ook nu weer is die omschakeling, schijnbaar pijnloos verlopen.
Het geluid van Yuma klinkt erg indie, met flink wat weerhaken en dat hebben we graag. Ze begon een beetje onzeker aan de set maar je zag haar en haar band groeien naarmate de nummers verstreken. Tijdens de tweede helft van de set stond ze er helemaal al was het misschien toch gitarist Aiden Clarke die met de meeste aandacht ging lopen. Sound Track werkte trouwens inspirerend, want Yuma speelde ook enkele nummers die Claeys schreef in de periode tussen de voorrondes en de finale van Sound Track. Voor ons was dit zeker een kandidaat winnaar.
In de zaal onderscheidden we ondertussen een uitgebreide familiedelegatie van de familieband rond Oostendenaar Timothy Fernandez. Ook Fernandez koos voor de zanger-gitaar formule. Hij bracht in die hoedanigheid naar r&b ruikende popliedjes.
Fernandez is een begenadigd gitarist en dat liet hij al van bij het begin van de set horen. De wat timide frontman had soms wat moeite met oogcontact maken, waardoor de set wat vrijblijvend bleef. Goede nummers, daar niet van maar live mag het net wat meer zijn. Maar goed, daarom doe je uiteraard mee aan Sound Track, om bij te leren!
Tegen het einde van de set begon Timothy wat tegen zijn vocale limieten aan te lopen. De meeste van de nummers tapten uit hetzelfde vaatje en dat vaatje begon, wat ons betreft, stilaan de bodem te bereiken.
We kregen het allemaal even warm ter hart toen Fernandez het publiek bedankte om op zijn muziek te dansen en om mee te zingen. Een mooi moment!
Elektronische muziek hadden we nog niet gehad tijdens de finale. Daar zou snel verandering in komen.
Ingekapseld tussen een paar midi-controlers, een Hammond synth en nog wat ander muzikaal speelgoed begon Luigi Colzato aan zijn bijzondere eenmansset. Soundscapes, synthlijntjes en samples maar vooral de compleet vervormde en stevig getunede stem van Luigi trokken de aandacht.
Wat er precies allemaal gezegd werd, leek van minder belang want het meeste was compleet onverstaanbaar. Dat er allerlei emoties aan te pas kwamen, was wel duidelijk. Dat was vooral zo tijdens het laatste deel van de set toen Luigi zijn veilige cocon verliet om zich, oog in oog met het publiek, volledig te smijten. Dat publiek veerde vooral op tijdens de dansbare, naar techno overhellende nummers en was duidelijk ín voor een feestje.
Op het einde van zijn 20 minuten bedankte Luigi het publiek, de organisatie, de techniekers, en nog een heel wat andere mensen rijkelijk voor hun steun en hulp die avond, onderwijl muzikaal begeleidt door de geweldige Max Richter versie van Vivaldi’s vier seizoenen. Wie Robin daarbij precies was en waarom hij hem bedankte “om mijn broek aan te doen”, werd niet verduidelijkt.
Wie dacht dat we daarmee rustig naar het einde van de avond aan het toewandelen waren, zat er compleet naast. Want wie nog niet aan de beurt kwam, waren de ‘menomanen’ die helemaal van aan de landsgrens naar Brugge waren afgereisd voor hun band: ZLDR. (De bus, remember?)
Broers Thomas en Julien Jaquemain zijn rasechte showbeesten die met hun tweetalige rap de boel compleet op stelten zetten (de beats van Lennert Declercq zullen er zeker ook voor iets tussen gezeten hebben). De fanbusreizigers verzamelden zich centraal voor het podium en het feest kon beginnen. En wat een feest was me dat zeg! Heelder teksten werden mee gescandeerd, handen en armen gingen de lucht in en de twee sjeesden als bezetenen over het podium. Heerlijk!
Toen een van de broers zich in de zaal begaf om te midden van het publiek een gevoelig nummertje te brengen, was iedereen, ook mensen van buiten Menen, verkocht. Het spelletjes waarbij het publiek van links naar rechts door de zaal werd geloodst, hadden we al eerder gezien bij Le77 en ook de opbouw van de set deed regelmatig aan hen denken. Maar wat maakte het uit, het werkte prima en de zaal kolkte zoals ze dat nog niet gedaan had die avond.
De jury van Sound Track stond vervolgens voor de aartsmoeilijke taak om uit deze ijzersterke finale drie laureaten te distilleren. Hoe moeilijk dat wel was, bleek toen er pas tegen 1u, met een half uur vertraging, witte rook uit het jurylokaal verscheen.
Ciggy Sunday en ZLDR waren verwachte winnaars. Dat Bloed bij de laureaten zou eindigen had misschien niet iedereen zien aankomen. De publieksprijs van 1000EUR ging, zoals verwacht, naar ZLDR, waarmee ze de kosten van de ingehuurde bus meteen ook hadden terugverdiend.
Bloed: Facebook – Instagram
Gummy Green: Facebook – Instagram
Arend Delabie: Facebook – Instagram
Ciggy Sunday: Facebook – Instagram
Yuma: Instagram
Timothy Fernandez: Instagram
Luigi Colzato: Facebook – Instagram
ZLDR: Facebook – Instagram