Zaterdag 25 februari zakte ik af naar De Casino in Sint-Niklaas. Faces on TV en Hydrogen Sea stonden op het menu, allebei al bekend dankzij enkele radiohitjes. Nog een parallel is hun recente doorbraak door het uitbrengen van hun eerste plaat. Faces on TV verzamelde op EP Traveling Blind hun beste nummers en Hydrogen Sea bracht met langspeler In Dreams de mooiste dreampop van het land.
Faces on TV beet de spits af en drummer Ruben Vanhoutte (dirk.) betrad helemaal alleen het podium. Nadat toetseniste Dienne Bogaerts (Lili Grace) zich bij hem voegde, kon de show helemaal beginnen. Opener If I Could werd stevig gekruid door een gitaarsolo met veel delay van frontman en gitarist Jasper Maekelberg, de muzikale Hercules van de huidige generatie en bekend van zijn werk voor onder andere Bazart, Tsar B., Douglas Firs en Warhaus. De toon was gezet.
Het iets experimentelere It’s Coming In begon erg zwoel en Maekelberg had er duidelijk zin in. Iets té veel; halverwege het nummer sprong de hoogste snaar van zijn gitaar. Niet dat de charismatische frontman zich daardoor uit het lood liet slaan; rustig haalde hij vlak voor single Run Against the Stream een andere gitaar tevoorschijn. Faces on TV liet het nummer op het einde helemaal ontsporen en zorgde zo voor het eerste hoogtepunt van de avond. Na een exotisch klinkend nieuw nummer met werktitel Trompettekes, deelde Maekelberg beleefd mee dat hij volop aan de debuutplaat aan het schrijven was, waarna hij solo met Master Clockworks een intiemer moment plande. De technische foutjes verhinderden de warme sfeer die er in de zaal heerste, niet.
Tijd voor een volgend hoogtepunt, moet Maekelberg gedacht hebben, en met hit Traveling Blind pakte hij het publiek helemaal in. Ik ging aan het dansen, net als de rest van de zaal. Na het Afrikaans klinkende Joo 128 en het lang uitgesponnen Pray the Light, werd er uitstekend afgesloten met ex-StuBru hotshot Love/Dead. Ik had veel verwacht van Faces on TV en die verwachtingen werden naadloos ingelost.
Een kwartiertje later was het dan de beurt aan Hydrogen Sea, dat duidelijk heel veel publiek had meegebracht. Na elk nummer, van opener Gentle Doubler over het repetitieve Lead Us Home tot de recenste single Murky Waters werd het trio (PJ Seaux en Birsen Uçar worden live vergezeld door een drummer) getrakteerd op een daverend applaus. Ik zelf was daarentegen na Before I Go en Only Oleanders niet helemaal overtuigd; er was een bepaalde afstand tussen de band en het publiek, ondanks het vele applaus.
Het publiek schreeuwde na afloop om een bisnummer en dat kregen we met The Fall. Seaux wisselde zijn elektronica in voor een elektrische gitaar en die welgekomen afwisseling zorgde voor een laatste, prachtig hoogtepunt.
Met een warm gevoel konden we allemaal naar huis, want ook Hydrogen Sea was goed. De persoonlijkere, minder steriele houding van Birsen Uçar na de noodgedwongen technische pauze halverwege hun set maakte het mindere eerste deel goed.