Wat gebeurt er als zes maten uit het dorpje Vincent, in de buurt van het Australische Perth, muziek beginnen maken in een oude paardenschuur? Dan maak je rauwe psychedelische oerrock en dan heb je ook een in het oog springende naam nodig. Zoek niet verder want het zestal luistert ondertussen al acht jaar naar de klinkende naam Psychedelic Porn Crumpets.
Een crumpet is een soort beschuitje. De muziek is sowieso korrelig maar niet zo saai als een onbelegd beschuitje wel lijkt. De bandnaam is bovendien een uit de hand gelopen grap, en zo gaan die dingen.
Wie verzamelde zanger/gitarist Jack McEwan rond zich? Dat zijn gitarist Luke Parish, drummer Danny Caddy, bassist Wayan Billondana, and keyboardist Chris Young. Ze kwamen langs in Trix club en voor dit soort rock-’n-roll van het zuiverste soort, zocht de programmator een méér dan waardige opwarmer op vaderlandse bodem, en dan kom je alleen maar bij Peuk uit.
Peuk is van het beste dat ons gitaarlandje te bieden heeft. Wie de bijzonder gedenkwaardige debuutplaat van de Limburgers gemist heeft, maakte derhalve nog geen kennis met de beste frontvrouw die ons land rijk is. Nele Janssen, songsmid, zangeres en spilfiguur van een razend interessant trio dat met Jacky Willems van Heisa en Dave Schroyen op de drums gestaag aan de weg timmert. Een fan vroeg vlak na het optreden aan Schroyen “Hey jij hebt bij Evil Superstars gedrumd toch?” Er zijn zo van die dingen die altijd in één adem met je persoon genoemd worden. Peuk is keihard bezig met de nieuwe plaat die in de lente verwacht wordt en nu in de mixingfase beland is. Wij kunnen nu al verklappen dat het een joekel van een dijk van een meesterwerk dreigt te worden.
Niet alle songs hebben al definitieve titels, het kan dus zomaar gebeuren dat hier nummers geciteerd worden die binnen een jaar een andere naam zullen dragen. Het gebeurt maar zelden dat een optreden niet lijdt onder de afwezigheid van de bekende hits of oersongs waarnaar men doorgaans snakt. Het Peuk 2.0 is echter zo intrigerend dat we er geen erg in hadden dat enkel nieuw of bijna nieuw werk gebracht werd. De set werd zonder dralen op gang gebracht met Bokkenpaleis en het gekende Greasy Eye. Vooral de songs erna eisten alle aandacht op want natuurlijk heette de derde song in de set voorlopig Pixie want er werd meer dan één keer geknipoogd naar’ jeweetwelwie’. Peuk Le Monde zeg maar… Heel knap was het erg lang uitgesponnen Lebanon dat een begin en einde heeft dat perfect in de baslijnmodus van Pixie gleed. Tussenin ontbond Nele haar gitaar- en vocale duivels en kwam een song tot ontplooiing die als een octopus veel tentakels had en waar we niet snel klaar mee waren.
Cave Person plaveide dan de weg naar een postpunklawine om van te duizelen want Rudy was wel een beetje de Drunk’n Caravan op de setlist. De withete postpunk maakte duidelijk dat Peuk op de nieuwe plaat niet voor half werk gaat en al zeker niet voor radiovriendelijke singersongwriterdeuntjes. Waar de band voorheen rechttoe/rechtaan klonk, doet ze dat nu in meerdere laagjes en het lijkt ons zalig deze laagjes er luisterbeurt na luisterbeurt af te pellen. Break Table is nu al een favoriet want opent en sluit met een aan het early eighties R.E.M.-geluid verwante melodie om ondertussen prinsheerlijk te ontsporen in een knotsgekke punksong. Nele klonk bij momenten zelfs als Alison Shaw van The Cranes en toonde dus aan dat er niet alleen een Courtney Love in haar stembanden woont.
Het publiek ging volledig mee in het verhaal en de temperatuur liep hoog op. Dave moest even bekomen en zijn rug rechten en Jacky was zo in overdrive gegaan dat hij grapjes begon te maken over artritis in beide polsen.
Meestal zette Nele een song in als de kurkdroge humor van haar bassist te droog werd. Hoe ‘convenient’ is het dan om een song te spelen die Inconvenient heet en perfect past bij afsluitende semi-klassieker Clean Up Time die er zelfs voor zorgde dat de handen op elkaar gingen in een dankbaar en tegelijk opjuttend applaus. Ons peukgevoel zegt dat de nieuwe plaat alternatieve brokken zal maken in muziekland. De afvalintercommunale zal haar werk hebben. Maar wat was dit een geweldige concertavond, of wacht eens? Juist, er komt nog een band! Wisten wij veel dat’ Psychedelic Porn Crumpets live’ moeiteloos zou ontaarden in een soort volkspsychose.
The Crumpets kan je onmogelijk van stilzitten beschuldigen want Night Gnomes is reeds hun vijfde plaat, wat niet slecht is op 7 jaar tijd.
Hun plaat kwam uit via Marathon Artists hoewel ze zelf een platenfirma uit de grond hadden gestampt, maar die hebben ze er kennelijk weer zelf in gestampt want veel gebeurt er niet mee. Een barkruk stond vooraan op het podium, en een microfoon werd gericht op een plastieken schildpad op die barkruk. De schildpad heet Rodney en keek de bandleden smekend aan in de etalage van een benzinestation. Een spot verlichtte Rodney en de muziek van Andrea Bocelli weerklonk – we kunnen er ook een tenor naast zitten – terwijl de band haar positie innam.
Wars van het feit dat hun muziek de erfenis van bands als Black Sabbath en Led Zeppelin uitademt in een nauwelijks verholen seventiessound, en McEwan ongetwijfeld dweept met Jim Morrison, deden de Aussies ons aan recentere bands denken. Het eerste deel van de set hield zowat het midden tussen een soort hang naar Motorpsycho, in het gareel gehouden door early Queens Of The Stone Age. Lava Lamp Pisco was hiervan het ultieme voorbeeld. Het laatste half uur was fel en we hoorden onstuimige Arctic Monkeys die op kamp naar Ten van Pearl Jam hadden geluisterd met de nodige paddenstoelen… om op te zitten hé.
Mundungus was een oplawaai die brandhout maakt van een paar te simpele uitspraken over het kwintet. De band wordt nogal gemakshalve weggezet als een opkomend psychedelisch talent dat de vegemite haalde bij gevestigde Australische iconen King Gizzard And The Lizard Wizard en Tame Impala. We kennen echter een paar Aussie bands die als vlag de lading veel beter dekken. Maar als de drang naar zweverige melodie een doorslaggevend argument is, dan valt er iets voor te zeggen.
Parish en Young kennen alle trucjes van de metalfoor en musiceerden vaak mooi synchroon met alle essentiële headbangmaneuvers er bovenop. De ritmesectie met Billondana en Caddy beleefde een druk avondje en zanger McEwan mankeerde enkel nog een surfplank om het verhaaltje af te maken.
Al vroeg in de set vlogen t-shirt en bril aan de kant en resteerde er enkel nog een zwemshortje want Jack zingt blootvoets en het zweet stroomde al snel van zijn ontblote bast. Het moet gezegd dat een Crumpets-show veel gelijkenissen vertoont met een woeste surfochtend voor de kust van Perth, de meest afgezonderde grote stad ter wereld en ook de stad met de meeste zonnedagen op een jaar.
De band verstaat als geen ander de kunst om songs te rekken in een seventiesfuzz waarbij enkel de afwezigheid van een mellotron voorkomt dat ze in een progrockmaalstroom belanden. Het zijn gewiekste vondsten om dan de gitaargolven metershoog te stuwen.
Song na song wordt dit beproeft recept uitgewerkt en de veelal erg jonge fans werden extatischer met de minuut. Found God In A Tomato, iemand? Het laatste halfuur werd iedereen meegezogen in een niet meer te stoppen kolkende moshpit die enkel even werd afgeremd om een nieuwe surfer boven de hoofden te lanceren. Jongeren gingen gewoon languit over de versterkers liggen om te bekomen. Waanzinnige taferelen en best opvallend hoeveel meisjes zich vooraan in het strijdgewoel gooiden.
Acid Dent was één van die felle punkrocksongs diep in de set waarbij we ons afvroegen hoe het mogelijk was dat niemand kledij- of andere schade opliep.
Muzikaal vinden wij Peuk straffer omdat de Crumpets een acuut gebrek aan weerhaken camoufleren in een met gitaren dichtgeplamuurd geluid. Maar ze doen dit wel op een geweldige manier en zijn zowat de opwindendste live-band die we sinds Covid aan het werk zagen. En op het einde wordt de rekening gemaakt en de jongeren hebben altijd gelijk. De gelukzaligheid droop in liters zweet gedrenkt van de gezichten. Aan de merchbar was het gedisciplineerd aanschuiven tot bijna een uur na het concert.
We waren getuige van een in alle opzichten memorabel avondje gitaargeweld dat vooral duidelijk maakte dat de jeugd nog steeds gitaren opzoekt. Dit is zowat het beste nieuws van de week. God save the Queen!