Op de affiche van het muzikaal ontdekkingsfestival Boomtown – onderdeel van de Gentse Feesten samen met Ha Concerts – stond de Britse punkdichter, John Cooper Clarke. 75 jaar is ‘The Doctor’ ondertussen, en vocaal is hij nog even viriel als in de jaren ’70. The Godfather of punk poetry, zoals hij ook genoemd wordt, heeft een grote invloed uitgeoefend op heel wat artiesten en muzikanten.
In hun beginjaren speelden onder meer Joy Division, New Order en Duran Duran als support act van zijn shows. Het was dan ook op voorhand al duidelijk dat het een memorabele avond zou worden.
Mike Garry is de vaste support act van John Cooper Clarke en mocht ook in Gent het publiek opwarmen. Hij is niet van de minste. Voor hij zijn leven volledig aan de dichtkunst wijdde, werkte hij 15 jaar als bibliothecaris. Sinds 1995 trekt hij de wereld rond als dichter.
Hij trad op met bands zoals I Am Kloot, Badly Drawn Boy en The Fall. Hij werkte samen met gevangenissen, kindertehuizen, psychiatrische ziekenhuizen en publiceerde meerdere dichtbundels, waaronder God Is A Manc.
In opdracht van de BBC schreef Mike een gedicht ter ere van Tony Wilson (Factory Records en oprichter van The Hacienda in Manchester). Het resultaat, St Anthony, kregen we ook in de Handelsbeurs te horen. Naar het einde toe was er even verwarring. Blijkbaar was er een tijdslot van 15 minuten voorzien voor het voorprogramma, maar kwam het afgesproken signaal van de tourmanager (Roy) er niet, waardoor Mike onvoorbereid en gedwongen zijn performance verder diende te zetten tot na een half uur het signaal wel kwam. Maar geen nood, hij loste dit ingenieus en met humor op, waardoor het roepen naar Roy en het verwijzen naar de afgesproken 15 minuten voor velen onder ons gewoon een onderdeel van de act leek te zijn. Een perfecte, zeer entertainende start van wat een intrigerende en amusante avond zou worden.
Na deze succesvolle opener was het tijd voor het fenomeen waar we vol anticipatie op aan het wachten waren: Dr. John Cooper Clarke. Onder luid gejuich betrad de man het podium en na wat inleidende woorden en grapjes, begon hij met Guest List. Hij grapte vooraf dat al wie gratis binnen mocht en niet op zijn lijst stond, alsnog zou moeten betalen an wel vertrekken.
De huidige tour draait om zijn nieuwe dichtbundel getiteld What, (waarvan de cover ook de backdrop bleek te zijn). Terloops liet JCC ons weten dat het boek verkrijgbaar is in de gebruikelijke boekenwinkels. Hier dus geen merchandise, geen voorraadje mee om ter plaatse te verkopen (dit in tegenstelling tot Mike Garry, die zijn waar in de lobby zou verkopen).
We kregen een uitgebalanceerde mengeling van Britse stand-up comedy met een hoek af, limericks, het occasionele liedje, jingles (onder meer eentje die hij voor Martini creëerde), haiku’s en volwaardige gedichten. En hoewel zijn stem het enige instrument was, voelde de avond toch erg muzikaal, en uiteraard heel erg punk. Op een bepaald moment verwees hij zelfs naar ons eigenste Eddy Wally (God weet welk opzoekingswerk daaraan vooraf is gegaan).
In de aanloop naar het gedicht Get Back On Drugs You Fat Fuck verwees hij naar zijn eigen drugsverleden (dat ondertussen al een tijd achter hem ligt). Ook nieuw werk, Everybody Loves A Yunkyard, dat nog niet werd gepubliceerd, kon ons wel bekoren. Als intro voor I’ve Fallen In Love With My Wife kwamen we meer te weten over de meerdere mislukte huwelijken van de artiest en hoe gelukkig hij momenteel is met zijn huidige vrouw. Wijsheid komt allicht met de jaren.
Tour manager Johnny Green, die in normale omstandigheden JCC introduceert, kon er om medische redenen niet bij zijn, maar kreeg wel oprechte dankbetuigingen van zijn protegee. Ook Evidently Chickentown passeerde de revue. Het gedicht werd in meerdere films gebruikt, alsook op het einde van een aflevering van de Amerikaanse serie The Sopranos.
De avond vloog voorbij, geen seconde verveelde en het bulderlachen kwam van alle kanten in een goed gevulde Handelsbeurs. De set kwam tot een einde met het welbekende Twat (waar we stiekem op aan het wachten waren) en I Wanna Be Yours dat gekend staat als ’s werelds meest populaire huwelijksgedicht. Dat komt onder andere doordat de tekst gedeeltelijk gebruikt werd door niemand minder dan Arctic Monkeys op hun plaat AM. Het was lang geleden dat we ons nog zo geamuseerd hadden!