De 20ste keer Duvelblues… Laat ons voor de gelegenheid beginnen met een kort overzichtje.
In 1996 was er ene Gust Meeus die voor zijn 40ste verjaardag besloot een feestje te geven. Wat men toen nog niet wist was dat dit feestje, dat als naam Lust for life meekreeg, de aanzet zou worden van Duvelblues. Gust besloot om, samen met vrienden, het feestje jaarlijks over te doen met live bluesconcerten. Die werden gehouden in jeugdhuis Kabal in Ruisbroek. Meer en meer mensen trokken naar het minifestival waardoor er noodzakelijkerwijs naar een groter terrein moest worden uitgekeken en enkele sponsors werden opgetrommeld. Zo zag Duvelblues in 2002 het levenslicht op de terreinen van de lokale Chirobeweging met een opkomst van 350 bezoekers. In 2006 was dat aantal al meer dan verdubbeld en verhuisde Duvelblues naar het Hof Van Coolhem. Steeds meer internationale namen kwamen op de affiche en het festival bleef groeien. In 2016 werd even uitgeweken naar JOC Wijland in Puurs om daarna terug te keren naar de nieuwe terreinen van jeugdhuis Kabal. Na een paar edities gemist te hebben tijdens de coronajaren was het eindelijk zo ver en kon de 20ste editie van het festival van start gaan.
Het Belgische Hideaway mocht de aftrap geven. De band vernoemd naar de Freddie King klassieker Hide Away bracht een mix van blues, rhythm and blues, rock-‘n-roll, soul, gospel en country. Buiten was het nog zonnig en veel mensen bleven ervan genieten waardoor de tent nog weinig gevuld was. Hideaway kreeg echter wel degenen die toch de moeite namen om naar hun optreden te komen kijken in beweging. De toon was gezet voor het verder verloop van het bescheiden festival.
Wie het even wat rustiger wilde kon tussen de optredens op het hoofdpodium, terecht in de kleine tent voor akoestische sets van onder meer Bruno Deneckere en Kathleen Vandenhoudt, Kevin Burt en Jontavious Willis. Wij concentreerden ons echter enkel op wat zich op het hoofdpodium afspeelde.
De tweede band op de lijst was volgens de geruchten een aanstormend talent: Kevin & The Blues Groovers. Kevin Gullage een 23 jarige knul wist, samen met zijn begeleidingsband, de tent op z’n dak te zetten en gaf een prachtig, energiek concert weg. Het was Kevins eerste concert in België en hij had er duidelijk zin in. Tussen eigen songs in schotelde hij ons ook klassiekers voor zoals met een eigenzinnig versie van House Of The Rising Sun, Pride and Joy en I Can’t Stand The Rain. Carlton Ross (gitarist) dook nog het publiek in om daar een geweldige solo te geven, om daarna terug op het podium de solo, op z’n rug liggend, af te werken. Carlton mocht gerust ook gezien worden als de showman van het ensemble. Op het einde van de set werd, ter nagedachtenis van Tina Turner, nog een fantastische cover van Proud Mary gespeeld. De band werd onder luid gejoel teruggeroepen op het podium voor een extra nummer, het werd The Blues Is Alright van Little Milton.
Vanessa Collier dan, voor haar was het de tweede maal dat ze op Belgische bodem stond. De saxofoniste is geen ongekende meer in de blues/funk en soul wereld en samen met haar band wist ook zij de tent in lichterlaaie te zetten. I Can’t Stand The Rain passeerde voor de tweede maal vandaag. Ze bracht ook het nummer What makes You Beautiful dat ze voor haar kinderen schreef. Tijdens de heel uitbundige gitaarsolo van de wel heel opvallende gitariste stond Vanessa er zelf met een grote smile naar te kijken, ze genoot van het optreden, dat was duidelijk. Zelf dook ze met haar saxofoon ook nog tussen de massa en liep ze al solerend de tent door. Van de U2 hit Loves Comes To Town die ze samen brachten met BB King , kregen we ook nog een geweldige cover te horen. Ze sloot de set ze af met 2 Parts Sugar 1 Part Lime, een ode aan haar moeder. Ook Vanessa werd teruggeroepen, onder de melding dat ze niet geacht was nog een extra nummer te spelen riep ze de band terug het podium op en brachten ze nog een boogie woogie nummer. Beter dan dit en Kevin And The Blues Groovers ging het niet meer worden zullen velen gedacht hebben, en daardoor was de opkomst voor Beverly Joe Scott meteen al een pak minder.
De ‘headliner’ op de affiche was Beverly Jo Scott. De Amerikaanse woonde een paar jaar in Brussel en is dus erg vertrouwd met België. Ze zei dan ook dat het deugd deed om terug te zijn en dat ze van ons land houdt. Haar set was wat rustiger dan de voorgaande, maar wat een klok van een stem heeft deze dame toch. Beverly Jo begon haar set met One Shot Shy, gevolgd door Light That Torch. I Need A Man stond natuurlijk ook op de setlist en de tonen van House Of The Rising Sun mochten we voor een derde keer horen in een iets andere versie. Ook bracht ze de Elvis cover Can’t Help Falling In Love, het eerste nummer dat ze ooit op gitaar leerde spelen. Het concert werd afgesloten met de klassieker With A Little Help From My Friends. Voor extra’s was er helaas geen tijd meer.
Als slot kregen we nog Band of Friends. Een Ierse band die muziek van Rory Gallagher terug tot leven brengt. Gerry McAvoy (bassist) die ook de rol van frontman op zich nam probeerde het overgebleven publiek nog mee te trekken, hier en daar lukte dat wel eens maar hij had er duidelijk moeite mee en je merkte dat hij ervan baalde. Hij probeerde het nogmaals door zelf tussen de toeschouwers te gaan lopen en ze aan te zetten tot wat meer ambiance, maar het was een hopeloze poging. De vermoeidheid zat erin. De band speelde wel een ijzersterke set, en er was hier en daar nog een enkeling dat stond te springen. Band of Friends had meer aandacht verdient en sloot Duvelblues mooi af.