Terwijl Dan Bejar bij The New Pornographers meer op de achtergrond te horen is staat hij bij Destroyer helemaal in de spotlight. Destroyer begon ooit als soloproject maar hij kon altijd wel rekenen op New Pornographers-collega John Edward Collins om mee zijn songs uit te werken. Verder wisselt de bezetting van Destroyer regelmatig en ook houdt Bejar er van om op elk album met een ander geluid voor de dag te komen.
In Antwerpen kwam hij het onlangs verschenen 13de Destroyer-album Labyrinthitis en het in volle coronacrisis verschenen Have We Met voorstellen. Daarvoor had hij een zeskoppige band bij die de sound van de albums wil evenaren. Beide albums liggen, naar Destroyer-normen, vrij dicht tegen elkaar maar het laatste album heeft een meer funky inslag.
Het voorprogramma werd verzorgd door de uit Nieuw-Zeelandse afkomstige Aoife Nessa Frances, die al een tijdje naar Ierland is geëmigreerd. Ze laat zich inspireren door het landschap en de zee en maakt zo dromerige folk songs met een psychedelisch randje. Ze brengt deze maand haar tweede album Protector uit bij Partisan Records.
Frances liet haar begeleidingsband thuis en bracht solo wat nummers uit het te verschijnen album. Ze begeleidde zichzelf op piano of keyboard terwijl ze de voorgeprogrameerde drumcomputer en synthesizer liet meelopen en met haar zachte warme stem de song mooi opvulde. Omdat haar nummers in de studio van veel laagjes voorzien zijn gebruikte ze een loopstation voor haar gitaar. Het geheel klonk vrij indrukwekkend, ze creëerde een knappe dromerige folksound waar het psychedelische aspect altijd kwam in bovendrijven. Het was dan ook de perfecte soundtrack voor de volle maan waar ze ook naar toe verwees. Destroyer keyboardspeler Ted Bois vervoegde haar tijdens het laatste nummer van de set, This Still Life, dat hij subliem aanvulde met zweverige, psychedelische soundscapes. Zo hadden we toch een beeld van wat Frances met haar volledige band brengt. Op 11 november staat ze in de Brusselse Botanique waar ze met haar band het nieuwe album komt voorstellen.
Terwijl Aoife Nessa Frances alleen op het grote podium stond, nam Destroyer het volledige podium in beslag. Dat was ook te horen aan het geluid. Bij openingsnummer It’s In Your Heart Now ging de decibelmeter meteen de hoogte in. Wat wil je met drummer Joshua Wells die stevig tekeer ging terwijl gitaristen Nicolas Bragg en David Carswell een vette wall of sound creëerde. Dat werd nog aangevuld met de trompet van JP Carter die door een lading effecten werd gestuurd, Ted Bois die er wat melodie probeerde in te brengen met zijn piano en basmonster Colin Cowan die met zijn subliem basspel het geluid aanvulde. De subtiliteit die we kennen op de albums van Destroyer was volledig weg en in de plaats van laagjes kregen we een geluidsbom. Het was dan ook niet altijd evident om Bejar te verstaan, zijn nasale stem is niet heel krachtig en hij is nu ook niet de beste zanger dus werd hij soms wat overschaduwd door zijn muzikanten.
Maar áls de muzikanten en zang perfect in balans waren, dan kregen we een aanstekelijk geheel waar ook wel wat subtiliteit in te horen was. De muziek dreef op de aanstekelijke baslijnen van Cowan die de nummers nog iets dansbaarder maakte dan ze al waren. JP Cartersn inbreng met de trompet gaf de songs iets unieks. Door het gebruik van effecten klonk het geluid van het instrument heel speciaal. Hij kreeg zelfs een solo moment dat in het begin klonk als zweverige new age en opbouwde naar stevige krautrock. Deze solo werd dan ook gebruikt als intro voor het mooie Suicide Demo For Kara Walker.
Bejar stond wat nonchalant op het podium en in de instrumentale stukken was hij voortdurend met zijn haar bezig en wijn en bier door elkaar en achter elkaar aan het drinken. Op de momenten dat hij moest zingen, stond hij er voor de volle 100% en met veel overtuiging. Communiceren daar doet Dan niet aan en het bleef het gewoon bij een somber dankwoord naar het publiek en Aoife. Ze speelden vooral songs uit Labyrinthitis en Have We Met aangevuld met een paar nummers uit Kaputt, Ken en Poison Season. Enkel tijdens de bisnummers kreeg we nog oudje Streethawk I.
Spijtig dat de mix van het geluid soms niet 100% goed zat waardoor we af en toe een geluidbrij in de oren gestampt kregen. Maar als alles in balans was, werden we volledig meegesleurd in de Destroyer-groove.