Foto’s: Hannelore Dieleman
‘It might get emotional’, het was een waarschuwing die de tour voorafging. En voor een aantal fans was het dat woensdag zéker; de Antwerpse stop, de laatste show op Belgische bodem van Derek William Dick, ’they call me the fish’ op diens afscheidstournee. Maar ook voor de zanger zelf, die een speciale band met Antwerpen blijkt te hebben, waar hij als kind, samen met zijn ouders vaak kwam, zo vertelde hij trots. Fish verontschuldigde zich ook van ons land niet zo vaak te hebben bezocht tijdens zijn tours.
Het werd géén avondje grienen hoor, verre van. Maar gedurende de avond, groeide toch het pijnlijke besef dat we écht het allerlaatste concert van ’the big man’ aan het bijwonen waren. Slik. Ja, toch! Tenzij we nog een trip naar de UK overwegen voor de laatste shows daar in februari en maart natuurlijk. Zouden we? Wat het ook wordt: het werd een erg memorabele avond, met Fish en de band die alles uit de kast haalden, met een setlist om de vingers en duimen bij af te likken. Een mooi carrière-overzicht, met eigen en fan favorieten, waaronder ook een aantal Marillion-gems, of wat had je gedacht?.
Fish was bijzonder goed bij stem, de band goed op dreef. ‘The big ‘ole man’ liet ook niet na om af en toe te gekscheren en -hoe kan het ook anders – de sympathieke Schot stond ook uitgebreid stil bij de politieke actualiteit, en met name een welbepaalde verkiezing aan de andere kant van de oceaan, en de gevolgen daarvan voor Europa. Al was het toch de muziek en de songs die primeerden. Samen met diens oude getrouwen en vrienden in de band schonk de boomlange Schot ons eer prachtig afscheidsconcert… En ja, het werd soms wat emotioneel, flink gerockt werd er ook, tot zelfs hier en daar onhandig gedanst.
Een goed plaatsje gevonden in de zaal, stonden we nog wat te filosoferen over hoe verstandig het is om te stoppen voor het slecht of pijnlijk wordt en of hij niet toch een comeback zou maken later, toen we plots de eerste tonen van La Gazza Ladra (van Rossini) hoorden klinken door de zaal, dé intro waar destijds, in de jaren dat Fish aan boord was van Marillion ook de shows mee openden. Het was tijd. Tijd voor het afscheidsfeest. De muzikanten wandelden het podium op, met in hun kielzog, uiteindelijk ook Fish, hartelijk en luid verwelkomd door de fishheads* en alle melomanen aanwezig.
Mickey Simmonds blies die zo gekende synthesizerpartijen door de zaal, de oohs en aahs, volgden al snel, Fish zette in: “Listen to me just hear me out, if I could have your attention. Just quieten down for a voice in the crowd.”, wijzend naar die crowd, zijn crowd. Het was gelijk ook een pakkend momentje. “I get so confused I don’t understand. I know you feel the same way you’ve always wanted to say. But you don’t get the chance, just a voice in the crowd”, meteen was duidelijk hoé goed de Schotse held bij stem was. Ook de vocale uithalen in de “If there’s somebody out there”-passages lukten hem moeiteloos. We kregen een redelijk indrukwekkende vertolking van Vigil cadeau van Fish en band. Pakkend en rockend.
Credo en Big Wedge volgenden meteen na het majestueuze Vigil, waarbij Fish de zaal tijdens diens Credo aan het handjesklappen zette. Erg fijne versie ook. Heerlijk gitaarwerk van Robin Boult, Gavin Griffiths‘ subtiel drumwerk en de bolde bas van Steve Vantsis verdienen een thumbs up. En knappe backings van de immer geweldige Elisabeth Troy Antwi, wat een keel!
Big Wedge is niet echt een favoriet van ons, maar woensdagavond absoluut wél, zo funky en rock ’n roll pur sang. En ook Pipeline (uit Suits) zat in die vibe, met magische keys van Simmonds, fraaie samenzang, krachtig keelwerk van Fish, en veel gitaarpracht. Fish stond te rocken als een jong veulen, terwijl volop met zijn onafscheidelijke sjaal spelend.
Simmonds kreeg een open doekje van Fish, terecht natuurlijk. En toen vertelde de Schot ons hoe ook hij met verbazing de verkiezingen in de USA had gevolgd, en hoe bezorgd hij was over het resultaat en de eventuele gevolgen voor Europa en de UK. Hoe we mee moeten strijden opdat Europa en de UK meer samen zouden werken, allengs nog een sneer naar de Brexit makend. “En het volgende nummer gaat over de politieke spelletjes en zomeer” waarop een redelijk fenomenaal Shadowplay werd ingezet (Internal Exile).
Fish had het over hoe hij niét naar Donald Trump op tv kon kijken, hoe hij besloten had zich het leed van de wereld aan te trekken, maar hoe we ook ons niet mogen laten ontmoedigen door al dat wereldleed en haar leiders, en een intens magisch Weltschmertz (Weltschmertz) klonk door de zaal. Fish als verteller, zanger, met geweldige vocale uithalen van Antwi. Ingezet op de akoestische gitaar, klonk A Feast of Consequences (A Feast of Consquences), al even indrukwekkend, lekker weg-rockend.
Just Good Friends kwam binnen, zeker voor wie zich als lotgenoot van de hoofdrolspelers identificeert, maar sowieso. Wat een versie, zo goed gezongen, en die geniale gitaarsolo van Robin Boult! Hij had het ons al gelapt met Vigil, hij deed het weer: krop in de keel.
Na deze tour trekt Fish zich, samen met zijn echtgenote, terug op de Hebriden (voor de stalkers: op het eiland Berneray), en zo kreeg afscheidstour ‘A Road To The Isles‘ als titel mee. Geweldig is hoe Fish op de tour nooit krak dezelfde setlist speelt, hij heeft dan ook flink wat oeuvre bij elkaar geschreven, de eerste jaren met Marillion, en jawel, ook dat luik kwam aan bod. Woensdag begon dat met een traktaat uit Fugazi, met een machtige versie van Incubus, waarop keyboardist Simmonds zich duchtig kon uithalen, en Fish net niet zijn jaren tachtig-stemgeluid bovenhaalde, maar als je de ogen sloot was het toch weer eventjes 1984. En hoe gemeend klonk “I am the producer of your nightmare”!
Fish vertelde over de corona-periode, en hoe zijn wekelijkse Facebook-uitzendingen Fish On Friday startten, waarin de zanger honderduit vertelt, in zaal peilend wie het zoal volgde: quasi iedereen zo bleek. “Ik vertel graag, ik ben een verhalenverteller. Eigenlijk ben ik geen zanger, ik ben een schrijver die kan zingen. En ik moet jullie eigenlijk allemaal bedanken, want jullie hebben mij een dure therapie bespaard”. Lachers op diens hand natuurlijk.
“Nu wil ik iets doen uit een album dat misschien te weinig gekend is, en eigenlijk toch wel beter verdient. Al had Fish kunnen weten dat heel wat fishheads uiteraard meer dan vertrouwd zijn met het het lichtjes sublieme Raingods With Zippos (1999). Wat volgde was niét Incomplete of Faithhealer, wat heel mooi was geweest, maar Fish deed nog straffer en trakteerde het publiek op A Plague of Ghosts, een halfuurtje progrock-genot van de bovenste plank. De suite werd meer dan overtuigend en met brio gebracht. Van Old Haunts tot en met Raingods Dancing en Wake-up Call (Make It Happen), dus. Magisch, met alle muzikanten die excelleerden, en met de stemmen van Fish en Antwi. Een halfuur dat véél te kort duurde weliswaar. “We can make it happen”, parafraseerde Fish en, voor het laatst in België meldend “they call me the Fish!”.
De volgende minuten was het muisstil in de zaal, of werd er zachtjes meegezongen, of stilletjes gehuild dat kan ook. Opnieuw een ferme krop in menige keel bij magnifiek A Gentleman’s Excuse Me, met enkel Simmonds op keys en Fish die dit fantastisch zong en croonde.
Terwijl de zaal nog aan het bekomen was, klonk die zo gekende intro en met Kayleigh werd de finale ingezet met nog meer parels uit Misplaced Childhood (1985), want ook Lavender en, hoe kon het ook anders; hét anthem bij uitstek Heart Of Lothian . En met dit iconische trio uit het derde Marillion-album was de allerlaatste show van Fish op Belgische podium bijna geschiedenis.
Fish dankte zijn publiek uitvoerig, na het groeten verliet de band het podium, om na het verwachtte aanhoudende applaus toch nog terug te keren om ons als allerlaatste salvo de geniale ‘drinking song’ The Company, waar we ons hier in België volgens Fish wel kunnen in vinden. En toen viel het doek en was het afscheid afgerond.
De komende dagen en weken tourt Fish in Nederland en Duitsland, in februari trekt de tour naar de UK met het ultieme afscheid in Glasgow in maart. Hier en daar zijn misschien nog wel wat tickets, en er is ticketswap. Het valt te proberen. Wij houden je alvast niét tegen, doén! En wij? Wij twijfelen! Al zullen we allicht ons beperken tot déze laatste keer …
(*) Fishheads – zo noemen de fans van Fish zich, maar dat had je al wel door.