Les Nuits trakteerde de concertgangers gisteravond op lentezachte klanken in hun Chapiteau en Orangerie met Ulysse en Gaël Faye. Uit de hermetisch afgesloten burcht genaamd de Rotonde stegen vervaarlijke klanken en angstaanjagende gillen op. Het Franse Pogo Car Crash Control (PCCC) bracht haar plaat Déprime Hostile uit op het label Panenka Music. In voetbalkringen staat een Panenka voor een met veel gevoel voor subtiliteit getrapte strafschop. PCCC heeft het net iets meer voor een drieste tackle vol op de enkels.
Het kwartet rond de broers Louis en Simon Péchinot maakt extreem ruige en snelle hardcorepunk die een razende variant is van pakweg It It Anita en Metz. Nummers als Royaume, Paroles en C Pas Les Autres worden zonder pauze aan elkaar getierd en zo naaien de Fransen de boel meteen op. Vooral de fraaie bassiste Lola Frichet en de zanger wisten met hun energie geen blijf en sprongen een concert lang als bezeten in het rond. Behoorlijk indrukwekkend allemaal, en met een sublieme zwart-witte lichtshow opgefleurd. Het publiek werd in die mate opgehitst dat alle fotografen dekking zochten voor een bierfontein die op en vlak voor het podium de kranen opende nadat de zanger een 10-tal blikjes bier cadeau deed. Zelfs toen er een volle pint bier tegen zijn hoofd kapot geslagen werd, bleef hij een versnelling hoger spelen. Hun enige Belgische show werd een memorabele, hoewel de storm aan het eind lichtjes verlammend werkte, of was het gewoon omdat we met zijn allen van verbazing, respect en vooral plakkerige biervoeten aan de grond genageld bleken?
Even, heel even maar, dachten we dat Cocaine Piss hier het onderspit zou delven. Want was het niet zangeres Aurélie in hoogsteigen persoon die het bier van PCCC mocht opdweilen op het podium? Het ondertussen al vermaarde Luikse punkkwartet heeft niet alleen met Farida Amadou een bevallige en strak spelende bassiste in haar rangen gesloten, maar zorgt sinds kort voor een opvallende upgrade van de tijdsduur van een gemiddeld concert. We gaan van 18 naar 42 minuten. Dit is voor een groot deel te danken aan de inbreng van de Deense freejazz saxofoniste Mette Rasmussen. Haar geflipte saxspel werkt enorm verrijkend voor de sound van Cocaine Piss. Ondanks het feit dat er rustmomenten in de set zitten, die in realiteit worden ingekleurd door een ziedende Mette die alles uit de longen perst, wordt de vaart nooit uit de langere set gehaald. Dit is straf.
Sirene Aurélie Poppins had het uitstekend naar haar zin in de Rotonde en nummers als Sex Weirdo, Fuck That Shit, Candy en Happiness (het masturbation-nummer) werden met de gekende Cocaine Piss-off mentaliteit op het publiek afgevuurd. Aurélie maakte dan al een theatrale sprong in het publiek waarna ze dan met de lenigheid en krolsheid van een kat het publiek van hééél dichtbij in de ogen keek. Pigeon, Cosmic Bullshit, Black Speedo…. Het passeerde allemaal de revue en het klonk nog leuker als tevoren. Poppins en co stagneren niet en hebben geen last van een uitgemolken trashverhaal, wel integendeel. Live zijn ze zo overdonderend dat de inbreng van Mette, de dialogen met het publiek, het verstoppertje spelen, eigenlijk een leuke meerwaarde bieden en zelfs de oerkracht van de nummers ten goede komt.
Want This Is No Fashion Show en Aurélie is not The Player Without A Team. Na een half uur stond het rechtstaande deel in het publiek enthousiast mee te dansen op de tonen van Ugly Face On. En Cocaine Piss zou Cocaine Piss niet zijn als niet met een uppercut van jewelste wordt afgesloten. Het publiek drie minuten voetstampend laten wachten om dan een bisnummer van 55 seconden te spelen. Cocaine Piss was groots en de treinchaos die hierna volgde leek wel een logisch gevolg van een verwoestend avondje Rotonde…