Tekst en foto’s : Hendrik Hindrex
Geslaagd met zweep en wimpel
Doorwinterde fans van Bob Dylan, 82 inmiddels, kennen de foto wel: de jonge neuzelaar huppelt vrolijk met een bull whip losjes om de schouder over het festivalterrein van het Newport Folk Festival 1963. Bob kreeg het zweepje van ene Joan Baez. Naar de bedoeling hiervan kunnen we enkel gissen, maar ze slaagde erin om Dylan tijdens haar set op het podium te krijgen. En om hem daarna zelf te strikken. Exit Suze Rotolo.
Bijna zestig jaar later zien we Bob Dylan in de Sagres Campo Pequeno, een arena voor stierengevechten in Lissabon. In de wandelgangen van het statige gebouw in neo-Moorse stijl hangen nog steeds portretten van toureiros, affiches en andere parafernalia van dit barbaarse volksvermaak. De bull whips werden hier gelukkig vervangen door microfoonsnoeren. Daar weet Bob Dylan ook raad mee.
Het concert is een episode uit de Rough and rowdy ways – world wide tour 2021-2024, die eerder vooral de VS, enkele Europese landen en Japan aandeed. Niet de Never ending tour dus. Mogelijk met een nieuwe stage-manager: het concert begint niet met de gebruikelijke riedel van Al Santos. Die intro eindigde steevast met “Will you please welcome Columbia recording artist Baaaawb Dylan”.
Dylan is dus gekomen om Rough and rowdy ways uit 2020 te promoten. De gespecialiseerde Bobcat-sites bulken nu al van diepere betekenissen van deze liedjes, maar wij verheugen ons vooral om deze toekomstige klassiekers live te horen. En daarin neemt Dylan ons mee in zijn wereld, strooit meer dan ooit met bekende namen. Dylan steekt de Rubicon over en belandt bij Jimmy Reed. En hij bezingt de moord op JFK in Dallas in zijn wonderjaar 1963. The Beatles, The Rolling Stones en Liberace komen langs. Hij blikt terug op zijn eigen boeiende leven. Helemaal autobiografisch zijn de verhalen natuurlijk niet. Wel prachtige vertellingen door een krasse knar van 82. En bijklussend stijlicoon: hij was onlangs nog fotomodel voor het Franse luxemerk Céline. In Pleasureville, Kentucky heeft ie zijn handen vol met zijn whiskey distilleerderij – annex art gallery – van zijn eigen merk Heaven’s Door Whiskey. In Schotland is hij kasteelheer, in zijn Malibu mansion vult de Nobelprijswinnaar literatuur zijn dagen met artistieke metaalcontructies lassen, schilderijen borstelen en vooral liedjes schrijven. Kortom iemand met meer dan één verhaal.
Dylan betreedt de arena en vat de stier bij de hoorns met een nummer uit 1971. Watching the river flow wordt al eens gezien als een doorslagje van Leopard-skin Pill-box Hat. Leuke opener, maar ook niet meer dan dat. En meteen weten we ook dat vertrouwd gezicht Tony Garnier opnieuw de bass beroert. Fiddler Donnie Herron is ingehuurd om de fijne snaren te bespelen. Drummer Jerry Pentecost met een opvallend wit brilmontuur is de nieuwkomer. Bob Britt en Doug Lancio zijn de gitaristen van dienst. De opstelling is sober gehouden. Geen mysterieuze beeldjes op de piano. Dylan zelf staat een beetje verdoken achter zijn vleugel.. Maar als hij zingt, is hij de zelfverzekerde grootmeester. Als vanouds.
Na een ‘Thank you’ verrast hij ons met Most likely you go your way (and i’ll go mine) uit Blonde on Blonde (1966). Knappe song over het einde van een relatie, waarvan Dylan zelf beweerde ‘blij te zijn dat het niet afliep met een gebroken neus’. En passant, Bawb is een notoir boksliefhebber. Kom op, we zijn gekomen voor liedjes uit zijn jongste elpee.
We worden op onze wenken bediend met het bloedmooie I contain multitudes. De titel heeft ie gejat van Walt Whitman, who cares? Namedropping is een favoriet spelletje van The Bard: Anne Frank, Indiana Jones en the British Bad Boys, the Rolling Stones in één refrein.
False prophet kon zo maar uit Time out of mind komen. Miss Mary-Jane, yep die met haar huis in Baltimore, wordt Mary Lou. “I sing songs of love, I sing songs of betrayal”, gromt de voice of a generation. Liedjes over liefde en verraad. De Duluthse zanger blijft rustig op zijn piano tokkelen. Achter mij vraagt een lokale licht beschonken lellebel zich hardop af waar dit nummer nu eigenlijk over gaat. Dan weet het internet vast raad. Nog een geluk dat slimme telefoons netjes – verplicht – in een bolsa opgeborgen blijven.
Nog meer herkenning bij When I paint my masterpiece (1971). Toen we Bob Dylan in 1987 voor ‘t eerst zagen was het nummer een hoogtepunt van de avond. Nu is dat niet anders. Bawb schreef dit liedje voor de elpee Cahoots van The Band. De zin “Well I left Rome and landed in Brussels from a plane ride so bumpy I almost cried” werd inmiddels gewijzigd tot “…so bumpy that it made me ill.” Geen gigantische plotwending, maar toch… Leuk weetje is dat voormalige Gentenaar Chris Whitley in 2005 ook een schitterende versie van dit nummer op plaat heeft gezet.
Het liedje Black Rider is op zich al een reden om het album te kopen. De tekst is explicieter dan we van hem gewoon zijn. Het zinnetje “The size of your cock will get you nowhere” lijkt wel een verwijzing naar het werk van Charles Bukowski. Niks mis mee, natuurlijk. Het verder mogelijk autobiografische liedje schuurt en kraakt, zoals we we The Bard graag horen.
Tijd voor My own version of you. Bawb overschouwt nog steeds de geschiedenis van het menselijk ras, en begint warempel alweer namen te droppen: Pacino, Brando, Julius Caesar, Freud en Marx… en murmelt het intrigerende “I’m gonna learn you play the piano like Leon Russell.” Op de elpee klinkt het bezwerend, in Lissabon komt er plots heel veel vaart in de slow train.
I’ll be your baby tonight uit 1967 is een weinig verrassend tussendoortje in deze show. ‘s Mans grotere hits zou de aandacht afleiden van het nieuwe werk.
Crossing the Rubicon is alweer een parel. Dylan waant zich even Julius Caesar. Er zijn er al voor minder in de psychiatrie beland. Maar Bawb komt overal mee weg. De uitvoering in Lissabon haalt het net niet van het origineel.
Dan is het de beurt aan To be alone with you. Het liedje uit Nashville skyline lijkt een overgang tussen twee new classics, maar we hadden hier liever Murder most foul gehoord. Dat briljant epos van 17 minuten staat helaas niet op het programma.
Het applaus in de arena zwelt na elk nummer aan. Geen herkenningsapplaus voor Key West (philosopher pirate). De pirate verwijst naar songsmid Jimmy Buffett, maar wij onthouden toch vooral dat Bawb vertrouwd is met Radio Luxembourg. Schitterende uitvoering van dit nummer.
Gotta serve somebody! Bob Dylan zingt deze klassieke song niet in de stijl van Rough and rowdy ways. Terecht, geef ons maar de hardere versie uit ‘s mans live-elpee Dylan & The Dead: mogelijk zijn we net iets te vertrouwd met deze jaren 80-versies.
Dylan vervolgt met I’ve made up my mind to give myself to you. Het klinkt live een stuk dwingender dan op de elpee. Dylan-exegeten haasten zich om te vertellen hoe dicht het nummer bij Jacques Offenbach staat en geven prompt een rimram aan betekenissen. Nog het meest geloofwaardig is dat Bob verklapt waarom hij liedjesboer is geworden. Niet meteen het beste nummer van de elpee, maar live rockt het.
En dat doet uiteraard ook Not fade away van Buddy Holly. Bawb kent het klappen van de zweep en blijft redelijk dicht bij het origineel. Met Buddy Holly wordt niet gesold.
Met Mother of muses komt Dylan weer bij de les van zijn ruwe en rumoerige ways. We horen hem liever met een krakende en schurende stem. Maar hier zingt hij eerder netjes: hij heeft dat live zelden gedaan, dus hij kan het. De tekst is een verwijzing naar zijn nobelprijsmedaille. Daarop staat een poëet afgebeeld. Hij luistert naar de muze die op een lier speelt en gelijk noteert wat ze hem ingeeft. Volgens Sara Danius, de streng uitziende tante die in 2016 bekendmaakte dat Bawb de Nobelprijs literatuur kreeg, zou hij wel erg lang naar die afbeelding gestaard hebben. We hebben het ook maar van horen zeggen.
Nee, we hebben het klassieke repertoire van Dylan nog niet gemist. Al helemaal niet bij het uptempo Goodbye Jimmy Reed. Die briljante song doet denken aan Blind Willie McTell. De ouwe bluesman als referentie, alweer een ode aan ‘s mans helden. Bob is niet de eerste om Jimmy Reed te eren. Het vooral van hem bekende Bright lights big city werd ook gespeeld door onder meer Eric Clapton, The Triffids en Jimi Hendrix. Drankorgel Jimmy Reed overleed op amper 50-jarige leeftijd in Oakland, Californië. Maar Bob Dylan schreef toch maar mooi een tribute over hem.
Na een voorstelling van de band rondt Bob Dylan het concert af met een eigenwijze versie van Every grain of sand. Zonder blaffende honden zoals op de bekende bootleg. De aanwezigen smullen er van als betrof het een warme pastel de nata uit Belém. Geen bisnummers. Dylan omarmt zijn muzikaal personeel en verdwijnt dan in de zwoele Portugese nacht.
Dit optreden was de zestiende keer dat we Dylan zagen. In voetbaltermen uitgedrukt: het komt bovenaan in de linkerkolom van de eindstand. Een machtig concert in een eenvoudige setting. We zagen zijn mondharmonica-concullega Toots Thielemans op 88-jarige leeftijd de sterren van de hemel blazen. Dat opent perspectieven. Zwijgend trekken we onze Stetson net niet over onze dankbare oren om spoorslags richting Praça Dom Pedro IV te fietsen.