Trix deed onze indiehartjes een paar slagen sneller tikken door op één en dezelfde avond Blood Red Shoes én Queen Kwong te programmeren. Laatstgenoemde mocht het razend interessante avondje openen in een aardig volgelopen club.
Met Carré Callaway, frontvrouw van Queen Kwong, haalde Trix niet de eerste de beste in huis. Ruim 10 jaar geleden werd ze ontdekt door ene Trent Reznor die haar mee op tour nam. Een stukgelopen relatie met Wes ‘Limp Bizkit’ Borland en de diagnose dat ze lijdt aan taaislijmziekte hebben de indierockcarrière van de schoonheid uit Los Angeles natuurlijk geen deugd gedaan. Blood Red Shoes weten als geen ander hoe belangrijk het is te kunnen meedraaien in een Europese tournee van een band die al een status verworven heeft. Ze werden in oktober zelf gevraagd door de Pixies.
Nu nemen ze Carré mee op sleeptouw en haar vierkoppige band bedankte hiervoor met een snedige set waarin ze ten volle haar kwaliteiten als podiumkunstenares en punkgodin in de verf zette. Ze opende haar set in heuse Grindermanstijl en liet gaandeweg ook flarden STAKE en Stooges in haar sound sijpelen. Ook Melissa Auf Der Maur flitste door onze gedachten. Het artwork van nieuwe single Oh Well weerspiegelt haar voorliefde voor poezen. Ze is zelf op het podium absoluut geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Na het concert vroegen we haar naar de oorsprong van de naam Queen Kwong. Ze legde uit dat het uiteraard een woordgrapje is dat voortvloeide uit de film King Kong. Haar vrienden spraken haar liefkozend als Queen Kong aan en zij verbasterde dit naar Kwong. Dik spijt heeft ze daarvan omdat weinig mensen de humor snappen en het blijkbaar ook een etnische bijklank heeft. Sympathieke dame en een boeiende artieste!
Blood Red Shoes waren dan aan zet. In karakteristiek – naar de comebackplaat Get Tragic verwijzend – groen betraden Laura-Mary Carter (gitaar/zang) en Steven Ansell (drums/zang) het strijdtoneel. Het is eigenlijk nauwelijks te geloven dat dit duo uit Brighton al 15 jaar een uiterst ontvlambare cocktail van indierock, postpunk en grunge serveert. Get Tragic etaleert een meer elektronisch geluid dan de sound van de eerste platen, is gepolijster en meer dansbaar. Anno 2019 combineert het duo deze sound met de punkanthems van weleer. We moeten immers terug in de tijd naar de periode 2004-2010 om dit deftig te kaderen.
Debuutplaat Box Of Secrets was een schot in de roos en zorgde voor stormachtige live-optredens. Die uitstekende live-reputatie was dan ook het gevolg van intens toeren in de periode die hieraan voorafging. De vruchten daarvan werden een paar jaar geleden gebundeld in het briljante Tied At The Wrist, een compilatie van ziedende nummers die vandaag de dag jammer genoeg de set niet meer halen. Meet Me At Eight en Victory For The Magpie waren representatief voor de oerkracht waarmee Laura-Mary en Steven door de sets van weleer raasden. De debuutplaat bevestigde al het moois en ook opvolger Fire Like This was een knaller van formaat. Get Tragic maakte een einde aan 5 jaar radiostilte en rekent af met de tragiek van een band die op splitten stond. Dat de vibe tussen beiden een speciaal randje heeft werd ook in de Trix duidelijk. Ansell liet zijn voorliefde voor rode wijn meermaals aan bod komen terwijl Laura-Mary één van zijn grapjes cynisch met ‘comedian’ neersabelde.
Twee grote verschilpunten met de set die ze begin dit jaar in de Botanique speelden vielen op. Daar werd geopend met nieuwtjes Eye to Eye en Bangsar die nu in de finale gespeeld werden. Die worden als kwartet gebracht, met synthesizer en launchpad als versterkingen. Elijah sloot toen af en fungeerde nu als setopener. Een snedige geslaagde keuze want ook Mexican Rats werd in een vet jasje gebracht. Het overgrote deel van de set haspelden ze als duo af en was gereserveerd voor het oudere werk zoals sterke versies van Black Destractions, Red River (beiden van de Water ep uit 2013 en aan new best friend Queen Kwong opgedragen) en het erg punky Je Me Perds. Desalniettemin waren het vooral classics als Don’t Ask en This Is Not For You die aansluitend de vlam in de spreekwoordelijke pan sloegen en de fans voorgoed in beweging kregen. Het tweede verschilpunt werd tijdens deze reeks duidelijk. De gitaar van Laura-Mary stond vooraan in de mix waardoor de volledige set een erg rauwe upgrade kreeg. Haar gitaarspel is overigens met de jaren ook verbeterd wat in de Trix dus tot het resultaat leidde dat de nummers nooit routineus afgehaspeld werden.
Het elektroluik dat de set met Bangsar afsloot was ijzersterk hernomen met een geweldige versie van When We Wake (die vette stonerrockriffs!) en Vertigo. De set was overduidelijk homogener opgebouwd en liet geen ruimte voor een terugval. Steven en Laura-Mary bisten met 2 absolute toppers en hun vermoedelijk sterkste songs ooit: I Wish I Was Someone Better en Colours Fade. Blood Red Shoes overtuigden 75 minuten lang en speelden uitermate strak maar de heimwee naar de stomende sets van een decennium terug kon niet worden weggespoeld. In die tijd was Laura-Mary een brunette, nu is ze een blondine. Tijden veranderen. Wel vreemd dat ze Kid Don’t Be So Shy niet speelden, nota bene een nummer dat ze samen met Queen Kwong hebben gemaakt.
photo credits (c) Hans Vermeulen